Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Kom Schijndel 2013
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0844.BPKomschijndel2013-VG01

Artikel 24 Wonen - Zorg

 
24.1 Bestemmingsomschrijving
 
De gronden met de bestemming ‘Wonen’ zijn bestemd voor:
  1. wonen, in combinatie met het verlenen van zorg en/of verpleging;
  2. aan-huis-verbonden beroepen;
  3. internetverkoop;
  4. tuinen, verkeers- en parkeervoorzieningen en overige verhardingen, waarbij moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 36;
  5. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
één en ander met de bijbehorende voorzieningen.
 
24.2 Bouwregels
 
24.2.1 Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
  1. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, met de voorgevel in de naar openbare weg gekeerde grens van het bouwvlak.
  2. Ter plaatse van de aanduiding:
    1. ‘aaneengebouwd’;
    2. 'gestapeld’;
    3. 'twee-aaneen'; mogen de hoofdgebouwen uitsluitend in het aangegeven bebouwingstype worden gebouwd;
  3. Toename van het aantal woningen door vervangende nieuwbouw, uitbreiding, verbouw of splitsing is niet toegestaan.
  4. De goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte’.
  5. Indien de goot- en bouwhoogte niet is aangegeven op de verbeelding mag de bestaande goot- en bouwhoogte niet worden verhoogd. Bij vervangende nieuwbouw geldt de goot- en bouwhoogte van het te vervangen hoofdgebouw als maximum.
  6. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij anders aangegeven op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage’.
24.2.2 Erfbebouwing
Voor de bouw van erfbebouwing gelden de volgende bepalingen:
  1. Erfbebouwing is uitsluitend toegestaan bij de woningtypen ‘aaneengebouwd’ en 'twee-aaneen'.
  2. Erfbebouwing is zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan, waarbij de oppervlakte aan erfbebouwing gelegen binnen het bouwvlak niet wordt meegerekend bij de bepaling van de oppervlakte genoemd onder c.
  3. Het gedeelte van het bouwperceel buiten het bouwvlak mag voor niet meer dan 40% worden bebouwd met een maximale oppervlakte van 100 m2.
  4. Bij het bepalen van de oppervlakte aan erfbebouwing wordt een niet overdekt zwembad met een oppervlakte van niet meer dan 50 m2 buiten beschouwing gelaten, mits het perceel, met inbegrip van het zwembad, voor niet meer dan 50% is bebouwd.
  5. De goot- en bouwhoogte van aan- en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3,25 m en 5 m, doch niet hoger dan het hoofdgebouw;
  6. Een carport dient op ten minste 1 m achter de voorgevellijn te worden gebouwd.
  7. In afwijking van het bepaalde onder e mag de hoogte van een carport niet meer bedragen dan 3 m en dient de carport afgedekt te zijn met een plat dak.
24.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
  1. De hoogte van een erfafscheiding voor de voorgevellijn mag niet meer bedragen dan 1 m.
  2. De hoogte van een erfafscheiding achter de voorgevellijn mag niet meer bedragen dan 2 m.
  3. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.
24.2.4 Ondergronds bouwen
Ondergronds bouwen is uitsluitend toegestaan onder gebouwen, tot een diepte van niet meer dan 3 m onder het plaatselijke maaiveld.
 
24.3 Nadere eisen
 
24.3.1 Algemeen
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van een goede woonsituatie, de beeldkwaliteit, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en/of de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden nadere eisen stellen aan:
  1. de situering en de afmetingen van de bebouwing;
  2. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen ten aanzien van het erf grenzend aan de openbare weg of openbaar groen.
24.4 Afwijken van de bouwregels
 
24.4.1 Goot- en bouwhoogte
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.2.1 onder d en e ten behoeve van de goot- en bouwhoogte tot niet meer dan respectievelijk 6 m en 10 m. Hierbij moet worden voldaan aan de volgende bepalingen:
  1. De verhoging mag niet leiden tot een verstoring van het stedenbouwkundige beeld ter plaatse.
  2. De aanpassing mag niet leiden tot onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat (bijvoorbeeld lichtinval).
  3. Het bevoegd gezag kan voor de beoordeling van een aanvraag advies inwinnen bij onafhankelijke deskundigen.
24.5 Specifieke gebruiksregels
 
24.5.1 Algemeen
Voor aan-huis-verbonden beroepen en internetverkoop gelden de volgende bepalingen:
  1. De functie mag uitsluitend worden uitgeoefend door een bewoner van de woning.
  2. Het gebruik blijft in ruimtelijke en visuele zin ondergeschikt aan de woonfunctie.
  3. De bruto vloeroppervlakte benodigd voor het gebruik bedraagt niet meer dan 25% van de oppervlakte van de woning met een maximum van 25 m2.
  4. Het gebruik levert geen onevenredige hinder op voor de woonomgeving en doet geen onevenredige afbreuk aan het woonkarakter van de wijk.
  5. Het gebruik omvat geen verkeersaantrekkende activiteiten, die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van het verkeer, dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte.
24.5.2 Aan-huis-verbonden beroepen
In aanvulling op het bepaalde in lid 24.5.1 gelden voor aan-huis-verbonden beroepen de volgende bepalingen:
  1. Er mag geen sprake zijn van een bedrijf dat wordt aangemerkt als een inrichting in het kader van de Wet Milieubeheer.
  2. Er vindt geen detailhandel plaats, tenzij ondergeschikt aan en in direct verband met het aan-huis-verbonden beroep.
  3. Indien het aan-huis-verbonden beroep wordt uitgeoefend in een bijgebouw mag de afstand van het bijgebouw tot de woning niet meer bedragen dan 10 m.
24.5.3 Internetverkoop
In aanvulling op het bepaalde in lid 24.5.1 gelden voor internetverkoop de volgende bepalingen:
  1. Er mag geen showroom en/of verkoopruimte aanwezig zijn.
  2. Er mag geen uitstalling ten behoeve van verkoop plaatsvinden.
  3. Er mag geen mogelijkheid aan personen worden geboden voor het ter plaatse afhalen van goederen.
  4. Er mag geen mogelijkheid aan personen worden geboden voor het ter plaatse betalen van goederen.
  5. Indien de internetverkoop wordt uitgeoefend in een bijgebouw mag de afstand van het bijgebouw tot de woning niet meer bedragen dan 10 m.
24.5.4 Strijdig gebruik
Als gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval aangemerkt:
  1. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
  2. het gebruik van gronden en bouwwerken voor horeca;
  3. het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel, met uitzondering van detailhandel:
    1. bij aan-huis-verbonden beroepen, voor zover ondergeschikt aan en in direct verband met het aan-huis-verbonden beroep;
    2. door middel van internetverkoop;
  4. het opslaan van verpakte en onverpakte stoffen, materialen en goederen;
  5. het gebruik van gronden en bouwwerken voor enigerlei vorm van erotische dienstverlening.