Plan: | Het Hogediep |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0851.dhBPhogediep-o001 |
In deze regels wordt verstaan onder:
Het bestemmingsplan Het Hogediep met identificatienummer NL.IMRO.0851.dhBPhogediep-o001 van de gemeente Steenbergen;
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, welke door hun beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbijbehorende bebouwing worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage dat de grootte aangeeft van het (deel van een) bouwperceel dat maximaal mag worden bebouwd;
een kleinschalige, aan de woonfunctie ondergeschikte, recreatieve verblijfsvoorziening gericht op het aanbieden van logies en ontbijt voor maximaal 6 weken per jaar voor dezelfde persoon. Onder een bed & breakfast voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
bestaand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw op een bouwperceel, dat door vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
gebruik van het openbare verblijfsgebied voor onder andere (waren- en rommel)markten, terrassen, standplaatsen en evenementen;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor woonfuncties geschikt of geschikt te maken is;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan;
de grens van een bouwperceel;
de van de weg afgekeerde grens van een perceel; indien meerdere zijden van het perceel van de weg zijn afgekeerd, wijzen burgemeester en wethouders de achterste bouwperceelsgrens aan;
de naar de weg gekeerde grens van een perceel; indien meerdere zijden van het perceel naar de weg zijn gekeerd, wijzen burgemeester en wethouders de voorste bouwperceelsgrens aan;
de grens tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van een perceel verbindt;
bouwverordening als bedoeld in artikel 8 van de Woningwet;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw, met dien verstande dat in onderhavige regels lessenaarsdaken niet zijn toegestaan;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het bedrijfsmatig aanbieden, verkopen en / of leveren van diensten aan personen, zoals reisbureaus, kapsalons en wasserettes. Niet toegestaan zijn het aanbieden, verkopen en / of leveren van diensten aan personen in het kader van een seksinrichting;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
één persoon of meer personen die in vast verband samenleven en gebruik maken van dezelfde voorzieningen, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan, in ieder geval niet zijnde kamerverhuur;
het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het 'Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer'' geldt en die door de beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbijbehorende bebouwing worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft;
het onderhoud en beheer, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden die tot de betreffende bestemming behoren;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
vergunning als bedoeld in artikel 2.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);
voorzieningen die veelal in de openbare ruimte zijn gesitueerd, zoals afvalbakken, inzamelbakken voor glas, papier en kleding, straatverlichting, zitbanken, beeldende kunst;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, een (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
de denkbeeldige lijn die, in combinatie met de rechte lijnen die in het verlengde daarvan zijn te trekken, bij het bouwen aan de wegzijde (voorgevellijn) of aan de van de weg afgekeerde zijde (achtergevellijn) niet mag worden overschreden;
de naar de weg gekeerde grens van een perceel; indien meerdere zijden van het perceel naar de weg zijn gekeerd, wijzen burgemeester en wethouders een voorste bouwperceelsgrens aan;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en/of waterkwaliteit zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, inlaten etc.
het gebruik van een complex van ruimten voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;
een (gedeelte van een) gebouw dat bestaat uit een complex van ruimten, qua inrichting en indeling geschikt en bestemd voor de huisvesting van personen in de vorm van één huishouden;
blokken van meer dan 2 aan elkaar gebouwde woningen;
blokken van 2 aan elkaar gebouwde woningen of 2 aan elkaar geschakelde woningen;
een woning die in constructief en visueel opzicht vrij staat van een andere woning.
de grens tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van een perceel verbindt.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
bij toepassing van het meten van de goothoogte van een gebouw worden dakkapellen buiten beschouwing gelaten, behoudens dakkapellen waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van het dakvlak (op de achterzijde van een gebouw meer dan 70%). In dat geval wordt de goothoogte van het dakkapel als goothoogte van een gebouw aangemerkt.
bij toepassing van het meten van de goothoogte van een gebouw worden dakhellingen buiten beschouwing gelaten, behoudens gebouwen waarvan de dakhelling meer bedraagt dan 60 graden. In dat geval wordt het hoogste punt van het dakvlak als goothoogte van een gebouw aangemerkt.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevellijsten, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1 m.
tussen de grens van het bouwvlak en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende;
Op deze gronden mag met in achtneming van de onderstaande regels worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag in achtneming van de onderstaande regels worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag met in achtneming van de onderstaande regels worden gebouwd.
Voor het bouwen van erkers gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag met in achtneming van de onderstaande regels worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op deze gronden mag met in achtneming van de onderstaande regels worden gebouwd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken is toegestaan, mits;
Tot strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend het gebruiken, het in gebruik geven en/of het laten gebruiken voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - Waardevolle bomenstructuur' gelden voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden de volgende regels:
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 7.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De in 7.4.1genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en/of natuurlijke waarden.
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor:
Op deze gronden mag met in achtneming van de onderstaande regels worden gebouwd.
In voorrang op het bepaalde in andere bestemmingen is het verboden om gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde te bouwen anders dan ten behoeve van deze bestemming.
Het in 8.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Het in 8.2.1 genoemde verbod wordt met een omgevingsvergunning slechts opgeheven, indien:
Voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 8.3.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De in 8.3.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor:
Op deze gronden mag met in achtneming van de onderstaande regels worden gebouwd.
In voorrang op het bepaalde in andere bestemmingen is het verboden om gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde te bouwen anders dan ten behoeve van deze bestemming.
Het in 9.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Het in 9.2.1 genoemde verbod wordt slechts opgeheven, indien:
Voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden gelden de volgende regels:
Het is verboden om de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 9.3.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Het in 9.3.1 genoemd verbod wordt slechts opgeheven, indien:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt de goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
In die gevallen dat de bestaande afstand tot enige aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen tot stand zijn gekomen minder bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.
In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
Tot een gebruik, strijdig met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, veranderen of uitbreiden van gebouwen wordt slechts met inachtneming van de volgende regels verleend:
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van minder parkeergelegenheid afwijken, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van meer wooneenheden, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van andere woningtypen (zoals vrijstaande, twee-aangebouwde, aaneengebouwde en gestapelde woningen), mits:
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van ander gebruik van bestaande en/of nieuwe bouwwerken, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van ander gebruik van gronden, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van nutsvoorzieningen, mits:
Bij toepassing van een afwijkingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, is de in hoofdstuk 4 van de Awb en zijn de artikelen 3.1, 3.8 en 3.9 van de Wabo geregelde procedure van toepassing.
Deze regels worden aangehaald als regels van het bestemmingsplan 'Het Hogediep'.