Plan: | Hooghei II |
---|---|
Status: | voorontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0840.2585KO001-VO01 |
Om inzicht te krijgen in de ecologische situatie van het plangebied is er een flora- en faunascan uitgevoerd. In deze paragraaf zijn de belangrijkste conclusies en aandachtspunten uit dit onderzoek beschreven. Op basis van actuele informatie, nieuwe inventarisatiegegevens en aanvullend veldbezoek kan het volgende worden geconcludeerd en geadviseerd:
De uitvoerder van het project is verplicht conform de Flora- en faunawet de bijbehorende zorgplicht (artikel 2 lid 1 en 2) toe te passen. Daartoe wordt het volgende geadviseerd:
In het plangebied Hooghei II is een houtwal gelegen. Er wordt naar gestreefd deze houtwal deels te behouden. Hiervoor is inzicht nodig in de kwaliteit en toekomstwaarde van deze houtwal. Hiernaar is onderzoek gedaan (Boom Effect Analyse, Hooghei II te Zegge, 173820.ehv.211.R001.revisie 01, dd 6 oktober 2010). Een van de zes bomen uit de bomenrij van de houtwal heeft een lage toekomstwaarde en dient om veilgheidsredenen verwijderd te worden. Deze boom zal worden gecompenseerd. Compensatie vindt plaats buiten de houtwal. Tevens zullen er nog drie bomen worden geplant in lijn met de houtwal.
Zoals uit de natuurscan is gebleken fungeert de houtwal mogelijk als foerageergebied voor vleermuizen. Omdat een deel van de houtwal wordt gekapt is onderzoek verricht naar de functie van deze houtwal.
Uit het onderzoek blijkt dat de bestaande houtwal in het plangebied geen functioneel element vormt als migratieroute voor vleermuizen. Daarnaast is de verwachting dat met de voorgenomen kapwerkzaamheden geen afbreuk worden gedaan aan de functionaliteit van de houtwal als foerageergebied voor onder andere de Gewone dwergvleermuis. Tot slot is er in de directe omgeving van het plangebied voldoende geschikt foerageergebied aanwezig, waardoor er geen negatieve effecten op het aanbod wordt verwacht. Het verwijderen van een deel van de houtwal is derhalve niet in strijd met de Flora- en faunawet. Er wordt geen noodzaak gezien voor het uitvoeren van verder onderzoek.