direct naar inhoud van Artikel 9 Algemene afwijkingsregels
Plan: Wielse Kamp 5
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0844.BPWielsekamp5-VG01

Artikel 9 Algemene afwijkingsregels

9.1 Algemeen

Het bevoegd gezag kan, voor zover niet reeds op grond van een andere bepaling afwijking kan worden verleend, middels een omgevingsvergunning afwijken van het plan voor het bepaalde ten aanzien van:

  • a. de bouwhoogte, de goothoogte, de dakhelling en de voorgeschreven afstand tot de bestemmingsgrens ten einde maximaal 10% van de voorgeschreven maatvoering af te wijken, mits de afwijking:
    • 1. niet leidt tot onevenredige aantasting van het landelijk karakter van de omgeving;
    • 2. niet leidt tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat van naburige percelen;
    • 3. om stedenbouwkundige, esthetische en/ of bouwtechnische redenen noodzakelijk is;
  • b. de voorgeschreven maximale bebouwingshoogte van erfafscheidingen voorzover deze gelegen zijn voor de voorgevel mits;
    • 1. de erfafscheidingen niet hoger worden dan 2 meter;
    • 2. de met de naburige percelen verbonden belangen en/ of het landelijke karakter van de omgeving niet onevenredig worden aangetast;
  • c. de voorgeschreven maximale bebouwingshoogte van andere bouwwerken als opgenomen in artikelen 4.2 en 5.2 mits met de naburige percelen verbonden belangen en/ of het landelijke karakter van de omgeving niet onevenredig worden aangetast.

9.2 Bijbehorende bouwwerken en overkappingen aan de naar de weg gekeerde zijde van woningen

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken voor bijbehorende bouwwerken en overkappingen aan de naar de weg gekeerde zijde van woningen, mits aan het volgende wordt voldaan:

  • a. de diepte bedraagt niet meer dan 1 meter, met dien verstande dat de afstand van het bijbehorend bouwwerk tot de openbare weg minimaal 5 meter bedraagt;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 meter;
  • c. de goothoogte bedraagt niet meer dan 2,5 meter;
  • d. de breedte van het bijbehorend bouwwerk niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de voorgevel van de woning;
  • e. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder bedragen dan 5 meter.

9.3 Afwijkingsbepaling afhankelijk Wonen
  • a. Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsverunning afwijken van het bepaalde in de artikel 4.4en 5.4 sub c voor een daarbij te bepalen periode en toestaan dat een niet voor woning bestemd gebouw tijdelijk wordt gebruikt voor woondoeleinden, indien:
    • 1. het gebruik van het gebouw voor woondoeleinden noodzakelijk is vanuit het oogpunt van een aantoonbare noodzaak tot mantelzorg van de bewoner. Deze noodzaak dient aangetoond te worden door een door het bevoegd gezag aangewezen onafhankelijke deskundige;
    • 2. onverminderd wordt voldaan aan de regels van het toepasselijke bestemmingsplan;
    • 3. onverminderd het bepaalde in het vorige lid, het gebouw een oppervlakte heeft van maximaal 80 m²;
    • 4. het gebruik van het gebouw voor woondoeleinden niet leidt tot onevenredige aantasting van belangen van omwonenden, waaronder begrepen (agrarische) bedrijven;
    • 5. vooraf een verklaring van geen bezwaar van de provincie is ontvangen;
  • b. Het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning, als bedoeld in a. in, indien de noodzaak tot mantelzorg niet meer aanwezig is.