- Bouwplannen worden integraal getoetst. Wat betreft situering, verschijningsvorm, erfbeplanting en inpassing gelden de criteria van het toepasselijk gemeentelijk welstandsbeleid.
- Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
- op plaatsen waar hoofd- en bijgebouwen zijn of gelijktijdig worden gebouwd mag eveneens ondergronds gebouwd worden, direct aansluitend mogen in- dan wel uitritten ten behoeve van de ondergrondse bouwwerken worden gebouwd;
- de verticale diepte mag bij ondergronds bouwen niet meer bedragen dan 3,5 meter.
Naast het bepaalde bij de afzonderlijke bestemmingen is het verboden te bouwen:
- Enig bouwwerk waarbij een op de verbeelding aangegeven bebouwingsgrens wordt overschreden;
- Enig bouwwerk binnen een afstand van 5 meter uit de insteek aan weerszijden van een op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan ‘Buitengebied 1998’ van gemeente Someren bestemde waterloop;
- Het in 8.2 onder a en b genoemde verbod geldt niet voor erfafscheidingen en soortgelijke bouwwerken met een hoogte van maximaal 2 meter;
- Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 8.2 onder a en b, mits het verkeersbelang of het waterhuishoudkundige belang niet onevenredig wordt aangetast en vooraf advies wordt ingewonnen van de beheersinstantie van desbetreffende weg of waterloop.