| Plan: | deelgebied 1 en 2 Nuenen-West |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | beheersverordening |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0820.BVdeelgebied1en2NW-D001 |
Toelichting
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Voor de ontwikkeling van de 1.575 woningen van Nuenen-West is op 24 april 2008 het bestemmingsplan Uitbreidingsplan Nuenen West vastgesteld. Met dit uitbreidingsplan zijn inmiddels 2 uitwerkingsplannen vastgesteld voor de bouw van de woningen in bouwvelden A t/m D. Daarnaast zijn verschillende omgevingsvergunningen verleend. Aangezien de wettelijke termijn voor een bestemmingsplan van 10 jaar bijna is verstreken, heeft de gemeente besloten een beheersverordening op te stellen voor de delen van Nuenen-West, waar op dit moment woningen gebouwd zijn dan wel kunnen worden via een uitwerkingsplan of een verleende omgevingsvergunning. Op deze manier wordt de (planologisch) bestaande situatie verankerd.
Parallel aan dit traject wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld voor heel Nuenen-West om ook een actueel ruimtelijk plan voor het overige deel van het gebied te creëren. In figuur 2.1 is het plangebied van deze beheersverordening aangegeven.
1.2 Actualiseringsplicht
Het huidige bestemmingsplan Uitbreidingsplan Nuenen West expireert op 24 april 2018.
In de Wet ruimtelijke ordening (verder Wro) is de plicht opgenomen om voor het gehele grondgebied van de gemeente over actuele ruimtelijke plannen te beschikken, dat wil zeggen plannen niet ouder dan 10 jaar. Voor de ontwikkelingslocatie Nuenen-West is dat niet meer haalbaar. Voor het deel van het plangebied dat reeds is gerealiseerd dan wel is uitgewerkt kan de gemeenteraad een beheersverordening vaststellen. In een dergelijk plan wordt het beheer van dat gebied, in overeenstemming met het bestaande feitelijke of planologisch toelaatbare gebruik geregeld.
Een dergelijke beheersverordening is het juridisch bindende kader voor het toelaatbare ruimtelijke gebruik dat van de gronden binnen de daartoe behorende gebieden mag worden gemaakt. Met deze beheersverordening wordt voldaan aan de uit de Wro voortvloeiende actualiseringsplicht.
1.3 Doel van de beheersverordening
Het doel van deze beheersverordening is het vastleggen van de geldende juridisch-planologische rechten. Het ruimtelijke beleid voor dit plangebied, dat nu is neergelegd in het bestemmingsplan Uitbreidingsplan Nuenen West en deels uitgewerkt in uitwerkingsplannen, wordt daarmee vervangen door deze beheersverordening.
Er worden dan ook geen andere regels/mogelijkheden opgenomen in de beheersverordening, er wordt verwezen naar de reeds bestaande mogelijkheden in de gebieden.
Hoofdstuk 2 Juridische aspecten
2.1 Geldende planologische regelingen
Binnen het plangebied is het volgende juridisch-planologisch kader van kracht:
- 1. Bestemmingsplan Uitbreidingsplan Nuenen West; vastgesteld op 25 april 2008;
- 2. Uitbreidingsplan Nuenen-West, Uitwerkingsplan 1; vastgesteld op 1 november 2011;
- 3. Uitbreidingsplan Nuenen-West, uitwerkingsplan 2; vastgesteld op 7 november 2017;
- 4. Omgevingsvergunning Nuenen-West-Bouwveld A Fase 2 N-HZ-2016-0004; verleend 9 juni 2016;
- 5. Omgevingsvergunning Nuenen-West Bouwveld A (N-HZ-2013-0103); verleend op 6 mei 2014;
- 6. Omgevingsvergunning Nuenen-West Bouwveld A (N-HZ-2013-0104); verleend op 6 mei 2014;
- 7. Omgevingsvergunning Nuenen-West Bouwveld A (N-HZ-2013-0105); verleend op 6 mei 2014;
- 8. Omgevingsvergunning Nuenen-West Bouwveld A (N-HZ-2013-0106); verleend op 6 mei 2014;
- 9. Omgevingsvergunning Nuenen-West Bouwveld A (N-HZ-2013-0107); verleend op 6 mei 2014.
Voorts is incidenteel met toepassing van de bevoegdheden van het artikel 3.22 Wro of artikel 2.12 Wabo medewerking verleend aan afwijkende bouw- en gebruiksinitiatieven. Deze gelden als bestaande rechten.
2.2 Begrenzing van het plangebied
De onderstaande afbeelding geeft de plangrens aan van de beheersverordening. Voor het bepalen van de plangrenzen is aansluiting gezocht bij de huidige plangrenzen van de geldende regelingen. 
Figuur 2.1: Begrenzing beheersverordening
2.3 Toelichting juridische regeling
De Wro schrijft in artikel 3.38 voor dat geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogen worden voorzien voor de gebieden die tot de beheersverordening behoren. Bestaande planologische ruimte mag wel worden overgenomen. Aan die voorwaarde wordt voldaan.
De beheersverordening bestaat uit een analoge en digitale verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en regels zijn juridisch bindend, de toelichting is juridisch niet bindend maar helpt bij de interpretatie van de verbeelding en de regels. De regels zijn als volgt ingedeeld:
- Inleidende regels (Hoofdstuk 1). Dit hoofdstuk omvat artikel 1 Begrippen. In dit artikel worden de begrippen die in de regels zijn opgenomen nader gedefinieerd. Het definiëren van begrippen vergroot de duidelijkheid en de rechtszekerheid.
- Bestemmingsregels (Hoofdstuk 2). De bestemmingsregels bevatten voor elk deelgebied een regeling voor het beheer van het bestaande planologische rechten voor gebruik en bouwen.
- Overgangs- en slotregels (Hoofdstuk 3). Het overgangsrecht is opgenomen in artikel 5, de slotregel in artikel 6.
De onderhavige beheersverordening legt de bestaande situatie vast en stelt met het oog op het beheer van die bestaande situatie regels vast voor het gebruik en het bouwen. Onder de bestaande situatie verstaat deze verordening het gebruik en de bebouwing conform het geldende juridisch-planologische regime zijn begrepen en voorts inclusief de na inwerkingtreding van het desbetreffende kader genomen besluiten bij of krachtens de artikelen 3.6, 3.10, 3.22 en 3.23 Wro dan wel artikel 2.12 Wabo, één en ander zoals blijkt uit het gemeentelijke bouwarchief.
Deze beheersverordening wordt digitaal beschikbaar gesteld. De bij de beheersverordening behorende bestanden worden gekoppeld aan een contour (gecodeerd volgens de Praktijkrichtlijn Gebiedsgerichte Besluiten). Daarmee voldoet de beheersverordening aan de digitale verplichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 1.2.3 Bro. Het overgangsrecht is vormgegeven op de wijze die is voorgeschreven in artikel 5.1.1 Bro.
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid
3.1 Algemeen
De beheersverordening is opgesteld op basis van het geldende juridisch-planologische regime. Het betreft uitsluitend het vastleggen van de bestaande juridische-planologische situatie. Hiervoor zijn dan ook geen aanvullende onderzoeken noodzakelijk.
Daarnaast zijn er ontwikkelingen meegenomen waarvoor een vrijstellings-, ontheffings- of projectprocedure is doorlopen. In deze procedures zijn de uitvoerbaarheidsaspecten aan de orde gekomen en is geconcludeerd dat deze geen belemmeringen opleveren. Onderzoek en afwegingen ten aanzien van de uitvoering is in deze verordening dan ook niet aan de orde.
3.2 Natuur en ecologie
Ontwikkelingsmogelijkheden dienen te worden beoordeeld op de uitvoerbaarheid in relatie tot onder andere de Wet natuurbescherming. Er mogen geen ontwikkelingen plaatsvinden die op onoverkomelijke bezwaren stuiten door effecten op onder andere flora en fauna. In de beheersverordening worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt maar zijn nog wel niet gerealiseerde bouwmogelijkheden aanwezig. Voor deze gronden is in het verleden wel onderzoek uitgevoerd echter op grond van de toengeldende wet en regelgeving. De Wet natuurbescherming is sinds 1 januari 2017 van kracht. In dit kader is inzicht gewenst in de aanwezige natuurwaarden en de mogelijk daarmee samenhangende consequenties vanuit de actuele natuurwetgeving. Dit is gedaan door een actualisatie uit te voeren van de eerder uitgevoerde natuurtoetsen en een nieuwe inventarisatie van de aanwezige natuurwaarden op te stellen. Voor de gehele ontwikkelingslocatie is in het kader van de herijking van het Uitbreidingsplan Nuenen West dit onderzoek uitgevoerd (Antea Group, oktober 2017). Voor onderhavige beheersverordening is dit onderzoek eveneens bruikbaar. De rapportage is als bijlage 1 toegevoegd aan dit plan.
3.2.1 Natuurtoets
Allereerst is er voor het plangebied een bureauonderzoek uitgevoerd naar de mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten. De bureaustudie is aangevuld met verschillende terreinbezoeken.
In het plangebied van de beheersverordening zijn rond bebouwing (aanwezig in bouwveld A) huismussen aanwezig. Locaties waar huismussen zijn waargenomen zijn weergegeven op figuur 3.1. De nesten van huismussen bevinden zich in gebouwen. Die worden met deze beheersverordening behouden. Beplanting in de directe omgeving van gebouwen is van groot belang voor het functioneren van de nesten.
Figuur 3.1: waarnemingen soorten (rode contour is plangrens Nuenen-West)
3.2.2 Conclusie
Uit voorgaande blijkt dat de aanwezigheid van de huismus de uitvoerbaarheid van de beheersverordening niet in de weg staat.