direct naar inhoud van 4.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Bebouwde kom Rucphen, Jan Vermeerstraat ongenummerd naast 17
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0840.2581K0019-VO01

4.4 Gemeentelijk beleid

4.4.1 Structuurvisie-plus Rucphen

Op 25 september 2003 is door de raad van de gemeente de Structuurvisie-Plus vastgesteld. In deze structuurvisie wordt nadrukkelijk geen eindbeeld gegeven, maar er wordt ingezet om samen met de gemeenschap tot een toekomstbeeld te komen. De structuurvisie-Plus bestaat uit twee delen:

  • Deel I, Visie, ambitie en programma;
  • Deel II, Verantwoording.

De gemeente werkt vanuit vier strategieën; een rode, een blauwe, een gele en een groene strategie. De rode strategie staat voor de ontwikkeling tussen de stedelijke gebieden van Etten-Leur en Roosendaal, terwijl de groene strategie ingaat tussen het verbinden van de groene gebieden ten noorden en ten zuiden van de A58. De blauwe strategie gaat over de waterstrategie en het landbouwbeleid wordt omschreven in de gele strategie. De kern Rucphen heeft relatief weinig inbreidingslocaties. Vanwege de landschappelijke kwaliteiten aan de zuidrand van Rucphen, is uitbreiding in zuidwaartse richting niet gewenst. Zowel west-als noordwaarts zijn landschappelijk gezien deze belemmeringen er minder en kan uitbreiding in deze richting leiden tot een betere afronding van de kern. Ook uitbreiding richting de kernen Sint Willebrord en Sprundel behoort zeker tot de mogelijkheden. Uitbreiding in deze richting betekent dat de kernen naar elkaar toe groeien en het buitengebied in eerste instantie niet wordt aangetast. Door het inrichten van een groen parkachtig binnengebied is het mogelijk deze kernen met elkaar te verbinden.

De woningbouwontwikkeling aan de Jan Vermeerstraat is aan de noord/noordwest zijde van de kern Rucphen. Hoewel gelegen tegen de rand van de kern, is onderhavige ontwikkeling een vorm van inbreiding. Inbreiding heeft voorrang boven uitbreiding. Zodoende kan geconcludeerd worden dat de ontwikkeling past binnen de uitgangspunten van de Structuurvisie-Plus.

4.4.2 Structuurplan Binnentuin

In 2008 is een structuurplan Binnentuin vastgesteld. In dit structuurplan is de gewenste ruimtelijke ontwikkeling in hoofdlijnen voor het tussen de dorpen Rucphen, St. Willebrord en Sprundel gelegen gebied beschreven en in beeld gebracht. Het voorliggende plangebied is gelegen tegen het deelgebied "Rucphen-Achterhoek". Dit woongebied kan worden benut voor de ontwikkeling van woongebied voor de kern Rucphen.

4.4.3 Welstandsnota 2011

In het kader van de Woningwet heeft de gemeente een welstandsnota opgesteld met daarin criteria in het belang van een aantrekkelijke gebouwde omgeving. De welstandsnota is in 2011 herzien en op 15 december 2011 door de gemeenteraad vastgesteld.

De bebouwing in het historische dorpsgebied en de linten is in Rucphen het meest waardevol en daarom is op deze gebieden welstandsniveau 2 (regulier) van toepassing. De bebouwing vertelt over de ontwikkelingsgeschiedenis van het dorp. Het welstandstoezicht is gericht op de individuele uitstraling van de bebouwing. Wijzigingen en toevoegingen moeten passen bij de architectuur van de betreffende individuele woning. Voor de gemengde en thematische woongebieden geldt een soepel welstandsbeleid. De verkaveling van de veelal planmatig ontworpen woongebieden heeft een sterke structuur die variatie in bebouwing kan verdragen. Het is van belang dat een balans gevonden wordt tussen levendigheid en chaos. Er zijn twee welstandsvrije gebieden in Rucphen aanwezig. Het betreft de individuele woongebieden Achterhoeksestraat en Gastelseweg. De variatie van de individuele bebouwing in een groene setting is bepalend voor het straatbeeld. Door de ruime en groene opzet zijn er mogelijkheden voor verdere individuele ontwikkeling.

afbeelding "i_NL.IMRO.0840.2581K0019-VO01_0010.png"

Gebiedsindeling uit Welstandsnoa

afbeelding "i_NL.IMRO.0840.2581K0019-VO01_0011.png"

Welstandsniveaus uit welstandsnota

Het plangebied valt in het laatstgenoemde gebied "Individuele woningbouw Achterhoeksestraat" en heeft een "welstandsniveau 4". Dit betekent dat het plangebied welstandsvrij is.

4.4.4 Woonvisie 2008-2012

Deze woonvisie is opgesteld als een update van de woonvisie 2005-2010 en behoud het zelfde thema: Kiezen voor een vitale gemeente. De update is interactief tot stand gekomen door het organiseren van een woonforum. Aan dit woonforum hebben brede selectie van partijen meegedaan om zo tot een goed advies te komen.

De woonvisie heeft drie speerpunten. De hoogste prioriteit heeft het verruimen van de toetredingsmogelijkheden voor starters en jonge terugkeerders. Vervolgens richt de visie zich op een passende huisvesting voor senioren en mensen met een functiebeperking. Het derde speerpunt is het verruimen van de mogelijkheden voor doorstromers en instromers.

De woningen zijn bedoeld voor de leden van het gezin van de eigenaar van het perceel. In het geval de kinderen een woning betrekken wordt er ruimte geboden voor starters; in het geval de eigenaar zelf een woning betrekt wordt de gewenste doorstroming op de woningmarkt bevorderd.

4.4.5 Beleidsregel 'aan-huis-gebonden-beroepen' 2011

Deze beleidsregel uit 2011 dient om beroepsmatige activiteiten eenduidig en helder vast te leggen. Het vestigen van een vrij beroep (zoals advocaten, notarissen adviseurs en makelaars) aan huis is mogelijk mits de woonbestemming in overwegende mate gehandhaafd blijft. Hierbij hoeft niet afgeweken te worden van het bestemmingsplan.

Ook zijn er beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten die in een woning of bijgebouw kunnen worden uitgeoefend, zoals een autorijschool, computerservice of fotograaf. Deze activiteiten zijn niet rechtstreeks mogelijk, maar er kan onder voorwaarden gebruik gemaakt worden van een afwijkingsmogelijkheid. Enkele van deze voorwaarden zijn dat de woning moet blijven voldoen aan het Bouwbesluit, dat de woning als zodanig herkenbaar moet blijven en dat het gebruik een kleinschalig karakter heeft. Met deze beleidsregel worden voldoende mogelijkheden geboden voor activiteiten aan huis die passen in een woonomgeving. Het is niet wenselijk activiteiten zoals detailhandel en publieksgerichte activiteiten toe te staan, als deze niet passen binnen de uitgangspunten van deze beleidsregel.

De beleidsregel is als bijlage bij deze toelichting toegevoegd.

4.4.6 Mantelzorg 2011

Binnen de gemeente Rucphen is het nog steeds de gewoonte dat kinderen voor hun ouders gaan zorgen als deze ouderen hulpbehoevend worden: mantelzorg. Daarom is in 2011 een beleidsnotitie vastgesteld. Omdat mantelzorg nooit voor een onbeperkte duur is, is het mogelijk om tijdelijk de geldende bestemmingsregels te verruimen. In het kader van mantelzorgbeleid bieden twee woonvormen/bijgebouwen een oplossing, namelijk de vorm ‘uitbreiden van een woning via een aangebouwd bijgebouw’ of de vorm ‘plaatsing van een tijdelijke vrijstaande woonunit’. Hiervoor zijn separate voorwaarden opgesteld. Voor beide vormen moet aantoonbaar sprake zijn van een ondersteuningsaanvraag en van één huishouden. Bij een aangebouwd bijgebouw geldt dat wanneer de uitbreiding niet past binnen de bestemmingsplanregels, er ten behoeve van een bijgebouw een vergunning tot afwijking kan worden verleend tot 70 m2 tot een maximum van 120 m2 totaal aan bijgebouwen. Bij het plaatsen van een tijdelijke vrijstaande woonunit mag het oppervlak maximaal 70 m2 bedragen met een maximale goot- en bouwhoogte van respectievelijk 3 en 5 meter tot een bebouwingspercentage van maximaal 50% van het bouwperceel.