Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ingevolge artikel 3.6 van de Wet op de ruimtelijke ordening teneinde overschrijdingen van de op de verbeelding aangegeven begrenzing toe te staan, mits:
de plantoelichting in acht wordt genomen;
de overschrijding niet meer bedraagt dan 5 meter.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ingevolge artikel 3.6 van de Wet op de ruimtelijke ordening voor het bouwen van kleine niet voor bewoning bestemde gebouwen ten openbare nutte, zoals gasregelstations, pompgebouwtjes en transformatiehuisjes, met een bebouwde oppervlakte van ten hoogste 50 m² en een goothoogte van ten hoogste 3,5 meter, mits bij de wijziging kan worden zorggedragen voor een zodanige situering van deze gebouwen, dat daarvan geen onevenredige invloed uitgaat op de omgeving.