Plan: | Heiligenboom 6, Moergestel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0824.Heiligenboom6-VA01 |
het bestemmingsplan 'Heiligenboom 6, Moergestel' met identificatienummer NL.IMRO.0824.Heiligenboom6-VA01 van de gemeente Oisterwijk;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge deze regels, ten aanzien van het gebruik en / of het bebouwen van deze gronden, regels worden gesteld;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw;
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dat in een woning of een bijgebouw bij de woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan;
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied in het bodemarchief voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten in het verleden;
een of meer gebouwen en / of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een kleinschalige overnachtingaccommodatie gericht op het bieden van demogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een Bed & Breakfast is gevestigd in een woonhuis of bijgebouw en wordt gerund door de hoofdbewoner(s) van het betreffende huis.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand kunnen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en / of historische gaafheid;
vrijetijdsbesteding gedurende de dag zoals sport en spel, wandelen, paardrijden of het houden van een evenement; er is daarbij geen sprake van verblijfsrecreatie;
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan diegenen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
De ontsluitingsweg van éen of meerdere woningen;
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
De denkbeeldige lijn op een bouwperceel die in het verlengde ligt van de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw.
het houden van vee in geringe aantallen ten behoeve van eigen genot en gebruik;
het hobbymatig houden van paarden en / of pony's hoofdzakelijk ten behoeve van eigen gebruik en ondergeschikt ten behoeve van verhuur en het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden en / of pony's in pension te stallen en te weiden;
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
de bewoning door een persoon of meerdere personen in de vorm van een vast samenlevingsverband, niet zijnde kamerverhuur, logies voor arbeidsmigranten of een bijzondere woonvorm, van een woning;
een (deel van) een (voormalig) agrarisch bedrijfsgebouw, ingericht voor het verlenen van tijdelijk recreatief verblijf aan steeds wisselende personen die in groeps- of verenigingsverband in het gebouw verblijven;
het in een woning of een bijgebouw bij de woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past;
voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie;
alle vormen van langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt aangeboden aan een hulpbehoevende, door personen uit diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt; bij de mogelijk hiervoor benodigde extra woonruimte dient er sprake te zijn van bewoning door één huishouden;
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan;
activiteiten die in ruimtelijk opzicht, functioneel of anderszins ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie op een bestemmings- of bouwvlak.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een geheel gesloten dak.
ruimtelijke meerwaarde die ontstaat door de verbeterde inrichting van het erf, landschaps- en/of natuurontwikkeling, herstel of herkenbaar maken van cultuurhistorische waarden of het vergroten van de toegankelijkheid van het agrarisch gebied ten behoeve van extensieve dagrecreatie;
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt;
een voorziening ten behoeve van logies en ontbijt in een bij het hoofdgebouw behorende bijgebouw welke wordt gebruikt door een wisselend publiek dat voor een korte periode, namelijk één tot enkele nachten ter plaatse verblijft.
woonkamer, slaapkamer, keuken, eetkamer;
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt;
Al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.
Het gehuisvest zijn in een woning.
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
een als zodanig door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige, of commissie van deskundigen op het gebied van zorg en indicatiestelling.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot / de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; indien een bouwwerk met betrekking tot deze constructiedelen over verschillende hoogten beschikt, wordt als volgt gemeten:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en / of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en / of het hart van de scheidsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.
vanaf het peil tot de bovenkant van de ondergronds en laagstgelegen vloer.
de oppervlakte dan wel inhoud van ondergrondse gebouwen wordt bij de in hoofdstuk 2 opgenomen maximaal toelaatbare oppervlakte - dan wel inhoudsmaten meegeteld voor zover niet op dezelfde plaats boven peil een gebouw aanwezig is.
De voor Agrarisch met waarden - Landschap, natuur en cultuurhistorie - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Agrarisch met waarden - Landschap, natuur en cultuurhistorie - 1 zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 3.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 3.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
gebouw | bouwwerk, geen gebouwen | |
a. op deze gebouwen mag worden gebouwd | Nee | Ja |
b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan; | ||
1. bewegwijzering en overig straat meubilair | 4,5m | |
2. lichtmasten en overige masten | 10m | |
3. vrijstaande antennes | 15m | |
4. speelvoorzieningen | 3m | |
5. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 1m |
In afwijking van het bepaalde onder 4.2.1 zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - openheid' geen bouwwerken of opgaande beplantingen toegestaan.
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Bouwwerk | Goothoogte | Bouwhoogte | Oppervlakte | Inhoud |
Hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen) | 4,5 m. | 10 m. | 900 m³ | |
Bijgebouwen bij de woning | 3,5 m. | 6 m. | ten hoogste 40% van het zij- en achtererf met een maximum van 150 m² | |
Erfafscheidingen voor de voorgevel | 1 m. | |||
Erfafscheidingen elders | 2 m. | |||
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m. |
|
Bij de beoordeling van een aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen van een bouwwerk (conform artikel 2.1, lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) dient het beeldkwaliteitsplan zoals opgenomen in Bijlage 3 in acht te worden genomen.
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Tabel 1
Nevenfunctie | + / O | Maximale omvang binnen bestaande bebouwing | ||||||
Hobbymatige paardrijactiviteiten | + | 100 m² | ||||||
Hobbymatig houden van vee | + | 100 m² | ||||||
Opslag en stalling van niet-agrarische producten, goederen, werktuigen of materialen (bijv. boten, caravans) vergelijkbaar met categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten | O | 150 m² | ||||||
Verblijfsrecreatieve eenheden in woningen (logies met ontbijt, maximaal 4 kamers) | + | 100 m² |
Het is verboden om gronden en bouwwerken te gebruiken ten behoeve van de bestemming 'Wonen - 1', indien de landschappelijke inpassing conform Bijlage 1 binnen twee jaar (24 maanden) na onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan niet volledig is uitgevoerd dan wel niet volledig in stand wordt gehouden.
Het is verboden om gronden en bouwwerken te gebruiken ten behoeve van de bestemming 'Wonen - 1', indien de regenwaterberging zoals omschreven in onderhavig bestemmingsplan binnen twee jaar (24 maanden) na inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet volledig is uitgevoerd dan wel niet volledig in stand wordt gehouden.
Het gebruiken en (doen) laten gebruiken van het perceel conform de in lid 5.1 opgenomen bestemmingsomschrijving is alleen toegestaan als de bebouwing zoals opgenomen in Bijlage 2 binnen 24 maanden na het in werking treden van dit bestemmingsplan is gesloopt.
Het gebruiken en (doen) laten gebruiken van het perceel conform de in lid 5.1 opgenomen bestemmingsomschrijving is alleen toegestaan als:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het plan ten behoeve van het gebruik van gronden voor de in tabel 1 voor de betreffende gronden met een O aangegeven nevenfuncties met inachtneming van het volgende:
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Bouwwerk | Goothoogte | Bouwhoogte | Oppervlakte | Inhoud |
hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen) en aangebouwde overkappingen | 4,5 m | 10 m | 600 m³, indien de bestaande inhoudsmaat van de woning reeds meer bedraagt geldt deze inhoud als maximum | |
bijgebouwen en overkappingen (vrijstaand of aangebouwd aan een bijgebouw) | 3,5 m | 6 m | Zoals aangeduid op de verbeelding 'maximum oppervlakte m²' | |
erfafscheidingen voor de voorgevel | 1 m tenzij het een transparante erf- of terreinafscheiding met een maximale bouwhoogte van 2 m betreft; | |||
erfafscheidingen elders | 2 m | |||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Met betrekking tot de verblijfsrecreatieve eenheden gelden de volgende regels:
Het is verboden om gronden en bouwwerken te gebruiken ten behoeve van de bestemming 'Wonen - 2', indien de landschappelijke inpassing conform Bijlage 1 binnen twee jaar (24 maanden) na onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan niet volledig is uitgevoerd dan wel niet volledig in stand wordt gehouden.
Het is verboden om gronden en bouwwerken te gebruiken ten behoeve van de bestemming 'Wonen - 2', indien de regenwaterberging zoals omschreven in onderhavig bestemmingsplan binnen twee jaar (24 maanden) na inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet volledig is uitgevoerd dan wel niet volledig in stand wordt gehouden.
Het gebruiken en (doen) laten gebruiken van het perceel conform de in lid 6.1 opgenomen bestemmingsomschrijving is alleen toegestaan als de bebouwing zoals opgenomen in Bijlage 2 en verharding binnen 24 maanden na het in werking treden van dit bestemmingsplan is gesloopt.
Het gebruiken en (doen) laten gebruiken van het perceel conform de in lid 6.1 opgenomen bestemmingsomschrijving is alleen toegestaan als:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het plan ten behoeve van het gebruik van gronden voor de in tabel 1 voor de betreffende gronden met nevenfuncties met inachtneming van het volgende:
De voor 'Waarde - Archeologie - 4' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Indien uit het in lid 7.2.1 onder b genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kunnen het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Indien uit het in lid 7.2.1 onder b genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 7.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de vergunning geweigerd.
Het bepaalde in lid 7.2.1 onder b, 7.2.2 en 7.2.3 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 7.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor 'Waarde - Natuur - Attentiegebied' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van de natte natuurparel.
Op deze gronden mag worden gebouwd ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels.
Het is verboden op of in de gronden met bestemming 'Waarde - Natuur - Attentiegebied' en de bestemming Natuur, Agrarisch of Agrarisch met waarden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 8.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 8.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de waterhuishoudkundige situatie niet onevenredig wordt of kan worden aangetast. Alvorens over het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden te beslissen wint het bevoegd gezag hieromtrent schriftelijk advies in bij de waterbeheerder.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen, waarvoor omgevingsvergunning voor het bouwen is vereist, buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van plankaart en bestemmingsregels worden overschreden door:
In die gevallen, dat de (goot)hoogte, de oppervlakte, de inhoud, een bebouwingspercentage en/of de afstand tot de weg of perceelsgrenzen, en andere maten, voor in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand gekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die bestaande maatvoering in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
Ingeval van nieuwe woningen ingevolge planwijziging mag de afstand van de woning (inclusief aan- en uitbouwen) tot de as van de weg – ter beperking van geluidhinder – in geen geval minder bedragen dan de in de tabel aangegeven afstanden.
Weg / Spoorweg | 48 dB- contour (in meters uit de wegas) |
Overige wegen buitengebied | 12 |
Ingeval van herbouw van een woning elders binnen een bouwvlak of een bestemmingsvlak mag de afstand van de voorgevel van de nieuwe woning tot de wegas van de wegvakken zoals genoemd in lid 10.3.1, niet minder worden dan de afstand genoemd in de tabel. Indien de afstand van de bestaande woning tot de wegas al minder is dan de afstand genoemd in de tabel, dan mag de te herbouwen woning niet dichter naar de weg worden gebouwd.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
De algemene gebruiksregels luiden als volgt:
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds een omgevingsvergunning voor afwijken kan worden verleend - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Voor bouwen luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald onder de naam
Regels van het bestemmingsplan 'Heiligenboom 6, Moergestel'.