direct naar inhoud van Artikel 21 Recreatie - Jachthaven 2
Plan: Buitengebied Waterland 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0852.BPBGwaterland013-va03

Artikel 21 Recreatie - Jachthaven 2

Link naar de toelichting van "Recreatie - Jachthaven 2".

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Jachthaven 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een jachthaven met aanleggelegenheid voor ten hoogste het op de verbeelding aangegeven maximum aantal ligplaatsen;
  • b. water;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. een kampeerterrein voor het plaatsen van ten hoogste 60 kampeermiddelen, met uitzondering van stacaravans en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderkomens;
  • d. kleinschalige duurzame energiewinning;
  • e. wegen en paden;
  • f. stallingsruimte voor fietsen;
  • g. rustpunten;

met de daarbij behorende:

  • h. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
    • 1. een verkooppunt voor motorbrandstoffen ten behoeve van vaartuigen;
    • 2. detailhandel in watersportaccessoires;
    • 3. een makelaardij en verkoop van vaartuigen, inclusief showroom;
    • 4. een havenkantoor;
    • 5. opslag, reparatie en verkoop van motoren en vaartuigen;
    • 6. een werkplaats/onderhoudswerf;
    • 7. bergingen en sanitaire voorzieningen;
    • 8. een horecabedrijf in categorie I en II;
    • 9. een afvaldepot;
    • 10. winterstalling van vaartuigen;
  • i. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen al dan niet in combinatie met ruimte voor:
    • 1. beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
    • 2. mantelzorg;
    • 3. kleinschalig toeristisch overnachten;
  • j. tuinen, erven en terreinen;
  • k. kaden en dijken;
  • l. dagrecreatieve voorzieningen;
  • m. parkeervoorzieningen;
  • n. nutsvoorzieningen;
  • o. groenvoorzieningen;
  • p. andere bouwwerken, waaronder een botenlift/-kraan.
21.2 Bouwregels
21.2.1 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van de in 21.1 onder h genoemde gebouwen en overkappingen geldt:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 2665 m²;
  • b. de goothoogte van een gebouw of een overkapping bedraagt ten hoogste 6,00 m;
  • c. de bouwhoogte van een gebouw of een overkapping bedraagt ten hoogste 9,00 m;
  • d. de dakhelling van een gebouw of een overkapping bedraagt ten minste 25º en ten hoogste 65º.
21.2.2 Bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van de in 21.1 onder i genoemde bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken geldt:

  • a. het aantal bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste twee, waarbij ten hoogste één bedrijfswoning 1 en ten hoogste één bedrijfswoning 2 wordt gebouwd (zie bouwschema onder c);
  • b. de afstand van een bedrijfswoning ten opzichte van de weg bedraagt ten minste de bestaande afstand;
  • c. de maatvoering van een gebouw voldoet voorts aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:

Functie van een gebouw   Maximale oppervlakte/inhoud   Goothoog- te in m   Dakhelling in °   Bouwhoog- te in m  
  per gebouw   gezamenlijk   max.   min.   max.   max.  
Bedrijfswoning 1   750 m³   -   6,00   25   65   9,00  
Bedrijfswoning 2   600 m³   -   6,00   25   65   9,00  
Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning   -   40 m²   4,00   25   65   6,00  

21.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt:

  • a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking van windenergie, paardrijbakken, zwembaden en tennisbanen gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1,00 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel van de bedrijfswoning(en) of de bedrijfsgebouw(en) ten hoogste 2,00 m bedraagt;
  • c. de bouwhoogte van een aanleggelegenheid bedraagt ten hoogste 1,50 m boven zomerwaterpeil;
  • d. de lengte van een aanleggelegenheid bedraagt ten hoogste 200 m;
  • e. de bouwhoogte van een botenlift/-kraan bedraagt ten hoogste 15,00 m;
  • f. de bouwhoogte van palen en masten bedraagt ten hoogste 7,00 m;
  • g. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 9,00 m.
21.3 Afwijken van de bouwregels
21.3.1 Afwijken minimale dakhelling

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 21.2.1 onder d en/of 21.2.2 onder c in die zin dat een gebouw of een overkapping plat wordt afgedekt, mits:

  • geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
21.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel en horeca anders dan bedoeld in 21.1, en productiegebonden detailhandel bij een beroepsuitoefening aan huis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;
  • b. het gebruik van vaartuigen voor permanente bewoning;
  • c. het gebruik van de gronden voor meer aanleggelegenheden dan het aantal dat op de verbeelding per bestemmingsvlak is aangegeven;
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een beroepsuitoefening aan huis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bedrijfswoning zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke brutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken;
  • e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige toeristische overnachting in een bedrijfswoning zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke brutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning, en meer dan twee kamers worden gebruikt;
  • f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan kleinschalig toeristisch overnachten, rustpunten en waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  • g. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning en voor een beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, en/of een kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid;
  • h. het gebruik van de gronden ten behoeve van een paardrijbak, zwembad en/of een tennisbaan, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  • i. het gebruik van de gronden als ligplaats voor woonschepen, woonarken of casco's, die tot woonschip of woonark kunnen worden omgebouwd.
21.5 Afwijken van de gebruiksregels
21.5.1 Kleinschalig toeristisch overnachten

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 21.4 onder e en g in die zin dat ten hoogste 50% van de brutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 100 m² wordt gebruikt voor het bieden van een kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid, mits:

  • a. dit geen onevenredige parkeerdruk met zich meebrengt;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeers- en parkeersituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
21.5.2 Mantelzorg

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 21.4 onder g in die zin dat afhankelijke woonruimte in de zin van mantelzorg wordt toegestaan in een bijbehorend bouwwerk, mits:

  • a. eerst alle mogelijkheden van de aangebouwde bijbehorende bouwwerken optimaal benut worden om door inwoning een oplossing te bieden aan tijdelijke huisvesting ten behoeve van mantelzorg;
  • b. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  • c. de mantelzorg geboden wordt in de bestaande bebouwing;
  • d. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte beperkt blijft tot 60 m²;
  • e. het bijbehorend bouwwerk ten behoeve van de mantelzorg een ruimtelijke eenheid vormt met de op hetzelfde perceel gesitueerde bedrijfswoning, waarbij de maximale afstand van de bedrijfswoning tot het bijbehorend bouwwerk 20,00 m bedraagt;
  • f. dit geen onevenredige parkeerdruk met zich meebrengt;
  • g. geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende bedrijven, in dié zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
  • h. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeers- en parkeersituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
21.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
21.6.1 Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het dempen van water.
21.6.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in 21.6.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
21.6.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning wordt slechts verleend mits het aantal ligplaatsen gelijk blijft.