direct naar inhoud van 3.3 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Bestemmingsplan De Beekse Tuin
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0820.BPNuenenBeekseTuin-D001

3.3 Provinciaal en regionaal beleid

3.3.1 Interimstructuurvisie

Op 27 juni 2008 hebben Provinciale Staten van Noord-Brabant de Interimstructuurvisie vastgesteld. Deze vervangt het Streekplan Noord-Brabant 2002. Uit de interimstructuurvisie "Brabant in Ontwikkeling" blijkt dat de provincie het wonen zoveel mogelijk in kernen wil concentreren. Spreiding van de woonbebouwing wordt tegengegaan om verdere verstening van het buitengebied te voorkomen en ruimten die niet meer functioneel zijn te herontwikkelen. Zuinig ruimtegebruik staat voor het optimaal gebruik maken van de mogelijkheden om de bestaande ruimte (opnieuw en) beter te benutten.

In de Interimstructuurvisie zijn als leidende principes geformuleerd: meer aandacht voor de onderste lagen, zuinig ruimtegebruik, concentratie van verstedelijking, zonering van het buitengebied en grensoverschrijdend denken en handelen. In de uitwerkingsplannen van de stedelijke en landelijke regio's vindt verdere concretisering van deze principes plaats.

De Beekse Tuin is een inbreidingslocatie waardoor het zonder meer onder de categorie 'zuinig ruimtegebruik' valt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0820.BPNuenenBeekseTuin-D001_0002.jpg"

Figuur 3.1 Uitsnede plankaart Interimstructuurvisie

3.3.2 Verordening Ruimte

In het kader van de Wet ruimtelijke ordening heeft de provincie Noord-Brabant een verordening opgesteld met algemene en specifieke eisen ten aanzien van ruimtelijke besluiten van gemeenten. De Verordening Ruimte 1e fase is inmiddels vastgesteld en in werking getreden, de Verordening ruimte 2e fase ligt momenteel als ontwerp ter visie.

Voor zover relevant is het plangebied gelegen in een bestaand stedelijk gebied. Stedelijke ontwikkelingen zijn hier toegestaan mits het bestemmingsplan een verantwoording bevat van de afspraken die omtrent de beoogde ontwikkeling zijn gemaakt in het regionaal planningsoverleg.

In dat kader kan gemeld worden dat de 11 geprojecteerde woningen, ter vervanging van de bestaande ene woning, passen binnen de regionale volkshuisvestingsplanning.

3.3.3 Regionale woonvisie

De woningmarktpartijen willen de woonkwaliteit in Zuidoost-Brabant behouden en verbeteren en de woningmarkt meer op de vraag van de burgers aan laten sluiten. In het verleden kreeg de woningkwantiteit vooral de aandacht: hoe meer woningen, hoe beter. De laatste jaren streeft de regio naar het maken van een kwaliteitsslag in het wonen. Dit wordt verwoord in de Regionale Woonvisie, die richtinggevend is voor kwalitatieve ontwikkelingen op woningbouw in het SRE-gebied.

De Regionale Woonvisie onderscheidt een zevental ambities, die in concrete acties worden vertaald. Deze ambities zijn:

  • Meer keuzevrijheid en zeggenschap voor de burger, met meer inzicht in kansen op de woningmarkt;
  • Meer evenwicht in de koop-huur-verhouding, tussen steden en dorpen;
  • Meer capaciteit en kwaliteit in Wonen, welzijn en Zorg;
  • Meer samenwerking tussen alle woningmarktpartijen;
  • Meer aandacht voor doelgroepen en betaalbaarheid van woningen;
  • Meer zorg voor kwaliteit van woning en woonomgeving;
  • Monitoring van wat er gebeurt.

De Regionale Woonvisie streeft er naar zoveel mogelijk te kunnen voldoen aan de woonwensen van de burgers. Samen met de regionale woningmarktpartijen zullen de ambities zoveel mogelijk concreet worden uitgewerkt.