direct naar inhoud van 4.5 Flora en fauna
Plan: Hooghei II
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0840.2585KO001-VO01

4.5 Flora en fauna

Om inzicht te krijgen in de ecologische situatie van het plangebied is er een flora- en faunascan uitgevoerd. In deze paragraaf zijn de belangrijkste conclusies en aandachtspunten uit dit onderzoek beschreven. Op basis van actuele informatie, nieuwe inventarisatiegegevens en aanvullend veldbezoek kan het volgende worden geconcludeerd en geadviseerd:

  • Het plangebied Hooghei is geen onderdeel van gebieden die zijn begrensd in de Habitat- en/of Vogelrichtlijn (Natura 2000) en heeft ook geen effect op het dichtstbijzijnde Natura 2000 gebied. Er hoeft geen voortoets te worden gedaan.
  • Het plangebied Hooghei maakt geen deel uit van de EHS of GHS. Er hoeft ten aanzien van EHS/GHS geen natuurcompensatieplan te worden opgesteld.
  • In het plangebied komen geen beschermde plantensoorten voor;
  • In het plangebied komen geen jaarrond beschermde vaste rust- en verblijfplaatsen van broedvogels voor;
  • In het plangebied komen geen beschermde grondgebonden zoogdieren voor;
  • In het plangebied zijn geen vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen aangetroffen;
  • De houtwal aan de rand van het plangebied is mogelijk in gebruik als migratieroute van vleermuizen;
  • In het plangebied komen geen beschermde amfibieën, reptielen, vissen of overige soorten voor;
  • De houtwal omvat minder dan 10 are en valt daarmee buiten de Boswet.In het kader van de boswet is er geen aanvraag voor een kapvergunning nodig. Wel dient in het kader van APV een kapvergunning te worden aangevraagd.

De uitvoerder van het project is verplicht conform de Flora- en faunawet de bijbehorende zorgplicht (artikel 2 lid 1 en 2) toe te passen. Daartoe wordt het volgende geadviseerd:

  • Tijdens de werkzaamheden dient te worden gehouden aan de gedragscode van de Unie van waterschappen en Bouwend Nederland. Binnen deze gedragscodes wordt onder andere aangegeven dat bij de planning van de werkzaamheden rekening gehouden dient te worden met het broedseizoen van vogels (15 maart-15 juli). Eventuele velling van de bomen in de houtwal dient buiten deze periode te gebeuren.
  • Volgens de gedragscode dient ook de meest gunstige periode ten aanzien van vissen en amfibieën aangehouden (half juli t/m oktober) ten aanzien van het dempen / vergraven van watergangen. Men moet dan onder andere het werk laten begeleiden door een gekwalificeerde ecoloog en ontsnappingsmogelijkheden creëren voor vissen.
  • Het is niet uit te sluiten dat de houtwal deel uitmaakt van een migratieroute voor vleermuizen. Indien de houtwal gekapt wordt dient er nader onderzoek gedaan te worden naar de functie als migratieroute voor vleermuizen.
  • Werkzaamheden dienen buiten het broedseizoen van vogels uitgevoerd te worden.
4.5.1 Kwaliteit houtwal

In het plangebied Hooghei II is een houtwal gelegen. Er wordt naar gestreefd deze houtwal deels te behouden. Hiervoor is inzicht nodig in de kwaliteit en toekomstwaarde van deze houtwal. Hiernaar is onderzoek gedaan (Boom Effect Analyse, Hooghei II te Zegge, 173820.ehv.211.R001.revisie 01, dd 6 oktober 2010). Een van de zes bomen uit de bomenrij van de houtwal heeft een lage toekomstwaarde en dient om veilgheidsredenen verwijderd te worden. Deze boom zal worden gecompenseerd. Compensatie vindt plaats buiten de houtwal. Tevens zullen er nog drie bomen worden geplant in lijn met de houtwal.

4.5.2 Houtwal en vleermuizen

Zoals uit de natuurscan is gebleken fungeert de houtwal mogelijk als foerageergebied voor vleermuizen. Omdat een deel van de houtwal wordt gekapt is onderzoek verricht naar de functie van deze houtwal.

Uit het onderzoek blijkt dat de bestaande houtwal in het plangebied geen functioneel element vormt als migratieroute voor vleermuizen. Daarnaast is de verwachting dat met de voorgenomen kapwerkzaamheden geen afbreuk worden gedaan aan de functionaliteit van de houtwal als foerageergebied voor onder andere de Gewone dwergvleermuis. Tot slot is er in de directe omgeving van het plangebied voldoende geschikt foerageergebied aanwezig, waardoor er geen negatieve effecten op het aanbod wordt verwacht. Het verwijderen van een deel van de houtwal is derhalve niet in strijd met de Flora- en faunawet. Er wordt geen noodzaak gezien voor het uitvoeren van verder onderzoek.