Plan: | Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, Nederheide 1a te Schijf |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0840.9000B0022-DEF1 |
het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, Nederheide 1a te Schijf' met indentificatienummer NL.IMRO.0840.9000B0022-DEF1 van de gemeente Rucphen.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie, bestaande uit de kaart NL.IMRO.0840.9000B0022-ON01.
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is. Hieronder wordt niet begrepen de uitoefening van detailhandel en prostitutie.
het gebruik van (een gedeelte van) een gebouw voor het verrichten van werkzaamheden van dienstverlenende en/of ambachtelijke aard met als doel daaruit hoofd- of neveninkomsten te betrekken, waarbij geen sprake is van een zich als specifiek opgeleid persoon naar buiten presenterende beroepsbeoefenaar en waarvan de omvang in activiteiten zodanig is dat deze, met behoud van de woonfunctie in de woning en de bijbehorende bouwwerken kunnen worden uitgeoefend door de hoofdbewoners dan wel eigenaren van de woning en de bijbehorende bouwwerken. Gebruik mag niet leiden tot afbreuk en belemmering van gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bebouwing en geen belemmering opleveren voor de doorstroming van het verkeer op de openbare weg. De activiteit aan huis mag niet vergunningplichtig of meldingsplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer en daarop gebaseerde AMvB's. Er mogen geen buitenopslag of bedrijfs- of beroepsmatige activiteiten in de openbare ruimte rond de woning plaatsvinden, met uitzondering van in- en uitladen.
een bijgebouw bij een woning, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met die woning en waar een gedeelte van de huisvesting van één of meer personen, is ondergebracht.
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen of het houden van dieren, zijnde: een (vollegronds)teeltbedrijf, een veehouderij, een glastuinbouwbedrijf of een overig agrarisch bedrijf.
een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid.
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een kleinschalige overnachtingaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en kortdurend verblijf (maximumverblijfsduur zes aaneengesloten nachten) met het serveren van ontbijt. Een bed & breakfast is gevestigd in een woonhuis en wordt gerund door de eigenaren van het betreffende huis. Hieronder wordt niet verstaan een overnachting noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid. Aanverwante voorzieningen, zoals speeltuintjes, stallingen, detailhandel, horeca en dergelijke zijn niet toegestaan.
het aanbieden van overnachting, inclusief stalling en weidegang, gelieerd aan het verblijf in het kader van instructie op een gebruiksgerichte paardenhouderij. Het betreft overnachting in verblijfseenheden van beperkte omvang in een (deel van een) bedrijfsgebouw en voor kortdurend verblijf (maximum verblijfsduur zes aaneengesloten nachten).
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen.
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die dient voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk moet worden geacht.
gebied waar de ontwikkelingsmogelijkheden van veehouderijen zijn beperkt.
onder een beperkt kwetsbaar object worden verstaan:
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een bij een (bedrijfs)woning bijbehorende bouwwerken in de vorm van aan- en uitbouwen en bijgebouwen.
een op zich zelfstaand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
(deel van) een voormalig agrarisch gebouw dat wordt gebruikt voor recreatief nachtverblijf, waarbij wordt overnacht in kamers van beperkte omvang.
elk terrein waarop bosbouw wordt uitgeoefend, zijnde het geheel van bedrijfsmatig handelen en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van (één of meerdere van de functies) natuur, houtproductie, milieu (waaronder begrepen waterhuishouding), landschap en extensieve recreatie.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.
recreatief gebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en daarmee gelijk te stellen activiteiten (met inbegrip van rust- en picknickplaatsen met bijbehorend meubilair), dat geen specifiek beslag legt op de ruimte, behoudens ruimtebeslag door voet-, fiets- en ruiterpaden met wegbewijzering en rust- en picknickplaatsen met bijbehorend meubilair.
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
een (niet-grondgebonden) agrarisch bedrijf, waarin de productie geheel of in overwegende mate plaatsvindt in kassen of permanent aanwezige tunnels, met een hoogte van 1 m of meer.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven.
een bedrijf waarvan de activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit het geven van instructies in diverse disciplines aan derden met gebruik van paarden in eigendom van het bedrijf of eigen paarden, het bieden van huisvesting aan die paarden, het beoefenen van de paardensport, het organiseren van hippische evenementen en exploitatie van bijbehorende voorzieningen waaronder begrepen een kantine of soortgelijke ondersteunende horecavoorziening.
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.
een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en waarbij de productie (nagenoeg) niet afhankelijk is van de bij het bedrijf behorende agrarische grond als productiemiddel en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen.
verblijfslokaal waar men consumpties kan kopen en nuttigen.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen/het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het afnemers niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
onder een kwetsbaar object worden verstaan:
het inpassen van een gebouw of een gebruik in het landschap, waarbij afstemming plaatsvindt op de structuur van het landschap door middel van de architectuur van het gebouw en/of de aanplant van gebiedseigen beplanting.
een bedrijf waarbij de activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit het geven van instructie in diverse disciplines aan derden met gebruik van paarden in eigendom van het bedrijf of aan derden met eigen paarden en het bieden van huisvesting aan die paarden, inclusief ondersteunende horeca.
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
een activiteit die als ondergeschikte functie bij het bedrijf kan worden uitgevoerd om daarmee inkomsten voor het bedrijf te genereren.
een agrarisch bedrijf gericht op het houden van melk- en ander vee waarbij de productie (nagenoeg) geheel afhankelijk is van de bij het bedrijf behorende agrarische grond als productiemiddel.
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten in lijn met de bestemming dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt gehandhaafd.
een activiteit van zeer beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang zodat de functie waaraan zij wordt toegevoegd, qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie herkenbaar blijft.
agrarisch bedrijf dat niet binnen de begripsbepaling van veehouderij, (vollegronds)teeltbedrijf of glastuinbouw valt, nader te onderscheiden in productiegerichte paardenhouderij en overige agrarische bedrijven zoals witloftrekkerijen, champignonkwekerijen, wormenkwekerijen en aquacultuur.
een niet overdekt en al dan niet omsloten terrein, voorzien van een bewerkte/aangepaste bodem, voor het africhten, trainen en berijden van paarden en het anderszins beoefenen van de paardensport.
bewoning door een persoon of door groepen van personen van een voor recreatieve bewoning bedoelde ruimte als hoofdverblijf dan wel vaste woon- of verblijfplaats.
een bedrijf uitsluitend of in hoofdzaak gericht op het voortbrengen van producten door middel van het houden van paarden dan wel een bedrijf dat is gericht op het africhten, opleiden, trainen alsmede het opvangen en stallen van paarden en/of pony's al dan niet in combinatie met het fokken van paarden en/of pony's. Voorbeelden van productiegerichte paardenhouderijen zijn: een paardenfokkerij, hengsten- en/of merriehouderij, paardenmelkerij met daaraan ondergeschikt een africhtingsstal, trainingsstal, handelsstal, stalhouderij en/of pensionstalling. Tevens is als ondergeschikte nevenactiviteit het geven van lessen en/of het verzorgen van instructies toegestaan. Het exploiteren van een manege is niet toegestaan.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
een voorziening in, op of boven de grond die door de agrarische bedrijven met plantaardige teelten wordt gebruikt om de volgende doelen na te streven:
Voorbeelden van teeltondersteunende voorzieningen zijn: aardbeientafels, afdekfolies, antiworteldoek, boomteelthekken, hagelnetten, insectengaas, plastic tunnels, ondersteunende kas, schaduwhallen en vraatnetten.
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven.
agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en/of pelsdieren, nader te onderscheiden in intensieve veehouderij en niet intensieve veehouderij.
agrarisch bedrijf in de land- en tuinbouwsector dat zich richt op het telen van gewassen met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt.
de denkbeeldige lijn, evenwijdig aan de as van de weg waaraan gebouwd wordt, op een afstand van de weg die:
gebieden die integraal onderdeel uitmaken van het watersysteem en die periodiek vanuit het oppervlaktewatersysteem kunnen overstromen.
voorzieningen die het waterhuishoudingsbelang dienen, zoals waterlopen en watergangen, waterstaatkundige kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van watergangen en dergelijke.
een constructie, geen gebouw of bouwwerk zijnde.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
een te verplaatsen/verwijderen bouwwerk bestaande uit één bouwlaag, geschikt en ingericht ten dienste van het woon-, dag-, of nachtverblijf van één of meer personen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
van gebouwen onderling, alsmede afstanden van gebouwen tot de bouwperceelsgrens worden gemeten vanaf de gevel van een gebouw.
door de oppervlakten van alle op een terrein gelegen gebouwen en overkappingen bij elkaar op te tellen, tenzij in deze regels anders is bepaald.
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en de zijgevel van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot dan wel de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of tot het hart van de scheidingsmuren, met dien verstande dat wanneer de betreffende gevelvlakken niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste maat.
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de verbeelding en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 3.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Uitsluitend de volgende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en/of gebouwen mogen worden opgericht:
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 4.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht. Daarnaast gelden de onder sub a tot en met sub c specifieke regels.
Bedrijfsgebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bedrijfswoningen met bijbehorende bouwwerken mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - paardenbak' mogen geen gebouwen worden opgericht.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - paardenbak' mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht ten dienste van een paardenbak met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 sub a onder a en b en sub b onder a en b voor het overschrijden voor de maximale goot- en bouwhoogtemaat met maximaal 1 m.
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - gebruiksgerichte paardenhouderij' is het gebruiken en het (doen) laten gebruiken van de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden alleen toegestaan, indien de landschappelijke inpassing binnen maximaal 12 maanden na het onherroepelijk worden van het plan is aangelegd conform het inrichtingsplan en aldus in stand wordt gehouden. Onder inrichtingsplan wordt in deze planregels verstaan het inrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 1.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.4.1 sub b voor de opslag van goederen en materialen op onbebouwde gronden tot op de bouwperceelsgrens.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 juncto lid 4.4.1 onder f voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 juncto lid 4.4.1 onder g voor de uitoefening van beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten in de woning en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 4.4.2, teneinde een alternatieve landschappelijke inpassing dan zoals opgenomen in Bijlage 1 toe te staan, mits een vergelijkbare kwalitatieve staat van landschappelijke inrichting wordt bereikt. Hiertoe wordt een door het bevoegd gezag goed te keuren landschappelijk inpassingsplan overlegd.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Het is verboden om op deze gronden te bouwen.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 5.1.1 onder a, teneinde een alternatieve landschappelijke inpassing dan zoals opgenomen in Bijlage 1 toe te staan, mits een vergelijkbare kwalitatieve staat van landschappelijke inrichting wordt bereikt. Hiertoe wordt een door het bevoegd gezag goed te keuren landschappelijk inpassingsplan overlegd.
De voor 'Waarde - Ecologie - ecologische hoofdstructuur' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
alsmede voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 6.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, met dien verstande dat geen aantoonbare onevenredige aantasting plaatsvindt van de ecologische hoofdstructuur.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 6.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 6.4.1 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend, nadat:
De voor 'Waarde - Ecologie - verbindingszone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de verwezenlijking, het behoud en het beheer van een ecologische verbindingszone in de vorm van stroken met beplanting en/of water, oevers en moeras ten behoeve van de ecologische infrastructuur met de bijbehorende natuur-, ecologische en hydrologische waarden. Ondergeschikt hieraan is tevens extensieve recreatie mogelijk.
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 7.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.1 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, met dien verstande dat het gebied niet minder geschikt wordt voor de verwezenlijking, het behoud en het beheer van een ecologische verbindingszone.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 7.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 7.4.1 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend, nadat:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Deze bepaling strekt tot de bescherming van de geluidszone rondom lokale en interlokale wegen.
Voor de geluidsgevoelige bebouwing van de naast wegen gelegen gronden dient in ieder geval een afstand van 15 m uit de as van de weg in acht te worden genomen.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.1.2 voor het toestaan van een kortere afstand tot de weg, met dien verstande dat de verkeersveiligheid blijft gewaarborgd en het geen geluidsgevoelige objecten betreft in het kader waarvan voldaan moet worden aan de geluidsnormen voor nieuwe geluidgevoelige objecten uit de Wet geluidhinder.
In hoofdstuk 2 zijn afstandsbepalingen tot de as van de weg opgenomen ter bescherming van de verkeersveiligheid.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 voor het toestaan van een kortere afstand tot de weg, met dien verstande dat de verkeersveiligheid blijft gewaarborgd.
Bouwdelen als plinten, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, portalen, balkons en overstekende daken, worden bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning, met inachtneming van de regels vervat in hoofdstuk 2, nadere eisen te stellen ten aanzien van:
De in lid 9.4.1 bedoelde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gronden, gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in verband met calamiteiten.
Het is verboden de in hoofdstuk 2 bedoelde gronden en bouwwerken:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - archeologische verwachtingswaarde hoog' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming en veiligstelling van hoge archeologische verwachtingswaarden.
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de aangegeven aanduidingen, ten dienste van de in lid 11.1.1 genoemde bestemmingen geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht.
Ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende regels, slechts worden gebouwd, indien de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op:
Het bevoegd gezag kan door middel van omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.1.2 sub b, waarbij werkzaamheden plaatsvinden op een oppervlak groter dan 100 m² en dieper dan 0,5 m, met dien verstande dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 11.1.3 sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden:
Het in lid 11.1.3 sub a opgenomen verbod geldt evenmin wanneer kan worden aangetoond dat de grond zodanig is verstoord en geroerd door werkzaamheden dat deze niet omgevingsvergunningplichtig zijn tot de diepte waar de verstoring heeft plaatsgevonden.
De aanvrager van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 11.1.3 onder a legt een in lid 11.1.2 sub c onder a bedoeld rapport over waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord is vastgesteld.
Het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in lid 11.1.2 genoegzaam blijkt dat:
In de situatie als bedoeld in lid 11.1.3 onder d, sub b kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden aan de omgevingsvergunning verbinden:
Indien lid 11.1.3 sub e van toepassing is, wordt in de omgevingsvergunning geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werkzaamheden of werken.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de als 'overige zone - archeologische verwachtingswaarde hoog' aangeduide gronden te wijzigen door de ligging van deze aanduiding te wijzigen, indien het op grond van nader archeologisch onderzoek noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in verdere bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de als 'overige zone - archeologische verwachtingswaarde hoog' aangeduide gronden te wijzigen door deze aanduiding geheel of gedeeltelijk van de kaart te verwijderen, met dien verstande dat:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beperkingen veehouderij' zijn, behalve voor de aldaar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van natuur en woonconcentraties door het stellen van regels met betrekking tot de ontwikkelingsmogelijkheden van de niet- intensieve veehouderij en de intensieve veehouderij.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - reserveringsgebied waterberging' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor het behoud van het waterbergend vermogen van dat gebied.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het radarverstoringsgebied van Vliegbasis Woensdrecht en radarstation Herwijnen teneinde de verstoring van het radarbeeld te voorkomen.
In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 mogen geen bouwwerken worden opgericht:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.4.2 voor het bouwen overeenkomstig het bepaalde in de andere bestemmingen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:
met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de regels in het plan te wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met dien verstande dat:
Bij toepassing van de nadere eisen regeling, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Overtreding van het bepaalde in artikel 10 is een economisch delict in de zin van artikel 1a, sub 2° van de Wet op de economische delicten en als zodanig strafbaar op grond van deze wet.
Indien afstanden op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer dan wel minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen de bestaande afstanden als maximaal respectievelijk minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
In die gevallen dat hoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande gebouwen en bestaande bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer of minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen de bestaande maten en hoeveelheden als maximaal respectievelijk minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, Nederheide 1a te Schijf".