direct naar inhoud van 3.4 Water
Plan: Erica
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0823.BPOIErica201100-VAST

3.4 Water

Kader

Als gevolg van de herinrichting van de weg, met een toename van het verhard oppervlak tot gevolg, dient een watertoets te worden uitgevoerd. Hiervoor dient in afstemming met het waterschap te worden nagedacht over de waterhuishouding en het daarmee samenhangende waterhuishoudkundige systeem.

Beschouwing

Op basis van de bodemopbouw, de gemiddeld hoogste grondwaterstand en de geschatte infiltratiecapaciteit wordt het gebied geschikt geacht voor infiltratie van het hemelwater. Gezien de beperkte ruimte in het plangebied is infiltratie in de door de gemeente voorgestelde bermsloten de beste optie. Hemelwater dat op de weg terecht komt kan oppervlakkig afstromen naar de zijkanten en in de greppel terecht komen. In deze bermsloten kan het water worden geborgen om vervolgens te worden geïnfiltreerd in de bodem.

Totaal verhard oppervlak

Volgens het ontwerp van Erica (Grontmij, 309359.EHV.543.T08, 29-11-2011) betreft het toekomstig profiel van de Erica (totale lengte circa 1500 m) voor 500 m, 2 rijstroken en een fietspad en voor 1000 m, 4 rijbanen met een fietspad. Het verhard oppervlak is derhalve:

  • 2 rijstroken en fietspad (3,5 x 3 x 500) 5.250 m2
  • 4 rijstroken en fietspad (3,5 x 5 x 1000) 17.500 m2

Dit brengt het totale verharde oppervlak op 22.750 m2

Benodigde berging

Met de door het waterschap ontwikkelde HNO-tool is de benodigde berging berekend.

In de berekening is uitgegaan van een infiltratiecapaciteit van 1 m/d. Op basis hiervan bedraagt de benodigde berging voor een bui T=10+10% in totaal circa 1.150 m3 en voor een bui van T=100+10% circa 1.600 m3 (1.578 m3). Het hemelwater wordt verwerkt via infiltratie in de bodem door middel van een zaksloot/greppel. Een uitdraai van de HNO-tool is als bijlage weergegeven.

Beschikbare berging in bermsloten

De gehele lengte van de Erica bedraagt circa 1500 m. Langs beide zijden van het profiel komt een bermsloot. In figuur 3.2 is het profiel van de Erica met 2 rijstroken, fietspad en greppels weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0823.BPOIErica201100-VAST_0003.png"

Figuur 3.2: Dwarsprofiel van de aan te leggen Erica met fietspad en bermsloten bezien vanuit de A58 richting de legerplaats

Het hemelwater dat op de linker rijstrook en het fietspad valt zal afstromen richting de nieuwe greppel (zie figuur 3.2). Voor dit verharde oppervlak van 14.000 m2 (circa 60% van het totaal) dient bij een extreme bui van t=100 circa 960 m3 berging beschikbaar te zijn. Deze greppel heeft een breedte van 2,0 m en diepte van 1,0 m en een beschikbare berging per strekkende meter van 1,25 m3. De totale berging in deze bermsloot is circa 1.875 m3 (1500 x 1,25). Dit is ruim voldoende om de benodigde hoeveelheid water te bergen.

Het hemelwater dat op de rechter rijstrook valt zal afstromen richting de bestaande greppel. Voor dit verharde oppervlak van 8.750 m2 (circa 40% van het totaal) dient bij een extreme bui van t=100 circa 640 m3 berging beschikbaar te zijn. Deze greppel heeft een breedte van 2,5 m en diepte van 1,0 m en een beschikbare berging per strekkende meter van 1,75 m3. De totale berging in deze bermsloot is circa 2.625 m3 (1500 x 1,75). Dit is ruim voldoende om de benodigde hoeveelheid water te bergen.

Het wegprofiel zal verhoogd worden aangelegd. Met een huidige GHG van 0,8 m-mv betekent dit dat de bodem van de greppels boven de GHG worden aangelegd, waardoor een zogenaamde 'droge greppel' ontstaat. Hierdoor kan de gehele greppel worden gebruikt voor waterberging. Er is ruim voldoende berging aanwezig in de greppels. In de praktijk zal dit betekenen dat ze maximaal met enkele decimeters water gevuld zijn na een regenbui. Door de relatief goede waterdoorlatendheid van de bodem zal dit water binnen 24 uur in de bodem zijn gezakt.

Een aansluiting op het oppervlaktewater ter plaatse van de Eindhovensedijk is niet noodzakelijk. De greppels hebben dus geen open verbinding met deze watergang. Wel zal ter plaatse van de aansluiting op deze watergang met de greppels de bovenkant van het talud 0,2 meter lager liggen dan de bermen, waardoor een 'overloop' wordt gecreëerd. Zodoende kan bij nood (bijvoorbeeld als het water niet meer kan infiltreren in de bodem en er gaan meerdere buien overheen) het water in de greppels toch overstromen naar de watergang langs de Eindhovensedijk.