Plan: | Vrachelen/Krooneiland, herziening 5 (Vrachelsedijk ong.) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0826.BSPhz5vrachkroon-VA01 |
plan:
het bestemmingsplan 'Vrachelen/Krooneiland, herziening 5 (Vrachelsedijk ong.)' met identificatienummer NL.IMRO.0826.BSPhz5vrachkroon-VA01 van de gemeente Oosterhout.
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en de daarbij behorende bijlagen).
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
aan huis verbonden beroep of bedrijf:
de uitoefening van een beroep op zakelijk, administratief, juridisch, financieel, therapeutisch, (para-)medisch, cosmetisch, ontwerptechnisch of hieraan gelijk te stellen gebied, dan wel de uitoefening van ambachtelijke bedrijfsactiviteiten geheel of overwegend door middel van handwerk, voor zover deze behoren tot de milieucategorie 1 of 2, zoals bepaald in de Staat van bedrijfsactiviteiten, of een daarmee qua aard en invloed op de omgeving vergelijkbare activiteit, waarbij de uitoefening in of bij een woning wordt uitgeoefend.
achtererfgebied:
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw.
achtergevellijn:
de lijn waarin de achtergevel van een woning is gelegen, alsmede het verlengde daarvan.
achtergevelrooilijn:
de van de weg, waarop het belangrijkste gebouw op een bouwperceel is georienteerd, afgekeerde grens van een bouwvlak.
bebouwing:
een of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
bed & breakfast:
een voorziening in een (bedrijfs)woning, die als doel heeft het verstrekken van logies en ontbijt aan steeds wisselend publiek, dat voor een korte periode, namelijk een tot enkele nachten, ter plaatse met een recreatieve doelstelling verblijft; onder bed & breakfast wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke, seizoensgebonden of permanente werkzaamheden en/of arbeid.
begane grond:
de bouwlaag van een gebouw, die rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau.
beperkt kwetsbaar object:
een object als gedefinieerd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
bestaand(e situatie):
bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
bouwlaag:
doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd.
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel.
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
dak:
iedere bovenbeeindiging van een gebouw.
detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop) het verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met dien verstande dat postorderbedrijven en daarmee vergelijkbare internetwinkels niet worden aangemerkt als detailhandel, tenzij ter plaatse sprake is van fysiek klantcontact.
dienstverlening:
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder zijn begrepen kapperszaak, schoonheidsinstituut, fotostudio, bank, postkantoor, reisbureau en naar aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en instellingen, met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.
erf:
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.
escortbedrijf:
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bij het bedrijf horende bedrijfsruimte wordt uitgeoefend (escortservices, bemiddelingsbureaus e.d.).
functie:
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
gastouderschap:
kinderopvang op het woonadres van een gastouder of de ouder(s) die tot stand komt door bemiddeling van een gastouderbureau en die betrekking heeft op ten hoogste 6 kinderen, naast eventuele eigen kinderen van de gastouder.
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
geluidgevoelig object:
een geluidgevoelig object als aangewezen bij en krachtens de Wet geluidhinder en Wet milieubeheer.
geluidgevoelige ruimte:
ruimte binnen een woning voor zover die kennelijk als slaap-, woon- of eetkamer wordt gebruikt of voor een zodanig gebruik is bestemd, alsmede een keuken van tenminste 11 m2.
gevaarlijke stoffen:
gevaarlijke stoffen zoals geclassificeerd in de Europese overeenkomst ADR (Accord Europeen relatif au transport international des marchandises dangereuses par route).
gevel:
bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak.
gevelvlak:
het verticale vlak waarin de hoofdvlakken van een gevel zich bevinden.
groepsrisico:
de cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een risicovolle inrichting, buisleiding voor het vervoer van gevaarlijke stoffen of transportroute voor het vervoer van gevaarlijke stoffen en een ongewoon voorval binnen die inrichting of ter plaatse van de buisleiding of transportroute waarbij een gevaarlijke stof of gevaarlijke afvalstof betrokken is.
grondwaterbeschermingsgebied:
gebied waarbinnen het grondwater, afhankelijk van de kwetsbaarheid van het gebied, een periode van 25 of 100 jaar nodig heeft om de pompputten voor waterwinning te bereiken.
groothandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, instellingen dan wel aan personen ter aanwending in een ander bedrijf.
hogere waarde:
ten hoogste toelaatbare geluidbelasting vanwege een weg, spoorweg of industrieterrein, die op grond van de Wet geluidhinder of het Besluit geluidhinder van toepassing is.
hoofdfunctie:
de belangrijkste functie waarvoor een gebouw mag worden gebruikt.
hoofdgebouw:
een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel, en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkste is.
huishouden:
de leefvorm of samenlevingsvorm van een of meer personen die in vast verband samenleven, en waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuiteit in de samenstelling.
huisvesting in verband met mantelzorg:
huisvesting in of bij een woning van een huishouden, van wie ten minste een persoon mantelzorg verleent aan of ontvangt van een bewoner van de woning.
invloedsgebied:
gebied waarin personen worden meegeteld voor de berekening van het groepsrisico.
kamerverhuur:
het bedrijfsmatig verhuren of het aanbieden van kamers voor bewoning.
kantoor:
een gebouw of deel van een gebouw dat door aard en indeling kennelijk is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak dienstig te zijn tot het verrichten van administratieve en/of ontwerptechnische arbeid, met de daarbij behorende voorzieningen.
kap:
de volledige of nagenoeg volledige afdekking van een gebouw met een dakhelling van minimaal 15o en maximaal 75o.
kinderdagverblijf:
een bedrijf of stichting gericht op de opvang van kinderen, niet zijnde gastouderschap.
kunstobject:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde dat wordt aangemerkt als uiting van beeldende kunst.
kunstwerk:
bouwwerken, geen gebouwen zijnde van weg- en waterbouwkundige aard, zoals bruggen, viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, kademuren.
kwetsbaar object:
een object als gedefinieerd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
maatschappelijke voorzieningen:
voorzieningen inzake welzijn, openbare dienstverlening, volksgezondheid (medisch en paramedisch), zorginstellingen, cultuur, religie, verenigingsleven, onderwijs, openbare orde en veiligheid, kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang en peuterspeelzalen en daarmee gelijk te stellen bedrijven of instellingen, al dan niet met ondergeschikte horeca en detailhandel.
maatvoeringsvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels voor de toegestane bouwwerken eenzelfde maatvoering geldt.
mantelzorg:
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
minder zelfredzame personen:
bijzonder kwetsbare personen, zoals zieken, ouderen, gehandicapten en minderjarigen, als bedoeld in het kader van de evacuatie van personen vanwege externe veiligheid.
normaal onderhoud, gebruik en beheer:
een gebruik, gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten, dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt.
nutsvoorzieningen:
gebouwde voorzieningen van openbaar nut ten behoeve van water, elektriciteit, gas e.d., zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor (tele)communicatie.
omgevingsvergunning:
vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
onderbouw:
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,2 meter boven het peil is gelegen.
ondergeschikte detailhandel:
detailhandelsactiviteiten die qua uitstraling passend bij en ondergeschikt aan de hoofdfunctie, ter ondersteuning dienen van de hoofdfunctie en niet zelfstandig worden uitgeoefend en/of toegankelijk zijn los van de hoofdfunctie.
ondergeschikte horeca:
horeca, welke (qua omvang en ruimtelijke uitstraling) ondergeschikt en gelieerd is aan de functie die ingevolge de geldende bestemming ter plaatse is toegestaan.
ondergeschikte voorzieningen voor verkeer en verblijf:
voorzieningen voor verkeer en verblijf die ondergeschikt en gelieerd zijn aan de functies die ingevolge de geldende bestemming ter plaatse zijn toegestaan, zoals in- en uitritten, langzaam verkeerspaden, onverharde paden, trottoirs en brandgangen. Hieronder worden in ieder geval geen wegen voor gemotoriseerd verkeer begrepen.
onderkomens:
voor verblijf geschikte . al dan niet aan de bestemming onttrokken . voer- en vaartuigen, arken, caravans en stacaravans voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken, als ook tenten.
overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande uit een vrijstaande dakconstructie met maximaal een wand.
paardenbak:
een buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, met een bodem van zand, hout boomschors of ander natuurlijk materiaal en al dan niet voorzien van een omheining.
peil:
plaatsgebonden risico:
risico op een plaats buiten een risicovolle inrichting of in de nabijheid van een buisleiding voor het vervoer van gevaarlijke stoffen of een transportroute voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting of ter plaatse van de buisleiding of transportroute, waarbij een gevaarlijke stof of gevaarlijke afvalstof betrokken is.
prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het tegen betaling verrichten van seksuele diensten aan anderen.
raamprostitutie:
een seksinrichting bestemd voor of in gebruik voor het zich vanaf het openbaar toegankelijke gebied zichtbaar ter beschikking stellen tot het tegen betaling verrichten van seksuele diensten aan anderen.
recreatief medegebruik:
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.
risicovolle inrichting:
een inrichting waarbij ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. risicoafstand moet worden aangehouden bij het in een bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
ruimtelijke kwaliteit:
waardering van een gebied die bepaald wordt door de mate waarin sprake is van gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde.
scheidingslijn:
lijn die de grens dan wel scheiding tussen verschillende aanduidingen vormt.
seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch /pornografische aard plaatsvinden, waaronder in elk geval worden verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet gecombineerd met elkaar.
standplaats:
gronden bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeente kunnen worden aangesloten.
stedenbouwkundig beeld:
het beeld dat wordt bepaald door de situering, de bouwmassa's, de dakvormen en de dakrichtingen van de bebouwing in relatie tot de omgeving.
straatprostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het tegen betaling verrichten van seksuele diensten aan anderen, een en ander door passanten hiertoe te bewegen of uit te nodigen door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze.
uitvoeren:
uitvoeren, het doen uitvoeren, het laten uitvoeren of in uitvoering geven.
verblijfsrecreatie:
recreatie in ruimten welke zijn bestemd of opgericht voor recreatief dag- en nachtverblijf, zoals een recreatiewoning, groepsaccommodatie, logeergebouw, pension, bed & breakfast, kampeermiddel of trekkershut.
vloeroppervlak(te):
de totale oppervlakte van alle ruimten die voor een functie wordt gebruikt.
voorgevel:
de naar de weg of naar het openbaar gebied gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft van meer dan een naar de weg of het openbaar gebied gekeerde gevel, de gevel die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
voorgevelrooilijn:
de grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg en waarop de bebouwing is georienteerd.
voorkeursgrenswaarde:
de standaard grenswaarde voor de geluidbelasting op de gevel van een geluidgevoelig object of terrein bepaald bij of krachtens de Wet geluidhinder.
voorzieningen voor verkeer en verblijf:
voorzieningen die verband houden met de afwikkeling van het verkeer en/of met het verblijfskarakter van de openbare ruimte, zoals wegen, straten, pleinen, langzaam verkeerspaden, inclusief daarbij behorende inrichtingselementen.
vrijstaande woning:
een woning waarvan het hoofdgebouw losstaat van de zijdelingse bouwperceelgrenzen.
waterhuishoudkundige voorzieningen:
voorzieningen die het waterhuishoudingsbelang dienen, zoals watergangen, waterstaatkundige kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang, alsmede voorzieningen voor waterafvoer, waterinfiltratie en waterberging, inclusief bijbehorende voorzieningen zoals bermen, paden en beschoeiingen.
windturbine:
bouwwerk, bestaande uit een mast met bijbehorende fundering en de rotor, bedoeld voor het opwekken van electriciteit door middel van windenergie.
winkel:
een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor detailhandel en/of showroom.
wonen:
het bewonen van een woning.
woning:
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan een huishouden.
woningsplitsing:
het opdelen van een woning in meerdere wooneenheden;
woonunit:
een te verplaatsen / verwijderen bouwwerk bestaande uit een bouwlaag, alsmede een stacaravan die gelet op de feitelijke omstandigheden als bouwwerk wordt aangemerkt, geschikt en ingericht ten dienste van woon-, dag- of nachtverblijf en ingericht ten behoeve van tijdelijke bewoning.
woonwagen:
voor bewoning bestemd gebouw, dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst en op een daartoe bestemd perceel is geplaatst.
zelfstandige woonruimte:
een woning met een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte, waarbij de wasgelegenheid, kookgelegenheid en het toilet niet worden gedeeld met andere bewoners.
zijdelingse perceelsgrens:
de grens tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van een perceel verbindt.
zijstrook:
de strook grond gelegen tussen de zijdelingse perceelsgrens en de denkbeeldige lijn op 3 meter afstand vanaf de zijdelingse perceelsgrens, over de volledige diepte van het bouwperceel.
zorgwonen:
het bewonen van zorgwoningen, al dan niet in combinatie met gemeenschappelijke (zorg)voorzieningen.
zorgwoning:
een woning of wooneenheid bestemd voor verzorgd wonen, waarvan de bewoner(s) vanwege hun beperkte zelfredzaamheid vanaf aanvang van bewoning op basis van een ter zake van overheidswege gehanteerd systeem zijn geindiceerd voor zorg, die beschikbaar is in (de directe nabijheid van) de woning of wooneenheid.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
afstanden:
van bouwwerken tot andere bouwwerken, bebouwingsgrenzen en perceelsgrenzen wordendaar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
bebouwingspercentage:
het oppervlak dat met bouwwerken mag worden bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
bovenkant spoorstaaf:
de hoogte van de bovenkant van de laagst gesitueerde spoorstaaf.
dakhelling:
de hoek gemeten langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
diepte van een gebouw:
- horizontale diepte: de lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de naar de weg gekeerde gevel;
- verticale diepte: de diepte van een gebouw, gemeten vanaf de bovenzijde van de (afgewerkte) begane grondvloer.
goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
hoogte van een molen:
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de molen.
hoogte van een windturbine:
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken. Ondergronds bouwdelen en dakkapellen worden niet meegerekend voor het bepalen van de inhoud van een bouwwerk.
langtijdgemiddelde:
het gemiddelde van de afwisselende niveau's van het ter plaatse optredende geluid, gemeten over een aaneengesloten periode van tenminste 10 minuten en vastgesteld en beoordeeld overeenkomstig de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai, met dien verstande dat de bedrijfsduurcorrectie niet worden toegepast.
oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, luchtkokers, wolfseinden, dakkapellen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken, ook indien gelegen buiten het aangegeven bestemmingsvlak, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt, en deze niet binnen de aanduiding "landschappelijke inpassing " is gelegen.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van uitbreidingen aan de voorgevel van een woning op de aangrenzende bestemming 'Wonen' gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2, sub e, mits dit passend is binnen de stedenbouwkundige structuur van de omgeving en het plaatselijk straatbeeld.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik ten behoeve van het parkeren van motorvoertuigen op de gronden gelegen voor de voorgevel van het deel van een woning, dat gezien de bouwhoogte, als belangrijkste onderdeel van de woning kan worden aangemerkt.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 19.4 voor het parkeren van motorvoertuigen voor de voorgevel van een woning, mits:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen in het algemeen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen binnen het bouwvlak gelden de volgende bepalingen
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, wordt in ieder geval begrepen:
Voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een aan huis verbonden bedrijf zijn de volgende bepalingen van toepassing:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de gebruiksregels en toestaan dat een vrijstaand bijbehorend bouwwerk of een deel van de woning gebruikt wordt ten behoeve van huisvesting in verband met mantelzorg, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de gebruiksregels en toestaan dat een woning gebruikt wordt ten behoeve van een bed & breakfast, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 en toestaan dat een woning wordt gebruikt ten behoeve van meerdere huishoudens, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de gebruiksregels en toestaan dat een plat dak wordt gebruikt als dakterras, mits aan een van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor ondergronds bouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen/aanleggen van niet-overdekte zwembaden gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder 6.1.1 voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken op andere locaties dan onder een gebouw, al dan niet op een grotere diepte dan bepaald onder 6.1.1 mits:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede aangewezen voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening .
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen en de ligging van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' te wijzigen of de aanduiding te verwijderen, teneinde de begrenzing van de aanduiding in overeenstemming te brengen met de gewijzigde begrenzing, zoals die volgt uit een provinciaal besluit.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken:
De omgevingsvergunning voor het afwijken, als bedoeld in lid 9.1 kan slechts worden verleend, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, liggen en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Indien en voor zover in deze planregels wordt verwezen naar wetten, verordeningen of enige andere algemeen verbindende regeling, dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan.
Deze regels worden aangehaald als:Regels van het bestemmingsplan 'Vrachelen/Krooneiland, herziening 5 (Vrachelsedijk ong.)'