Plan: | Bestemmingsplan De Beekse Tuin |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0820.BPNuenenBeekseTuin-D001 |
In dit artikel is een omschrijving gegeven van de in het bestemmingsplan gebruikte begrippen. Deze worden opgenomen om interpretatieverschillen te voorkomen.
In artikel 2 is een omschrijving gegeven van de te gebruiken wijze van meten.
De regels in verband met de bestemmingen kennen alle een gelijke opbouw (voor zover van toepassing). De bestemmingsomschrijving betreft de centrale bepaling van elke bestemming. Het betreft een omschrijving waarin limitatief de functies worden genoemd, die binnen de bestemming zijn toegestaan.
De bouwregels zijn direct gerelateerd aan de bestemmingsomschrijving. Ook het gebruik van gronden en bebouwing is gekoppeld aan de bestemmingsomschrijving. In de bouwregels staan uitsluitend bepalingen die betrekking hebben op het bouwen. Bouwregels zijn dan ook alleen van toepassing bij de toetsing van aanvragen om omgevingsvergunning met betrekking tot bouwen. De afwijking van de bouwregels geven burgemeester en wethouders de bevoegdheid om onder voorwaarden af te wijken van een specifieke regel. De specifieke gebruiksregels vormen een nadere concretisering van het toegestane gebruik. In het kader van een omgevingsvergunning voor het aanleggen van werken zijn bepaalde werken en werkzaamheden aan een vergunning gebonden.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen, tuinen en erven. Op of in deze gronden mag niet worden gebouwd.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor straten, voet- en rijwielpaden, parkeervoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en nutsvoorzieningen. Gebouwen zijn binnen deze bestemming niet toegestaan. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn wel toegestaan. Omdat bouwwerken die ten dienste staan van de bestemming vergunningsvrij zijn, behoeven ten aanzien hiervan geen regels te worden opgenomen
De gronden die bestemd zijn als 'Wonen' zijn primair bedoeld voor wonen in de vorm van vrijstaande/halfvrijstaande woningen. Aanvullend op het wonen worden ook rechtstreeks aan-huis-verbonden beroepen toegestaan. Tevens zijn de gronden bestemd voor bij de woning behorende aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen, tuinen en erven en bouwwerken geen gebouwen zijnde. De bestemming wonen kan pas worden gerealiseerd ter plaatse van de functieaanduiding 'archeologische waarde' nadat de archeologische waarden zijn onderzocht en zo nodig veiliggesteld. Binnen deze bestemming is een omgevingsvergunning van toepassing, om aantasting van archeologische waarden te voorkomen.
In hoofdstuk 3 van de regels is een aantal standaardbepalingen opgenomen te weten, de anti-dubbeltelbepaling, algemene bouwregels, algemene afwijkingsregels en algemene wijzigingsregels.
De anti-dubbeltelbepaling is opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen en bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.
Uitsluitende aanvullende werking bouwverordening
In deze bepaling wordt, bij de toepassing van bepalingen van het bestemmingsplan, de aanvullende werking van de bouwverordening uitgesloten. Verder wordt in deze bepaling een opsomming gegeven van onderwerpen, waarop de bouwverordening wel van toepassing is.
Artikel 8 Algemene gebruiksregels
In dit artikel is een verbod opgenomen om de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de bestemming. Via de zogenaamde 'toverformule' is afwijking van het genoemde verbod mogelijk, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Artikel 10 Algemene afwijkingsregels
In dit artikel is aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid gegeven om af te wijken van bepaalde, in het bestemmingsplan geregelde, onderwerpen met een omgevingsvergunning. Hierbij gaat het om afwijkingsregels die gelden voor alle bestemmingen in het plan.
Artikel 11 Algemene wijzigingsregels
In dit artikel is aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid gegeven om gebruik te maken van een bestemmingswijziging. Hierbij gaat het om een wijzigingsbevoegdheid die geldt voor alle bestemmingen in het plan.
In het laatste hoofdstuk van de regels zijn het overgangsrecht en de slotregel opgenomen.
In deze bepaling is vorm en inhoud gegeven aan het overgangsrecht.
Als laatste is de slotregel opgenomen. Deze bepaling omschrijft de titel van het plan.