direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Wijziging 4 Negen Kernen - 2012
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0828.WZ4negenkernen2012-VG01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Aan de Burgemeester Canersstraat 7 in Demen stond vroeger gemeenschapshuis De Vlaam. Dit gemeenschapshuis is inmiddels gesloopt. De gemeente wil deze locatie gebruiken voor woningbouw. De naburige percelen Burgemeester Canersstraat 5a en 5b hebben in het bestemmingsplan 'Negen Kernen - 2012' een bedrijfsbestemming. Op deze percelen staan twee bedrijfsloodsen. De eigenaar van het bedrijf wil een woning bouwen in ruil voor opheffing van het bedrijf. Deze woning komt ook op het perceel waar het gemeenschapshuis heeft gestaan.

Verder wil de eigenaar een koetshuis bouwen bij zijn bestaande woning aan de Burgemeester Canersstraat 5.

Op deze locatie geldt het bestemmingsplan 'Negen Kernen - 2012'. Dit bestemmingsplan bevat een wijzigingsbevoegdheid. Hiermee kunnen wij de nieuwe woningen en het koetshuis mogelijk maken in ruil voor opheffing van het bedrijf.

1.2 Begrenzing plangebied

Het plangebied bestaat uit de kadastrale percelen gemeente Ravenstein, sectie C, nummers 367, 717, 877, 879 en 880. Deze percelen liggen aan de Burgemeester Canersstraat 5a, 5b en 7 in Demen.

Op onderstaande kaart staan de ligging en de begrenzing van het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0828.WZ4negenkernen2012-VG01_0001.jpg"

1.3 Geldende bestemmingsplannen

Tot de inwerkingtreding van het wijzigingsplan geldt binnen het plangebied het bestemmingsplan 'Negen Kernen - 2012'. De gemeenteraad heeft dit bestemmingsplan vastgesteld op 13 september 2012. Het plangebied heeft daarin de hoofdbestemmingen 'Maatschappelijk' (met bouwvlak) en 'Bedrijf' (met bouwvlak), met een gebiedsaanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 6'. Deze wijzigingsbevoegdheid voorziet in de voorgenomen ontwikkeling.

Onderstaande kaart is een deel van het bestemmingsplan 'Negen Kernen - 2012'. Het gearceerde deel is het plangebied van het wijzigingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0828.WZ4negenkernen2012-VG01_0002.jpg"


De woningen worden gebouwd op het deel van de locatie met de bestemming 'Maatschappelijk'.


De regels van het bestemmingsplan die horen bij de wijzigingsbevoegdheid luiden als volgt:


Artikel 37.8 Wro-zone - wijzigingsgebied 6

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 6' te wijzigen in de bestemmingen 'Tuin', 'Wonen - Halfvrijstaand', 'Wonen - Rijen', 'Wonen - Vrijstaand' en 'Wonen - Woonhuizen' met toevoeging van een bouwvlak of bouwvlakken, ten behoeve van de realisering van maximaal vier woningen met tuin, al dan niet in combinatie met het vervallen van de bestemming 'Bedrijf', met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren;
  • b. de stedenbouwkundige inpasbaarheid van de woningen is aangetoond;
  • c. de goothoogte van de woningen bedraagt niet meer dan 4,5 m en de bouwhoogte niet meer dan 10 m;
  • d. voor het overige wordt voor de bouw- en gebruiksregels aangesloten bij de regels zoals die van toepassing zijn ingevolge de bestemmingen waarin gewijzigd wordt, met dien verstande dat toegestane afwijkingen van de bouwregels rechtstreeks in de wijziging kunnen worden meegenomen.


Het plan voldoet aan de wijzigingsvoorwaarden. Hieronder lichten wij dit toe.


Bestemming na wijziging

Het plangebied krijgt de bestemmingen 'Tuin', 'Wonen - Halfvrijstaand' en 'Wonen - Vrijstaand', met bouwvlakken. Dit past binnen de wijzigingscriteria.


Maximaal vier woningen met tuin

Het wijzigingsplan voorziet in maximaal drie woningen met tuin.


Al dan niet in combinatie met het vervallen van de bestemming 'Bedrijf'

De bedrijfsbestemming vervalt.


Er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren

Zie hoofdstuk 4. Daaruit blijkt dat er geen sprake is van milieuhygiënische bezwaren.


De stedenbouwkundige inpasbaarheid van de woningen is aangetoond

Zie hoofdstuk 3. Daaruit blijkt dat de woningen stedenbouwkundig inpasbaar zijn.


De goothoogte van de woningen bedraagt niet meer dan 4,5 m en de bouwhoogte niet meer dan 10 m.

De goothoogte van de woningen bedraagt niet meer dan 2,5 respectievelijk 4 m en de bouwhoogte niet meer dan 9 respectievelijk 10 m.


Aansluiting bij de regels van het bestemmingsplan 'Negen Kernen - 2012'

De regels van het bestemmingsplan 'Negen Kernen - 2012' zijn van toepassing.


Wij willen de zekerheid hebben dat de woningen pas worden gebouwd nadat het bedrijf aan de Burgemeester Canersstraat 5a en 5b is gesaneerd. Daarom nemen wij hiervoor in de regels een voorwaardelijke bouwtitel op.

Verder nemen wij de bestaande archeologische bestemmingen 'Waarde - Archeologie historische kern' en 'Waarde - Archeologie verwachtingswaarde hoog' over.

Tot slot nemen wij een gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk' op. Dit is een wettelijke verplichting.

Hoofdstuk 2 Beleidskader

2.1 Beleid

De wijzigingsbevoegdheid waar wij het wijzigingsplan op baseren, is opgenomen in het bestemmingsplan 'Negen Kernen - 2012'. De gemeenteraad heeft dit bestemmingsplan op 13 september 2012 vastgesteld. In de toelichting bij het bestemmingsplan gaat de gemeenteraad in op het beleid dat van toepassing is. Dit beleid is nog steeds actueel. Daarom verwijzen wij naar de toelichting bij dat bestemmingsplan. In aanvulling hierop merken wij het volgende op.

Ladder duurzame verstedelijking

In het Besluit ruimtelijke ordening staat sinds 1 oktober 2012 dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling moet voldoen aan de ladder duurzame verstedelijking. Doel van deze ladder is een goede ruimtelijke ordening in de vorm van een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden. Met de ladder voor duurzame verstedelijking streeft de overheid een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten na.

In het Besluit ruimtelijke ordening staat hierover het volgende:

'De toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • a. er wordt beschreven dat de voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte;
  • b. indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel a, blijkt dat sprake is van een actuele regionale behoefte, wordt beschreven in hoeverre in die behoefte binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan worden voorzien door benutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anderszins, en;
  • c. indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel b, blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan plaatsvinden, wordt beschreven in hoeverre wordt voorzien in die behoefte op locaties die, gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, passend ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld.'

Dit geldt ook voor de toelichting bij een wijzigingsplan.

Het wijzigingsplan voldoet aan de voorwaarden van de ladder. Hieronder lichten wij dit toe.

De provincie brengt de regionale woningbouwbehoefte in beeld. De gemeente vertaalt dit weer naar een gemeentelijk woningbouwprogramma. De woningen die het wijzigingsplan mogelijk maakt, passen hierbinnen. Het wijzigingsplan voorziet dus in een actuele regionale woningbehoefte.

Verder ligt het plangebied volgens de provinciale Verordening ruimte 2014 in bestaand stedelijk gebied. Het plan zorgt voor herstructurering van de locatie. In het verleden stond hier een gemeenschapshuis. Deze functie is verplaatst. Voor de verouderde gebouwen was geen nieuwe functie te vinden. Daarom zijn deze gebouwen gesloopt. De locatie is goed geschikt voor woningen.

Hoofdstuk 3 Bestaande en toekomstige situatie

3.1 Bestaande situatie

Het plangebied ligt aan de Burgemeester Canersstraat. Hier was gemeenschapshuis De Vlaam gevestigd. Nu het gemeenschapshuis is verplaatst, kan de locatie herontwikkeld worden. Op het perceel ten oosten van De Vlaam staat een karakteristieke T-boerderij. Achter op het perceel staat bedrijfsbebouwing. Deze wordt gesaneerd. Het bedrijf wordt ontsloten via een eigen oprit. Aan de overzijde van de weg ligt in het verlengde van de T- boerderij een boomgaard met perenbomen.

3.2 Toekomstige situatie

In totaal komen er maximaal drie woningen. Het is belangrijk dat de nieuwe woningen goed aansluiten bij de landelijke bouwstijl in de directe omgeving. Daarom moeten de woningen een individuele uitstraling hebben. De woningen moeten van elkaar verschillen. Het wijzigingsplan voorziet daarom in twee bouwvlakken met een verspringende rooilijn. De bebouwing staat dus niet in een strakke lijn. Het zicht op de bebouwing wisselt daardoor. Het ene bouwvlak is oost-west georiënteerd, het andere noord-zuid. De bouwvlakken hebben een verschillende goot- en bouwhoogte. Dit sluit aan bij de landelijke bouwstijl in de omgeving. Ook draagt dit bij aan het dorpse karakter.

Er is veel groen in de omgeving, zoals boomgaarden, bomen en andere erfbeplanting. Dit versterkt het landelijke karakter.

De T-boerderij aan de Burgemeester Canersstraat 5 staat na de sloop van de bedrijfsbebouwing vrij op het perceel en sluit dan goed aan op het landschap.

Hoofdstuk 4 Randvoorwaarden en beperkingen

4.1 Randvoorwaarden en beperkingen

Bij het bestemmingsplan 'Negen Kernen - 2012' hoort een toelichting. Daarin heeft de gemeenteraad de randvoorwaarden en beperkingen uitgewerkt. Na de vaststelling van het bestemmingsplan is er voor de omgeving van de Burgemeester Canersstraat niets veranderd. Daarom verwijzen wij naar de toelichting bij het bestemmingsplan.

Enkele aspecten hebben wij voor het wijzigingsplan verder uitgewerkt. Hieronder lichten wij dit toe.

Flora en fauna

Voor de locatie Burgemeester Canersstraat 7 heeft bureau Natuurbalans - Limes Divergens B.V. een quick scan beschermde natuur uitgevoerd. Het bureau heeft de resultaten van de quick scan verwoord in een onderzoeksrapportage van 7 mei 2012 (projectnummer 12-073). Dit onderzoek was met name gericht op de sloop van het voormalige gemeenschapshuis De Vlaam.

Voor de locatie Burgemeester Canersstraat 5a en 5b heeft hetzelfde bureau een quick scan beschermde natuur uitgevoerd. De resultaten hiervan staan in een onderzoeksrapportage van 12 juni 2014 (projectnummer 14-106).

Uit de onderzoeken blijkt dat het aspect flora en fauna de gewenste ontwikkeling niet belemmert.

De onderzoeken zijn bijlagen bij deze toelichting.

Geluid

Binnen en in de omgeving van het plangebied zijn geen functies aanwezig die nadelige gevolgen kunnen hebben voor de geluidsgevoelige functie wonen.

Volgens de Wet Geluidhinder is voor dit gebied geen onderzoek nodig naar wegverkeerslawaai. Het ontwikkelingsplan ligt namelijk in een 30-km-zonegebied.

Het aspect geluid belemmert de gewenste ontwikkeling dus niet.

Luchtkwaliteit

De Wet luchtkwaliteit maakt onderscheid tussen kleine en grote ruimtelijke projecten. Kleine projecten zijn projecten die de luchtkwaliteit 'niet in betekenende mate' verslechteren (NIBM-project). Wij hoeven deze projecten niet te beoordelen op luchtkwaliteit. Ze zijn namelijk zo klein dat ze geen wezenlijke invloed hebben op de luchtkwaliteit.

De voorgenomen ontwikkeling is een NIBM-project. Daar komt bij dat de voorgenomen ontwikkeling niet of nauwelijks méér verkeer aantrekt dan de situatie zoals die op dit moment is bestemd.

Het aspect luchtkwaliteit belemmert de gewenste ontwikkeling dus niet.

Externe veiligheid

Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied van de spoorlijn tussen Den Bosch en Nijmegen en dat van de rivier de Maas. De afstand van het plangebied tot spoorlijn en rivier is groot: respectievelijk ongeveer 2 kilometer en 400 meter.

Verantwoording groepsrisico spoor Den Bosch - Nijmegen

De spoorlijn Den Bosch - Nijmegen kent door het transport van zeer giftige stoffen een invloedsgebied van 3.000 meter. De nieuwe woningen vallen binnen dit invloedsgebied. De woningen komen op ongeveer 2.000 meter van de spoorweg te liggen. Deze afstand is zo groot dat het groepsrisico niet echt toeneemt. Daarom is een standaardverantwoording voldoende.

Verantwoording groepsrisico Maas

Binnen het invloedsgebied van de Maas komen maximaal drie nieuwe woningen. Langs waterwegen is het risico op een ongeval met gevaarlijke stoffen zeer klein. Dit vanwege de beperkte vervoersomvang van gevaarlijke stoffen. Bovendien is de toename van de personendichtheid door de nieuwe woningen zo beperkt dat het groepsrisico niet echt verandert. Daarom is een standaardverantwoording voldoende.

Algemene verantwoording groepsrisico

De gemeente Oss heeft een Beleidsvisie externe veiligheid Oss. Op basis van dit beleid vindt een verantwoording van de risico's plaats.

  • Alleen al vanwege de grote afstand tot de plaats van een mogelijk incident en de aard van het incident (blootstelling aan toxisch gas) neemt het groepsrisico niet significant toe.
  • De mogelijkheden tot beperking van het groepsrisico door het beïnvloeden van de personendichtheid zijn niet aan de orde. De toename van de personendichtheid heeft namelijk geen wezenlijk effect op het groepsrisico. Ook is de kans op overlijden door een incident met gevaarlijke stoffen hier bijzonder klein.
  • De bestrijdbaarheid van de omvang van een ramp of zwaar ongeval: voor het plangebied speelt het bestrijdbaarheidsvraagstuk niet. De bestrijding vindt plaats bij de bron, op afstand van het plangebied. Verder verwijzen wij voor de algemene mogelijkheden van de bestrijdbaarheid naar het risicoprofiel dat de Veiligheidsregio Brabant-Noord heeft opgesteld.
  • Blootstelling aan een toxisch gas is het bepalende scenario. Daarom is schuilen de beste manier van zelfredzaamheid. Schuilen gebeurt binnen bouwwerken. Daarbij zijn verschillende factoren van belang: de mate waarin deze bouwwerken afsluitbaar zijn tegen de indringing van toxisch gas, en de tijdsduur dat deze bouwwerken worden blootgesteld. Bij bestaande bouwwerken worden geen aanvullende maatregelen getroffen om mogelijke indringing van toxisch gas te verminderen. Aanpassing van bijvoorbeeld woningen is ingrijpend en duur. Nieuwe bouwwerken zijn steeds beter geïsoleerd. Dit zorgt voor een goede bescherming tegen het binnendringen van het toxisch gas. Gebruikers van nieuwe gebouwen met een luchtbehandelingsinstallatie moeten deze installatie makkelijk kunnen uitzetten. Zo voorkomt men dat het gas naar binnen wordt gezogen. Van belang is verder dat bewoners tijdig worden gewaarschuwd. Dit gebeurt door het Waarschuwings- en AlarmeringsSysteem (WAS) in werking te stellen. Dit is een onderdeel van de algemene rampenbestrijding. Het plangebied valt helemaal binnen het dekkingsgebied van het WAS.

Het aspect externe veiligheid belemmert de gewenste ontwikkeling dus niet.

Geur

Binnen en in de omgeving van het plangebied zijn geen geurbronnen aanwezig die nadelige gevolgen kunnen hebben voor de geurgevoelige functie wonen. Ook zijn er geen (agrarische) bedrijven in de buurt die de gewenste ontwikkeling in hun bedrijfsvoering hindert.

Ook levert de achtergrondbelasting van agrarische geur geen belemmeringen op voor de gewenste ontwikkeling.

Het aspect geur belemmert de gewenste ontwikkeling dus niet.

Bodem

Voor de woningbouw hebben wij bodemonderzoek laten uitvoeren. Van Oort Bodemonderzoek B.V. heeft dit onderzoek uitgevoerd. Het bureau heeft de resultaten van het onderzoek verwoord in een onderzoeksrapportage van 11 april 2014 (projectnummer CAN.356114). Uit dit onderzoek blijkt dat de bodemkwaliteit geen belemmering vormt voor de gewenste ontwikkeling. Er is geen aanleiding voor aanvullend bodemonderzoek.

Voorafgaand aan de bouw van de woningen moet op de bouwlocatie een verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd.

De onderzoeksrapportage is een bijlage bij deze toelichting.

Het aspect bodem belemmert de gewenste ontwikkeling dus niet.

Water

Het verhard oppervlak neemt door de voorgenomen ontwikkeling af. Het inmiddels gesloopte gemeenschapshuis en de beide bedrijfsloodsen hebben samen een oppervlakte van circa 900 m². Daarvoor in de plaats worden drie woningen gebouwd (totale oppervlakte van de bouwvlakken: ruim 450 m²) en een koetshuis (totale oppervlakte: circa 100 m²). Het bestemmingsplan 'Negen Kernen - 2012' laat dit koetshuis al toe als bijgebouw bij de bestaande woning.

Voor de voorgenomen ontwikkeling hebben wij een watertoets uitgevoerd. De resultaten daarvan zijn een bijlage bij deze toelichting.

Het aspect water belemmert de gewenste ontwikkeling niet.

Archeologie en cultuurhistorie

Het plangebied heeft gedeeltelijk de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie historische kern' en gedeeltelijk de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie verwachtingswaarde hoog'. Dit houdt in dat het plangebied mede bestemd is voor de instandhouding en bescherming van archeologische waarden. Daarom zijn bepaalde werken en werkzaamheden omgevingsvergunningsplichtig. Het bevoegd gezag kan de aanvraag voor dergelijke werken en werkzaamheden toetsen aan het archeologisch belang.

De bodem in het plangebied is in het verleden al verstoord. Er is al veel bebouwing aanwezig of aanwezig geweest. De kans is klein dat er nog archeologische waarden aanwezig zijn. Het wijzigingsplan beperkt de bebouwingsmogelijkheden ten opzichte van die in het huidige bestemmingsplan.

Binnen het plangebied zijn geen cultuurhistorische waarden aanwezig. Wel staat er aan de Burgemeester Canersstraat 5, net buiten het plangebied, een karakteristieke T-boerderij. Achter op het perceel, binnen het plangebied, staat bedrijfsbebouwing. Deze wordt gesaneerd. De sanering versterkt de cultuurhistorische waarde van de boerderij.

De aspecten archeologie een cultuurhistorie belemmeren de gewenste ontwikkeling dus niet.

M.e.r.-beoordeling

Voor dit wijzigingsplan hoeft op grond van de Wet milieubeheer geen milieueffectrapport te worden gemaakt. Op grond van de selectiecriteria als bedoeld in bijlage III bij de EEG-richtlijn milieu-effectbeoordeling is niet gebleken van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu die leiden tot een m.e.r.-beoordelingsplicht. Hierbij wijzen wij op wat elders in deze toelichting en in de toelichting bij het moederplan over de afzonderlijke milieuaspecten is aangegeven. Er bestaat dan ook geen aanleiding tot het uitvoeren van een m.e.r.-beoordeling.

Hoofdstuk 5 Toelichting op het wijzigingsplan

5.1 Algemeen

Het wijzigingsplan bevat juridische regels voor het gebruik van de gronden en opstallen, en voor de toelaatbaarheid van bebouwing.

Het wijzigingsplan kan worden verbeeld op papier. De papieren versie heeft één kaart.

Bij het wijzigingsplan hoort deze toelichting. De toelichting heeft geen bindende werking. Ook maakt zij juridisch geen onderdeel uit van het wijzigingsplan. Wel heeft zij een functie bij de onderbouwing en de uitleg van het wijzigingsplan.

5.2 Regels

De regels van het wijzigingsplan bestaan uit vier hoofdstukken:

  • Hoofdstuk 1: Inleidende regels
  • Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels
  • Hoofdstuk 3: Algemene regels
  • Hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels

Artikel 1: Begrippen

In dit artikel verklaren wij enkele begrippen uit de regels. Dit doen wij om verschillen in interpretatie te voorkomen.

Artikel 2: Toepassingsbereik

Deze artikelen regelen de relatie van het wijzigingsplan met het bestemmingsplan 'Negen Kernen - 2012'. De regels in het bestemmingsplan zijn ook van toepassing op de nieuwe woningen, samen met de regels in het wijzigingsplan.

Artikel 3: Voorwaardelijke bouwtitel

Het wijzigingsplan maakt enkele woningen mogelijk. Deze mogen alleen worden gebouwd als het ter plaatse aanwezige bedrijf opgeheven is. Dit artikel regelt dat.

Artikel 4: Vrijwaringszone - dijk

Een deel van het plangebied ligt binnen de vrijwaringszone van de Maasdijk. Artikel 5 regelt de gevolgen hiervan.

Artikel 5: Anti-dubbeltelregel

Dit artikel regelt dat grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing blijft.

Artikel 6: Overgangsrecht

Dit artikel regelt het overgangsrecht voor bebouwing en gebruik van gronden en bouwwerken. Het artikel spreekt over 'bestemmingsplan'. De wet verstaat hier ook een wijzigingsplan onder.

Artikel 7: Slotregel

Dit artikel regelt de formele titel van het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

Op grond van artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening stelt de gemeenteraad een exploitatieplan vast voor gronden waarop een zogenaamd bouwplan is voorgenomen. De bouw van woningen vormt een bouwplan.

De gemeenteraad stelt geen wijzigingsplannen vast. Dat is een taak van ons. Daarom heeft de gemeenteraad voor die gevallen de bevoegdheid om exploitatieplannen vast te stellen overgedragen aan ons.

De gemeenteraad hoeft geen exploitatieplan vast te stellen als, onder andere, het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan begrepen gronden anderszins verzekerd is.

De gemeente Oss is eigenaresse van het deel van het plangebied waar de woningen worden gebouwd. Zij verkoopt de gronden, en sluit hierover overeenkomsten met de kopers. In de verkoopprijs van de grond is rekening gehouden met de exploitatiekosten, waaronder eventuele planschade. Op deze manier is het verhaal van de exploitatiekosten anderszins verzekerd. Het is dus niet nodig om een exploitatieplan vast te stellen. De gemeente heeft zo'n overeenkomst al gesloten met de eigenaar van de bedrijfsloodsen. In die overeenkomsten regelen de gemeente en de eigenaar verder de volgende zaken:

  • de eigenaar beëindigt de bedrijfsactiviteiten
  • hij sloopt de bedrijfsbebouwing
  • hij levert de milieurechten van het bedrijf in
  • hij koopt een deel van de grond aan de Burgemeester Canersstraat 7
  • op die grond mag hij een woning bouwen

Hoofdstuk 7 Overleg en maatschappelijke uitvoerbaarheid

7.1 Inspraak

De gemeente Oss heeft een inspraakverordening. Volgens deze verordening hoeven wij bij de voorbereiding van kleine ontwikkelingen geen inspraak te houden.

Het wijzigingsplan laat geen grote, nieuwe ontwikkelingen toe. De basis voor de voorgenomen ontwikkeling ligt in het bestemmingsplan 'Negen Kernen - 2012'. De gemeenteraad heeft hiermee al ingestemd. Verder doorloopt het ontwerpwijzigingsplan de wettelijke voorbereidingsprocedure. Belanghebbenden kunnen dan reageren op het ontwerpbestemmingsplan.

Daarom houden wij geen inspraak op het wijzigingsplan.

7.2 Overleg

Het Besluit ruimtelijke ordening bepaalt dat de gemeente over nieuwe wijzigingsplannen overlegt met bepaalde overheidsinstanties. Daarom hebben wij een concept van het ontwerpwijzigingsplan voor een reactie aan de volgende instanties gestuurd:

  • a. het Ministerie van Defensie
  • b. het Ministerie van Infrastructuur en Milieu
  • c. het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
  • d. de provincie Noord-Brabant
  • e. het waterschap Aa en Maas

Wij hebben het concept ook voor een reactie toegestuurd aan:

  • f. de dorpsraad Ravenstein
  • g. de Veiligheidsregio Brabant Noord

Bij a

Het Ministerie heeft niet gereageerd.

Bij b

Het Ministerie heeft laten weten dat het geen inhoudelijke reactie geeft.

Bij c

Het Ministerie heeft niet gereageerd.

Bij d

De provincie heeft geen opmerkingen.

Bij e

Het waterschap heeft geen opmerkingen.

Bij f

De dorpsraad heeft niet gereageerd.

Bij g

De Veiligheidsregio ziet geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.

7.3 Zienswijzeprocedure

Het ontwerpwijzigingsplan heeft op grond van de Wet ruimtelijke ordening en de Algemene wet bestuursrecht voor iedereen ter inzage gelegen. Tegelijkertijd is het elektronisch beschikbaar gesteld via de gemeentelijke website en de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl. Burgemeester en wethouders hebben de terinzagelegging vooraf meegedeeld in het plaatselijke blad Oss Actueel en op de gemeentelijke website. Het was mogelijk om in te spreken. Niemand heeft dit gedaan.