3.4 Conclusie
Op basis van de voorgaande paragrafen wordt het volgende geconcludeerd.
Rijksbeleid
- Het project voldoet aan de Nota Ruimte.
- Het project houdt rekening met de Boswet. Met gemeente wordt een overeenkomst gesloten voor het te compenseren bos.
Provinciaal beleid
- Het project voldoet aan de Interim Structuurvisie.
- Voldaan wordt aan de uitgangspunten van het Uitwerkingsplan.
- Het project voldoet aan de provinciale ruimtelijke verordening.
Gemeentelijk beleid
- Voldaan wordt aan de structuurvisie plus.
- Het project past binnen het structuurplan binnentuin.
- De welstandsnota vormt geen belemmering voor het project.
- Binnen het uitvoeringskader van het visiedocument groenbeleid en het groenstructuurplan is het project uitvoerbaar.
Realisering van het project is binnen de geldende beleidskaders mogelijk. Uitsluitend het geldende bestemmingsplan voorziet niet in mogelijkheden voor realisering van de uitbreiding. Het opstellen van een nieuw bestemmingsplan, toegesneden op de ontwikkeling, is daarom noodzakelijk.
- De uitbreiding wordt aangesloten bij de huidige accommodatie in een context waar bovendien al verschillende recreatieve voorzieningen zijn gesitueerd. Voor realisering van het project is aandacht besteed aan de onderste lagen. Er is hiermee sprake van zuinig ruimtegebruik binnen bestaand stedelijk gebied.
- Gezien de aard en omvang van het project heeft de uitbreiding van de schietbaan slechts een beperkte ruimtelijke impact op de omgeving. Het groen dat wordt gekapt wordt gecompenseerd, hetgeen is geborgd in een overeenkomst.
- De uitbreiding van de schietvereniging vindt plaats aansluitend aan de bestaande accommodatie. De recreatieve voorzieningen blijven daarmee geconcentreerd. De huidige recreatieve functie van de accommodatie wordt verder versterkt.
- De gebiedsgerichte criteria uit de welstandsnota zijn toegepast en vormen geen belemmeringen voor de uitbreiding van de schietaccommodatie.
- De accommodatie wordt voorzien van aarden wallen met lage beplanting voor een goede landschappelijke inpassing. Verdere landschappelijke inpassing vindt plaats door lage hagen en overige lage beplanting, waarmee de sociale veiligheid niet wordt geschaad.