7.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in artikel 3.3.1 indien strikte toepassing van dit verbod leidt tot een beperking van het meest doelmatig gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
-
a. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;
-
b. de regels ten behoeve van een overschrijding van bouwgrenzen tot maximaal 2,5 meter, mits:
-
c. deze overschrijding noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of vanuit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
-
d. daarbij geen bestemmingsgrenzen worden overschreden;
-
e. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van andere bouwwerken ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 meter;
-
f. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 meter.