Bestemmingsplan Buitengebied 2008, Vier Gemalen 3

5.3 Waterparagraaf

Het plangebied ligt binnen het beheergebied van Waterschap De Dommel. Het concept ontwerpbestemmingsplan is in het kader van het overleg ex art. 3.1.1 Bro toegezonden aan het waterschap. De brief van het waterschap is als bijlage 2toegevoegd. De opmerkingen zijn in deze paragraaf verwerkt.

5.3.1 Beleid

Het beleid van Waterschap De Dommel is onder meer beschreven in:

• het derde waterbeheerplan "Krachtig Water";
• de notitie "Ontwikkelen met duurzaam wateroogmerk".

Daarnaast is het Nationaal Waterplan van toepassing.

5.3.2 Bestaande situatie

Binnen het plangebied is thans 376 m² bebouwing aanwezig en ca 50 m² verharding aanwezig. Er is geen sprake van oppervlaktewater.

5.3.3 Beschrijving waterhuishoudkundige aspecten plan

Onderhavig plan omvat ca 220 m² bebouwing en ca 200 m² verharding (die mogelijk deels in de vorm van halfverharding wordt uitgevoerd), tezamen 420 m². Het hemelwater vanaf de verhardingen zal rechtstreeks in de tuin lopen. Hiervoor hoeven geen afzonderlijke voorzieningen te worden getroffen. In het vervolg van deze paragraaf wordt derhalve slechts uitgegaan van de 220 m² bebouwing.

Voor de berekening van de benodigde bufferopgave is uitgegaan van een hevige regenbui die eens in de 10 jaar valt (T=10+10%). De bufferopgave voor onderhavig plan bedraagt 10 m³. In geval van een bui die eens in de 100 jaar valt (T=100+10%) bedraagt de bufferopgave 13 m³.

5.3.4 Waterhuishouding en riolering

Door het waterschap is een aantal principes opgesteld waar ruimtelijke ontwikkelingen aan worden getoetst, te weten:

• wateroverlastvrij bestemmen;
• gescheiden houden van vuil water en schoon hemelwater;
• doorlopen van de afwegingsstappen: "hergebruik-infiltratie-buffering-afvoer";
• hydrologisch neutraal ontwikkelen;
• water als kans;
• meervoudig ruimtegebruik;
• voorkomen van vervuiling;
• rekening houden met waterschapsbelangen.

Wateroverlastvrij bestemmen
Bij locatiekeuze van nieuwe ontwikkelingen moet worden gezocht naar plekken die 'hoog en droog genoeg' zijn.

Onderhavig plangebied ligt ca 6,5 m boven NAP. De GHG bedraagt ten minste 0,4 m -mv (bron: www.bodemdata.nl). Het betreft hiermee vooral in de wintermaanden een relatief nat gebied. De initiatiefnemer is hiermee bekend. In het bouwplan wordt hiermee rekening gehouden, onder meer door het afstemmen van de bouwpeilhoogte op de omgeving (25 à 30 cm +mv).

Gescheiden houden van vuil water en schoon hemelwater
Het streefbeeld is het afvoeren van het vuile water via de riolering en binnen het plangebied verwerken van het schone hemelwater. Binnen het plangebied vindt een strikte scheiding plaats. Het vuile water wordt, middels een nieuw aan te leggen rioolaansluiting onder weg, gekoppeld aan de bestaande drukriolering in het omliggende gebied. Het schone hemelwater blijft binnen het plangebied.

Doorlopen van afwegingsstappen
De volgende afwegingsstappen worden doorlopen:

• 1. hergebruik;
• 2. infiltratie;
• 3. buffering naar watergang waterschap
• 4. afvoer via gescheiden rioolstelsel.

ad 1 - Hergebruik van het hemelwater ter plaatse is alleen aan de orde in geval van bedrijfsmatig hergebruik van het hemelwater. Dit is hier niet het geval. Individueel hergebruik van hemelwater is uiteraard niet uitgesloten.

ad 2 - De tweede stap in de afweging is het afkoppelen en infiltratie en/of berging van schoon hemelwater binnen het plangebied. De bufferopgave bedraagt 10 m³. Infiltratie kan plaatsvinden door middel van een bovengrondse infiltratievoorziening in de vorm van een langgerekte wadi met een oppervlakte van ten minste 33 m³ aan de westzijde van het plangebied (zie inrichtingsschets in hoofdstuk 4). Deze infiltratievoorzieningen bevinden zich boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand en heeft een bovengrondse overstort op de waterloop aan de straatzijde.
De definitieve keuze en verdere uitwerking van het hemelwater wordt opgenomen in de bouwtekeningen.

ad 3 en 4 - Gezien het voorgaande zijn deze stappen niet aan de orde.

Hydrologisch neutraal ontwikkelen
In het beleid van het waterschap is opgenomen dat moet worden gestreefd naar een hydrologisch neutrale situatie. Hiermee wordt bedoeld dat het hemelwater het gebied niet sneller mag verlaten dan dat het geval is vóór aanvang van de in dit plan opgenomen ontwikkelingen.

Gezien de hiervoor beschreven infiltratie van het hemelwater is sprake van hydrologisch neutraal ontwikkelen.

Water als kans
Oppervlaktewater kan een meerwaarde vormen voor een woningbouwproject. Onderhavig plan is kleinschalig van omvang. Het aanleggen van oppervlaktewater in de vorm van een poel behoort tot de mogelijkheden.

Voorkomen van vervuiling
Hiervoor zijn geen bijzondere maatregelen opgenomen. Overeenkomstig de eis van het waterschap worden in principe geen uitlogende materialen toegepast.

Meervoudig ruimtegebruik
Gezien de omvang van het plan is meervoudig ruimtegebruik niet aan de orde.

Rekening houden met waterschapsbelangen
Het gebied is niet als inundatiegebied aangewezen. Onderhavig plan betekent derhalve geen belemmering van waterschapsbelangen.

5.3.5 Algemene conclusie

Aan alle beleidsuitgangspunten van het waterschap wordt voldaan.

• 1. Het vuile water wordt op het gemeentelijke rioolstelsel geloosd.
• 2. Het plangebied biedt voldoende ruimte voor het aanleggen van een bovengrondse infiltratievoorziening met een inhoud van ten minste 10 m³. De definitieve keuze en verdere uitwerking van het hemelwater wordt opgenomen in de bouwtekeningen.
• 3. In principe worden geen uitlogende materialen toegepast.