direct naar inhoud van Artikel 7 Algemene ontheffingsregels
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied 2008, Vier Gemalen 3
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0844.bp0008viergemalen3-vg01

Artikel 7 Algemene ontheffingsregels

7.1 Algemene ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen, voor zover niet reeds op grond van een andere regel ontheffing kan worden verleend, ontheffing verlenen van het plan voor het afwijken van het bepaalde ten aanzien van:

  • a. de bouwhoogte, de goothoogte, de dakhelling en de voorgeschreven afstand tot de bestemmingsgrens teneinde ten hoogste 10% van de voorgeschreven maatvoering af te wijken, mits de afwijking:
    • 1. niet leidt tot een onevenredige aantasting van het landelijk karakter van de omgeving;
    • 2. niet leidt tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat van naburige percelen;
    • 3. om stedenbouwkundige, esthetische en/of bouwtechnische redenen noodzakelijk is;
  • b. de voorgeschreven maximale bouwhoogte van erfafscheidingen voorzover deze gelegen zijn voor de voorgevel, mits:
    • 1. de erfafscheidingen niet hoger worden dan 2 m;
    • 2. de met de naburige percelen verbonden belangen en/of het landelijke karakter van de omgeving niet onevenredig worden aangetast;
  • c. de voorgeschreven maximale bouwhoogte van andere bouwwerken als opgenomen in artikel 3.2.2, mits de met de naburige percelen verbonden belangen en/of de landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke waarden binnen de betreffende gronden niet onevenredig worden aangetast.
7.2 Ontheffing erkers, entreeportalen en overkappingen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor uitbouwen (erkers, entreeportalen en overkappingen) aan de naar de weg gekeerde zijde van woningen, mits aan het volgende wordt voldaan:

  • a. de diepte bedraagt niet meer dan 1 m, met dien verstande dat de afstand van de uitbouw tot de openbare weg ten minste 5 m bedraagt;
  • b. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 3 m;
  • c. de goothoogte bedraagt ten hoogste 2,5 m;
  • d. de breedte van de uitbouw bedraagt ten hoogste 50% van de breedte van de voorgevel van de woning;
  • e. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt ten minste 5 m.
7.3 Ontheffing afhankelijk wonen
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 4.4.1 onder c. voor een daarbij te bepalen periode en toestaan dat een niet voor bewoning bestemd gebouw tijdelijk wordt gebruikt voor woondoeleinden, indien:
    • a. het gebruik van het gebouw voor woondoeleinden noodzakelijk is vanuit het oogpunt van een aantoonbare noodzaak tot mantelzorg van de bewoner. Deze noodzaak dient aangetoond te worden door een door burgemeester en wethouders aangewezen onafhankelijke deskundige;
    • b. onverminderd wordt voldaan aan de voorschriften van het toepasselijke bestemmingsplan;
    • c. onverminderd het bepaalde in het vorige lid, het gebouw een oppervlakte heeft van maximaal 80 m²;
    • d. het gebruik van het gebouw voor woondoeleinden niet leidt tot onevenredige aantasting van belangen van omwonenden, waaronder begrepen (agrarische) bedrijven;
    • e. vooraf een verklaring van geen bezwaar van de provincie is ontvangen.
  • 2. Burgemeester en wethouders trekken de ontheffing, bedoeld in lid 1, in, indien de noodzaak tot mantelzorg niet meer aanwezig is.