direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Esbeekseweg ong. (naast 12) en 21
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0798.BPEsbeeksewegong21-VG01

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;

met de daarbij behorende:

  • b. tuinen en erven;
  • c. ontsluitingswegen;
  • d. parkeervoorzieningen achter de voorgevellijn;
  • e. waterhuishoudkundige voorzieningen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Voor het bouwen geldt dat de op de in 4.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemmingsomschrijving mogen worden gebouwd.

4.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. per bouwvlak is uitsluitend één vrijstaande woning toegestaan;
  • c. de maximale inhoud van een vrijstaande woning mag niet meer bedragen dan 1.000 m³ inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken binnen het bouwvlak;
  • d. de bouw- en goothoogte van een vrijstaande woning mag niet meer bedragen dan op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven;
  • e. woningen dienen voorzien te zijn van een kap met een dakhelling van minimaal 30° en maximaal 55°.

4.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak bedraagt 100 m²;
  • c. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend achter de (verlengde) voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter, of - ingeval van het aanbouwen aan het hoofdgebouw - niet hoger dan de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 meter;
  • f. vrijstaande bijbehorende bouwwerken dienen voorzien te zijn van een kap met een dakhelling van minimaal 30° en maximaal 55°;
  • g. de maximale afstand van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot het hoofdgebouw bedraagt 40 meter.

4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn niet meer mag bedragen dan 1 meter;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 meter.

4.3 Afwijken bouwregels
4.3.1 Hogere goot- en/of bouwhoogte

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2 ten behoeve van de bouw van een woning met een hogere goot- c.q. bouwhoogte, met dien verstande dat:

  • a. de hogere goothoogte niet meer dan 6 meter en de hogere bouwhoogte niet meer dan 10 meter mag bedragen;
  • b. bij het verlenen van de omgevingsvergunning een belangenafweging dient plaats te vinden waarbij enerzijds betrokken wordt de (architectonische) noodzaak van deze hogere goot- en/of bouwhoogte en anderzijds de mate waarin de omringende landschappelijke, abiotische en/of natuur(wetenschappelijke), agrarische, recreatieve waarden dan wel belangen en/of belangen van derden door toepassing van de afwijking (kunnen) worden geschaad.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik van:

  • a. gronden en/of opstallen als staanplaats voor onderkomens, uitgezonderd kampeermiddelen in de vorm van caravans, kampeerauto's en tenten, indien gelijktijdig niet meer dan één caravan, één kampeerauto en/of één tent per bouwperceel wordt/worden geplaatst, mits geplaatst achter de van de weg afgekeerde gevel van de woning, en deze niet wordt/worden gebruikt voor bewoning;
  • b. gronden voor recreatieve doeleinden;
  • c. gronden en/of opstallen voor detail- of groothandel;
  • d. gronden en/of opstallen voor bedrijfsdoeleinden, behoudens afwijking voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep;
  • e. het opslaan van materieel, materialen of voorwerpen ten dienste van enige tak van handel of bedrijf;
  • f. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijbehorende bouwwerken betreft;
  • g. kamerbewoning;
  • h. seksinrichtingen.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Beroep aan huis

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 voor de uitoefening van een beroep aan huis in het hoofdgebouw en/of bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft, met dien verstaande dat deze woonfunctie in ieder geval geacht wordt gewaarborgd te blijven indien maximaal 40% van de oppervlakte van de woning (inclusief bijbehorende bouwwerken) met een maximum van 50 m2 voor het aan huis gebonden beroep wordt gebruikt;
  • b. de woning en/of bijbehorende bouwwerken blijven voldoen aan de wet- en regelgeving voor woningen;
  • c. er geen inrichting wordt opgericht, verandert of inwerking genomen als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onder e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tenzij voldoende vaststaat dat de inrichting over en weer geen overwegende bezwaren van milieuhygiënische aard zal oproepen, gelet op de ligging, bedrijfsvoering en omvang van de inrichting ten opzichte van de belendende woon- en/of bedrijfsbebouwing en -bestemmingen;
  • d. geen horeca of (detail- of groot)handel plaatsvindt, uitgezonderd kleinschalige verkoop als ondergeschikte nevenactiviteit in verband met het aan huis gebonden beroep;
  • e. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten dat extra maatregelen, zoals extra parkeervoorzieningen, noodzakelijk zijn;
  • f. het niet betreft activiteiten die in de regel in winkelpanden worden uitgeoefend, zoals de vestiging van een kappersbedrijf of videotheek.