direct naar inhoud van 3.13 Water
Plan: Woongebieden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0824.BPWoongebieden-0006

3.13 Water

Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 13 Water  kunnen rechten worden ontleend.  
Hoofdstuk 1 Een nieuw bestemmingsplan  
Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan  
Hoofdstuk 3 Bestemmingen  
Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen  
Hoofdstuk 5 Handhaving  
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid  
Achtergronden van het bestemmingsplan  

Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Water (Artikel 13) opgenomen?

  • De Voorste Stroom en Achterste Stroom zijn de belangrijkste watergangen in het gebied.
  • Unieke waterpartijen zijn het Eikenven en Klompven.
  • Vandaar dat hiervoor de bestemming Water is opgenomen.

Welke functies zijn toegestaan?

  • In hoofdzaak water.
  • Voor de ecologisch waardevolle delen van de Voorste Stroom en Achterste Stroom is een extra bescherming opgenomen (aanduiding 'natuur').
  • De natte gedeelten van Eikenven en Klompven zijn als Water bestemd. De oevers hebben de bestemming Groen gekregen.Voor deze gebieden is de aanduiding 'natuur' toegevoegd. In de regels is bepaald dat het gaat om natuurwaarden en behoud of vergroting van de waterberging. Dit is overeenkomstig de provinciale aanduidingen in de Verordening Ruimte.

Wat mag er worden gebouwd en hoeveel?

  • Er mogen waterhuishoudkundige voorzieningen en bruggen in de bestemming worden gebouwd.

Welke veranderingen worden verwacht?

  • Er worden geen ingrijpende veranderingen verwacht.
  • Een uitzondering hierop is dat de Achterste Stroom in aanmerking komt voor beekherstel.

Wat zijn de belangrijkste verschillen met de voorheen geldende bestemmingsregeling?

  • De waterlopen en waterpartijen zijn in dit bestemmingsplan van de bestemming Water voorzien.
  • Dit doet meer recht aan deze watervoorzieningen dan de oorspronkelijke bestemming Groenvoorzieningen.

Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling?

  • De gronden zijn deels in gemeentelijk bezit. Dat betekent dat de gemeente in dat geval verantwoordelijk is voor onderhoud, beheer en ontwikkeling.
  • Andere gronden zijn in particulier bezit of van het waterschap. Dat betekent dat in die situaties de eigenaren verantwoordelijk zijn voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. Het waterschap is ook verantwoordelijk voor onderhoud en beheer van de leggerwatergangen die niet in het bezit zijn van het waterschap.
  • In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.