direct naar inhoud van 6.1 Bestaand watersysteem
Plan: Noordwesttangent (Dalem Zuid - Vossenberg West)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2006012-e001

6.1 Bestaand watersysteem

Gebiedskenmerken

Het plangebied betreft het tracé van de Burgemeester Letschertweg, erbij behorende afslagen en kruisingen, tussen de aansluiting Dalem Zuid, aan de zuidzijde, en de Heibloemseweg, in het noorden. Het plangebied beslaat een lengte van 4,2 Km en een oppervlakte van ongeveer 55 ha. Daarin is ook voorzien in de realisatie van enkele ecologische verbindingszones. Voor de aansluiting richting Dongen, wordt een verkeersknoop geprojecteerd ten zuiden van de huidige aansluiting Dongen op de Eindsestraat. De bestaande wegen en de aansluiting komen bij elkaar langs de bestaande Heibloemsloot.

Tussen het Wilhelminakanaal en de Burgemeester Letschertweg wordt de westelijk uitbreiding van het bedrijventerrein Vossenberg gefaseerd aangelegd. Ten westen van de Groenvenseweg is het bestemmingsplan Vossenberg West II in ver gevorderd stadium van voorbereiding. Ten oosten ervan wordt de laatste fase van het plan Vossenberg West I gebouwd.

Langs de westelijke kant van de weg aan beide kanten van het Wilhelminakanaal wordt een strook ingericht voor diverse ecologische verbindingszones, die elkaar ontmoeten bij de kruising van de Letscherweg en het kanaal. De verbinding tussen deze strook en het bosje Rouwvelden in Vossenberg West II, wordt geprojecteerd direct ten westen van de aansluiting Dongen op de Letschertweg.

Ten noordoosten van het plangebied ligt het natuurgebied Lobelia, bestaande uit het landgoed Huis ter Heide en landbouwgebieden, waaronder de Loonse Heide. Momenteel wordt dit natuurgebied heringericht ten einde de ecologische waarden te herstellen. Deze plannen zijn uitgewerkt in het Inrichting Plan Lobelia fase 3, d.d. 9 september 2004, van Oranjewoud.

In het Landschapsplan Noordwesttangent deel Dalem Zuid - Vossenberg West, januari 2008 staan een aantal elementen van belang voor het watersysteem:

  • Het herstel van de Heibloemsloot
  • Het herstel van de oude loop van de Donge
  • De aanleg van de waterloop Donge - Rijensbroek

De strook tussen de Burgemeester Letschertweg en de bestaande woonwijk Dalem, wordt in de toekomst bebouwd. Deze strook van ongeveer 110 m breed strekt zich uit vanaf de Dalemdreef in het zuiden tot nabij de watergang de Landscheiding in het noorden. In deze strook zijn twee verbindingen voor de ontsluiting van Dalem geprojecteerd.

Terreinhoogten

De tereinhoogte van de bestaande Burgemeester Letschertweg nabij de Heibloemseweg is ongeveer 7,50+. Tot dat punt overlapt de Dongenseweg het tracé van de nieuwe weg. Verder in de richting Dongen loopt de weghoogte geleidelijk af tot ongeveer 7,00+ bij de Dopheistraat, de Schepersdijk en Groenvenseweg, tot ongeveer 6,90+ bij de Tweede Sluisweg en tot ongeveer 6,60+ bij de Eindsestraat. De Dongenseweg gaat vanuit de richting Tilburg over in de Eindsestraat en na de huidige afslag Dongen in de Vierbundersweg. Het terrein daalt verder tot 6,00+, voorbij de kruising met de Heibloemsloot. De ruimte waar de geprojecteerde aansluiting Dongen komt, ter hoogte van de Uiterste Stuiver ligt ongeveer op 5,90+

De bestaande wegen die van oorsprong de Dongenseweg en de Uiterste Stuiver kruisen, zijn omgebouwd tot fietspaden. Daarlangs zijn in Vossenberg West bredere wegen aangelegd /geprojecteerd. De terreinhoogten in het bedrijventerrein dalen in westelijke richting: van ongeveer 5,80+ bij de Schepersdijk, tot ongeveer 5,50+, bij de Groenvenseweg.

Het tracé van de Burgemeester Letschertweg ligt tussen de drassige bermen van de afwatering van Vossenberg West I en de bestaande Dongenseweg. De terreinhoogte daar is van oorsprong lager dan de wegen: tussen de bestaande Heibloemseweg en de Schepersdijk varieert het tussen ongeveer 6,20+ en 5,90+, tussen de Schepersdijk en de Groenvenseweg ongeveer 6,00+. Het terrein loopt verder geleidelijk af langs het tracé tot ongeveer 5,40+ nabij het Wilhelminakanaal. De gekruiste wegen liggen wat hoger dan de belendende percelen: Schepersdijk op ongeveer 7,00+, Groenvenseweg op ongeveer 6,50+, Tweede Sluisweg op ongeveer 6,40+. Voldijk ongeveer 6,20+. Bij het Wilhelminakanaal loopt het terrein abrupt op tot ongeveer 7,00+ aan beide kanten van het kanaal.

Ten zuiden van het kanaal en richting de Langendijk, neemt de terreinhoogte toe van ongeveer 5,40+ tot ongeveer 5,80+. De Langendijk ligt ongeveer op 6,00+. De terreinhoogte neemt in de zuidelijke richting geleidelijk toe, tot ongeveer 7,20+ bij de zuidelijke rand van het plangebied, waar de verbinding van de Dalemdreef met de Letschertweg al gerealiseerd is.

Bodemopbouw

Uit de beschikbare bodemkundig onderzoeken blijkt de bodemopbouw langs dit deel van de Burgemeester Letschertweg grote variaties te tonen.

Ter hoogte van Vossenberg West II, blijkt de bodem te bestaan uit een bovengrond van hoofdzakelijk matig tot zeer fijn zand, dat matig humeus en matig ziltig is. De teellaag is gemiddeld 0,3 à 0,5 m dik. Onder de toplaag bevindt zich veelal zwak ziltig matig fijn zand. De zandgrofheid neemt in hoofdzaak toe met de diepte, het siltgehalte neemt veelal af met de diepte. Bijmengingen met grind komen veelvuldig voor in het gebied. Ook zijn storende bodemlagen aangetroffen in de vorm van klei- en leemlagen. Sporadisch is in de ondergrond een veenlaag gevonden. Storende bodemlagen remmen de neerwaartse stroming naar en van het grondwater door de geringe doorlatendheid. De lagen zijn aangetroffen vanaf een diepte van circa 0,6 tot 3,0 m - mv, met diktes van 0,05 m tot 1,7 m, voornamelijk in de oostelijke gedeelte van het plangebied, nabij de Groenvenseweg en direct ten noorden van de Rouwveldenseweg. De sporadisch aangetroffen veenlagen hebben een dikte van 0,1 à 0,4 m, vanaf een diepte van 1,3 m - mv. Ook zijn plaatselijk leembandjes aangetroffen, doorgaans tussen 0,5 en 1,5 m - mv.

Langs Dalem blijkt de bodemopbouw te bestaan uit matig leemarm tot zeer sterk lemig, matig fijn zand. Deze ruime gradatie is aangetroffen met sterke variaties in de ruimte. De bovengrond varieert van humusarm tot humeus met een dikte tot 0,50 m en in sommige gevallen tot 1,0 m. Verspreid over het plangebied komen storende lagen voor. Echter alleen maar incidenteel dieper dan 1,50 m. Ter hoogte van de Wierkstraat, het voormalige dal van de Landscheiding, zijn storende lagen van lemig veen aangetroffen tussen 0,50 en 1,50 m. Nabij het meest zuidelijke punt van het plangebied zijn ook storende lagen aangetroffen, bestaande uit humeus, sterk lemig zand. Deze grondlagen hebben een doorlatendheid onder de 0,20 m/d en vormen daardoor een beperkende factor voor de neerwaartse stroming van percolerend hemelwater.

Oppervlaktewater

Ten zuiden en oosten van de Heibloemseweg, ligt het watergangenstelsel van het bedrijventerrein Vossenberg. De aangesloten bruto oppervlakte bedraagt ongeveer 495 ha. Deze watergangen reguleren de grondwaterstanden en bergen en voeren het hemelwater af bij nat weer. Het water wordt in de westelijke richting afgevoerd, via getrapte peilvakken tot de stuw Groenvenseweg, gelegen ter hoogte van de gelijknamige straat in de Heibloemsloot. Het stuwpeil in dat laatste peilvak is 5,00+. In de Heibloemseweg is het stuwpeil 5,50+. Met de aanleg van Vossenberg West II wordt de sloot verlegd en geïntegreerd in de strook tussen de nieuwe Burgemeester Letschertweg en de bedrijven, die voor de gemengde functie ecologie - waterberging wordt ingezet. Nabij de onderdoorgang onder de Burgemeester Letschertweg ten westen van de aansluiting Dongen wordt de sloot aangesloten op de bestaande loop van de watergang. Na de haakse bocht, bij de Eindestraat en de Vierbunderstraat, wordt deze watergang weer getroffen door de aansluiting van Donge op de tangent. Ook hier wordt de sloot zo veel mogelijk gehandhaafd en waar nodig gekanaliseerd door middel van duikers.

Ten noordoosten van het plangebied bevindt zich het natuurgebied Huis ter Heide, met een oppervlakte van ongeveer 460 ha. Om de potentiële natuurwaarden verder te ontwikkelen, en mede ter compensatie van de aanleg van de weg, werd in 1992 het plan 'Lobelia' opgesteld. Het doel is dit gebied in te richten middels overwegend vernatting, waarbij sprake is van vasthouden van gebiedseigen water. Ter hoogte van de Dopheistraat ligt (nog) de afvoer in de westelijke richting op de voormalige Heibloemsloot. In de inrichting van Vossenberg is deze sloot geïntegreerd in het watergangenstelsel, en is rekening gehouden met deze injectie. Op termijn wordt het natuurgebied afgekoppeld van het regionaal watersysteem en verliest de duiker onder de Letschertweg ter hoogte van de Heibloemseweg haar functie.

Het Wilhelminakanaal heeft ten westen van sluis II een streefpeil van 5,15 m + NAP, ten oosten van sluis II is het streefpeil 7,70 m + NAP, aldus de kwantiteitsbeheerder Rijkswaterstaat. Er liggen plannen voor verdere verruiming / verdieping van het kanaal richting Tilburg. Het kanaal ten westen van sluis II heeft al het gewenste klasse IV profiel. De bedoeling is sluis II en III te combineren in 1 nieuwe sluis naast sluis III. Tussen sluis II en III wordt de bodem en het waterpeil 2,5 m verlaagd.

Behalve de functie voor scheepvaart, heeft het kanaal ook een wateraanvoer/ en afvoerfunctie, Daarbij vindt een wisselwerking met het regionale watersysteem plaats. De bodem is niet volledig waterdicht, waardoor het, zij het in geringe mate, invloed heeft op het grondwater. Het waterschap Brabantse Delta beheert de waterkwaliteit; Rijkswaterstaat is de beheerder van de waterkwantiteit.

De strook van 10 m langs de zuidelijke oever van het kanaal is bestemd als ecologische verbindingszone. Langs het kanaal liggen kwelsloten, als onderdeel van het werk dat het kanaal en bijbehorende kaden omvat, met stuwhoogten van 5,10 en 4,73 m + NAP. In de wintersituatie zullen deze peilen circa 0,30 m lager zijn.

Bij Dalem Noord stroomt vanuit het zuidoosten de Landscheiding. Tegenwoordig bestaat de loop tussen de Middeldijkdreef en de watergang de Landscheiding uit detail afwateringssloten. Het tracé van de Burgemeester Letschertweg kruist de oude loop net vóór het samenkomen van deze twee stromen. De Landscheiding is een voormalig afwatering van het gebied Dalem. Het water stroomde vanuit wat nu stedelijk gebied is, waardoor het grotendeels is gedempt en aangesloten op diverse detailafwateringen van het landelijk gebied. Vanaf de Rijperkerkstraat stroomt de Landscheiding richting noordwesten, kruist de toekomstige weg, neemt de waterlopen Kleine Leij, Groote Leij in zich op en verandert zijn naam in De Donge net voor de lozing op het Wilhelminakanaal bij Dongen.

De Donge is in de loop der tijd verschillende keer verlegd en aangepast. Ten zuiden van het Wilhelminakanaal, langs de Langendijk ligt een deel van de oude loop van de Donge, langs de bestaande Langendijk. Met de herinrichting van de Dongezone kan het water de gegraven nevengeulen overstromen. De inrichting is natuurvriendelijker dan tevoren. De laatste 700 m voor de lozingspunt via een stuw op het Wilhelminakanaal zijn niet heringericht. Het peil is gereguleerd zowel in de Donge als in de singels van Dalem Noord op 5,40+. In de Reuverlaan zorgt een stuw voor een peil stroomopwaarts in de Donge van 6,00+. De watergangen in Dalem Zuid lozen nabij deze locatie op het laagste pand van de Donge via een stuw, die het oppervlaktewater houdt op een peil van 5,80+

Afkomstig van de Groote Leij en langs het verlengde van de Reuverlaan ligt de Koppelleiding. Deze watergang heeft een winterpeil van 5,40+ en een zomerpeil van 5,80+. Deze peilen worden gereguleerd door een stuw gelegen ten westen van het plangebied. Tussen deze stuw en de Donge is het stuwpeil eveneens 5,40+.

Grondwater

Uit de bovengenoemde onderzoeken blijkt dat de grondwaterstroming noordwestelijk is gericht. De maatgevende hoogste grondwaterstand ter hoogte van Vossenberg West II varieert van circa 5,40+ (0,6 m - mv) in de noordoostelijke punt tot circa 5,10+ (0,4 m - mv) nabij het kanaal. Ten zuiden van het kanaal correspondeert de gradiënt van de stijghoogten met de dalstructuur van de Landscheiding. De maatgevende hoogste grondwaterstanden dalen vanuit het zuiden van het plangebied bij de aansluiting op de Dalemdreef op ongeveer 6,20+ (0,9 m - mv), tot de loop van de Landscheiding, op ongeveer 5,20+ (0,4 - mv).

Met ontwateringdiepten van slechts enkele tientallen centimeters is de ontwatering in de bestaande situatie voor de nieuwe bestemming onvoldoende.

Riolering

In het plangebied ligt geen riolering. Het huishoudelijk afvalwater afkomstig van de woningen in de Vierbundersweg en de Uiterste Stuiver wordt opgevangen en ter plekke gezuiverd middels individuele units voor de behandeling van afvalwater (IBA). Ten zuiden en ten oosten van het plangebied, liggen de verbeterd gescheiden stelsels van Vossenberg en de Reeshof.