direct naar inhoud van 1.2 Planherziening
Plan: Bedrijventerrein Nijverhei 2009, 2e herziening
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0840.7001V0005-VO01

1.2 Planherziening

1.2.1 Afbuigen aansluiting Industriestraat / Kozijnenhoek

Analyse

Achtergrond

In 2008 is een revitalisering van de wegenstructuur doorgevoerd. De Industriestraat is daarbij omgevormd tot een belangrijke ontsluitingsweg voor het bedrijventerrein. Daarnaast is onder meer de Korte Hei opnieuw aangelegd. De Lange Hei heeft een doorgaande verbinding gekregen tussen de Kerkeheidestraat en de Korte Hei.

Het sluitstuk voor de verbeteringen van de infrastructuur is het aanpassen van de aansluiting Kozijnenhoek - Industriestraat. Voorgenomen is de Industriestraat verkeersveilig te laten aansluiten op de Kozijnenhoek.

Bestaande situatie

afbeelding "i_NL.IMRO.0840.7001V0005-VO01_0001.jpg"

Figuur 1.1. Bestaande situatie (bron: Bingmaps)

De huidige situatie laat zich als volgt beschrijven.

  • De Industriestraat sluit, door middel van een bochtconstructie haaks aan op de Kozijnenhoek. De Kozijnenhoek betreft een voorrangsweg.
  • Langs de Kozijnenhoek ligt een vrijliggend fietspad in twee richtingen.
  • Verkeer op de Industriestraat wordt gemengd afgewikkeld.

Beoogd tracé

Beoogd is de situatie als volgt te wijzigen (zie ook figuur 1.2).

  • De Industriestraat wordt een voorrangsweg. Deze weg krijgt vanuit het zuiden een vloeiend verloop naar het noorden en vervolgt daarna de Kozijnenhoek oostwaarts.
  • De Kozijnenhoek wordt door middel van een flauwe bocht haaks aangesloten op het nieuwe tracé van de Industriestraat.
  • Het westelijk deel van de Kozijnenhoek wordt daarmee ten opzichte van de Industriestraat ondergeschikt. Ook de voorrangssituatie wordt gewijzigd.
  • Als gevolg van het aanpassen van het tracé (met naastliggend fietspad) worden ook de omliggende bedrijfskavels in het voorzieningencluster enigszins aangepast.

afbeelding "i_NL.IMRO.0840.7001V0005-VO01_0002.jpg"

Figuur 1.2. Beoogde aansluiting

Akoestisch onderzoek

Kader

Bij het mogelijk maken van het wijzigen van de infrastructuur moet voldaan worden aan de wettelijke normen van de Wet geluidhinder (hierna: Wgh). In het kader van de Wgh is bij de voorgestane fysieke wijzigingen aan een weg met aanliggende geluidgevoelige bestemmingen (zoals woningen) akoestisch onderzoek vereist. In de directe omgeving van de fysieke wijzigingen aan de Kozijnenhoek bevinden zich geluidsgevoelige bestemmingen (woningen aan de Sporthei), zodat akoestisch onderzoek conform de Wgh vereist is.

Onderzoek

Door RBOI is onderzoek verricht naar geluidhinder (zie bijlage 1). In het onderzoek is de wijziging ten aanzien van de aansluiting Kozijnenhoek – Industriestraat onderzocht. Daarbij is voor wat betreft de invoergegevens voor de huidige en toekomstige situatie rekening gehouden met de mogelijke aanleg van:

  • de verlengde Vosdonkseweg;
  • het doortrekken van de Helakkerstraat richting de Bernhardstraat.

Het voorliggende bestemmingsplan heeft echter geen betrekking op het doortrekken van de bovengenoemde wegen en omvat uitsluitend het verbeteren van de aansluiting Kozijnenhoek - Industriestraat.

Resultaten

De realisering ten aanzien van de wijziging aansluiting Kozijnenhoek - Industriestraat leidt niet tot reconstructiesituaties in de zin van de Wet geluidhinder (toename afgerond 2 dB of meer). Er wordt voldaan aan de eisen vanuit de Wet geluidhinder. Het vaststellen van een hogere grenswaarde wegverkeerslawaai kan achterwege blijven.

Watertoets

Toetsingskader

Het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.1.1. Bro) schrijft voor dat gemeenten het waterschap betrekken bij de voorbereiding van ruimtelijke plannen. De voorliggende tekst vormt de schriftelijke weerslag van de watertoets.

Onderzoek

De voorliggende waterparagraaf wordt door de gemeente in concept toegezonden aan het Waterschap Brabantse Delta voor een reactie. De reactie is in voorliggende paragraaf verwerkt. Het wateradvies wordt te zijner tijd in de bijlage opgenomen:

  • in het plangebied vinden geen ingrijpende wijzigingen plaats op het gebied van de waterhuishouding;
  • het in stand houden van een goed functionerend rioolstelsel is uitgangspunt van het gemeentelijk rioleringsplan. Bij de aanpassingen van de aansluiting van de weg wordt rekening gehouden met de aanleg van een goed rioleringsstelsel.
  • het huidige rioolstelsel voldoet aan de eisen, die door ondermeer het Waterschap Brabantse Delta, aan een dergelijk rioolsysteem worden gesteld.
  • Indien mogelijk wordt zoveel mogelijk aangesloten op gescheiden systemen. Bij de toepassing daarvan wordt relatief schoon regenwater niet via het riool afgevoerd naar de waterzuiveringsinstallatie, maar al dan niet middels voorzieningen direct geïnfiltreerd in de bodem. In voorkomende gevallen wordt in overleg met het Waterschap Brabantse Delta bekeken of door middel van het realiseren van aanvullende voorzieningen (zoals infiltratievoorzieningen) de afvoer van afvalwater naar de rioolzuiveringsinstallatie kan worden beperkt. Dit is tevens ter voorkoming van verdroging;
  • De toename van de verharding is als totaal afgewogen in het basisplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009. In het voorliggende plan wordt een aanpassing van de ontsluiting, en daarmee samenhangend, van de begrenzing van kadastrale percelen voorzien. Ook is voorzien in bermsloten langs de weg. In totaliteit is geen sprake van een significante toename van de verharding.

Conclusie

Het bestemmingsplan is niet in strijd met het waterschapsbelang.

Aanpassing bestemmingsplan

Het bestemmingsplan wordt als volgt herzien.

  • De bestemmingsgrens van de bestemming Verkeer wordt aangepast overeenkomstig het beoogde ontwerp van de weg. De bestemming Gemengd - 1 wordt aan de noord- en westzijde iets verkleind.

1.2.2 Gewijzigde opzet verkaveling

Analyse

Tussen de Kozijnenhoek, Industriestraat, Helakkerstraat is in het geldende bestemmingsplan bedrijventerrein Nijverhei 2009 de realisering van het voorzieningencluster Kozijnenhoek voorzien. Nu is dit gebied bouwrijp gemaakt en worden de kavels uitgegeven.

Bij de realisering van het voorzieningencluster is bij aanleg van de groenstrook tussen de bestemmingen Bedrijf en Gemengd - 1 de begrenzing van de kavels en de groenstrook op ondergeschikte onderdelen gewijzigd. In het vastgestelde bestemmingsplan heeft de groenstrook een vloeiende, lichtgebogen structuur (zie afbeelding 2.1). De groenstructuur heeft nu een op de (bedrijfs)kavels afgestemde efficiëntere begrenzing gekregen (zie afbeelding 2.2). In samenhang hiermee zijn ook de omliggende bestemmingsvlakken en bouwvlakken aangepast.

afbeelding "i_NL.IMRO.0840.7001V0005-VO01_0003.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0840.7001V0005-VO01_0004.jpg"  
Afbeelding 2.1

gebogen groenstrook  
Afbeelding 2.2

rechtgetrokken groenstrook, voorzieningen cluster, bedrijfsbestemming en verkeersbestemming.  

Aanpassing bestemmingsplan

De volgende aanpassing wordt doorgevoerd.

  • De bestemmingen Bedrijf, Groen, Gemengd -1, en Verkeer zijn afsgestemd op de gerealiseerde situatie.

1.2.3 Verduidelijking begrip bijgebouw

Analyse

In de regels is onder 1.25 het begrip Bijgebouw opgenomen:

"1.25 Bijgebouw:

een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw."

Dit begrip leidt in de regels tot onduidelijkheden, omdat in het basisplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009 in de artikelen gesproken wordt over niet-vrijstaande bijgebouwen. Het betreft de artikelen:

  • 5.2.2 sub e; hierin wordt de breedte van een met de werkwoning verbonden bijgebouw vastgelegd;
  • 5.2.2 sub g; in dit lid wordt de maximale diepte van een woning en een aangebouwd bijgebouw bepaald;
  • 9.2.1 sub e; hierin wordt de minimale en maximale breedte van een hoofdgebouw vastgelegd, waarbij is bepaald dat aangebouwde bijgebouwen en aan- en uitbouwen niet mee worden gerekend; en
  • 9.2.2 sub d; in dit lid is de maximale diepte van een woning en een daarmee verbonden bijgebouw vastgelegd.

Op basis van het aangehaalde begrip 1.25 voor bijgebouwen kunnen aangebouwde bijgebouwen en met het hoofdgebouw verbonden bijgebouwen niet worden gerealiseerd. In die situaties zijn bijgebouwen namelijk niet vrijstaand. Deze juridisch-planologische situatie is niet wenselijk.

De gemeente is daarom van mening dat een herziening van het begrip bijgebouw noodzakelijk is. Voorgestaan wordt het begrip Bijgebouw zoals dat in recente plannen is opgenomen te hanteren. Door middel van de voorliggende herziening wordt het begrip Bijgebouw daarom als volgt herzien.

"1.25 Bijgebouw

een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw en door zijn ligging, functie, constructie of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw."

De regelingen in artikel 5 en artikel 9 zoals aangehaald, behoeven daarmee geen aanpassingen.

Aanpassing bestemmingsplan

In de regels wordt het geldende begrip 1.25 Bijgebouw vervangen door het volgende.

  • 1.25 Bijgebouw
    een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw en door zijn ligging, functie, constructie of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.2.4 Verduidelijking bouwregels met betrekking tot inhoud en oppervlakte van (bedrijfs) woningen

In het geldende bestemmingsplan is het maximaal bewoonbaar vloeroppervlak (200 m²) en de inhoud (750 m³) vastgelegd voor bedrijfswoningen en (werk)woningen in de artikelen:

  • 3.2.1 sub f;
  • 5.2.1 sub g;
  • 9.2.1 sub c.

In de regels is onder lid 1.6 het begrip aan- of uitbouw opgenomen:

1.6 Aan- of uitbouw
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.

Bij toepassing van het bestemmingsplan Nijverhei 2009 is op basis van de regels en het aangehaalde begrip onvoldoende duidelijk of aan- en uitbouwen zijn inbegrepen bij het maximaal toelaatbaar bewoonbaar vloeroppervlak en de inhoud van bedrijfswoningen en (werk)woningen. De gemeente wenst hiervoor een eenduidige regeling.

In meer recente plannen van de gemeente wordt voor aan- of uitbouwen het volgende begrip gehanteerd:

"Aan- of uitbouw

een uit de gevel springend, in architectonisch opzicht ondergeschikt deel van een hoofdgebouw dat door de indeling en inrichting is bestemd hoofdzakelijk te worden gebruikt overeenkomstig het gebruik van het hoofdgebouw".

In dit begrip wordt een duidelijke relatie gelegd met het beoogde gebruik van de aan- of uitbouw. Bij toepassing van de vorengenoemde formulering op de geldende regelingen voor het maximaal toelaatbaar bewoonbaar vloeroppervlak en de inhoud, wordt duidelijk dat deze maatvoeringen in die situatie inclusief aan - en uitbouwen moet worden uitgelegd. De gemeente wenst om deze reden het bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009 op dit punt te herzien.

Door middel van de voorliggende herziening wordt het geldende begrip 1.6 Aan- en uitbouwen vervangen door het voorstaande begrip. Eventuele onduidelijkheden met betrekking tot dit aspect worden daarmee voorkomen.

Aanpassing bestemmingsplan

In de regels wordt het geldende begrip aan- of uitbouw vervangen door het volgende:

  • 1.6 Aan- of uitbouw
    een uit de gevel springend, in architectonisch opzicht ondergeschikt deel van een hoofdgebouw dat door de indeling en inrichting is bestemd hoofdzakelijk te worden gebruikt overeenkomstig het gebruik van het hoofdgebouw.