In de regels van dit plan wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan
‘Tuinbouwweg 94 te Haarsteeg’ met identificatienummer
NL.IMRO.0797.Tuinbouwweg94-VG01 van de gemeente Heusden;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende
bijlagen;
1.3 aanbouw
een, aan een hoofdgebouw toegevoegde, afzonderlijke ruimte die qua afmetingen en/of in visueel
opzicht (onder meer voor wat betreft goothoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan
het hoofdgebouw;
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels
regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 aan-huis-verbonden bedrijf
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, gericht
op consumentenverzorging, geheel of overwegend door middel van handwerk, waarvan de omvang
dusdanig is dat de activiteit in een woning en/of daarbij behorende andere gebouwen, met behoud
van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend;
1.7 aan-huis-verbonden beroep
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in
overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die
met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.8 aardkundige waarden
landschapswaarden die samenhangen met (abiotische) milieukenmerken, zoals geologie,
geomorfologie, reliëf, (grond)waterhuishouding (kwelgebieden), bodemopbouw/bodemsamenstelling,
afzonderlijk of in onderlinge samenhang;
1.9 abiotische waarden
het geheel van waarden in verband met het abiotisch milieu (= niet levende natuur), in de vorm van
aardkundige en/of hydrologische kenmerken, zowel op zichzelf als in relatie tot de aanwezigheid of
nabijheid van (ontwikkelingsmogelijkheden voor) een waardevol biotisch milieu (= levende natuur,
gevormd door organismen en leefgemeenschappen);
1.10 achtergevel
een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw die parallel of nagenoeg parallel loopt aan
de voorgevel;
1.11 achtergevelrooilijn
- de achterste grens van een bouwvlak, gezien vanaf de weg waarop het hoofdgebouw is georiënteerd;
- indien er geen sprake is van een achterste grens van een bouwvlak, dan wel geen bouwvlak is aangegeven: de denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de achtergevel van het hoofdgebouw - zonder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen - alsmede het verlengde daarvan;
1.12 afhankelijke woonruimte
een bijgebouw bij een woning, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met die woning en waar
een gedeelte van de huishouding, zoals gehuisvest in die woning, uit een oogpunt van mantelzorg
is ondergebracht;
1.13 agrarisch bedrijf
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen
en/of het houden van dieren
1.14 agrarisch bedrijf, kwekerij
een agrarisch bedrijf, anders dan een intensieve veehouderij of een glastuinbouwbedrijf, waarvan
de productie niet in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van
onbebouwde gronden in de directe omgeving van het bedrijf;
1.15 agrarisch bedrijf, glastuinbouwbedrijf
een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf waarbij de productie geheel of overwegend gericht is op
het telen van gewassen in kassen en/of hoge tunnels, welke ter plaatse (overwegend) permanent
aanwezig zijn;
1.16 agrarisch-technisch hulpbedrijf
bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten waarbij
gemechaniseerd loonwerk ten behoeve van land-, tuin-, bos-, of natuurbouw wordt verricht of waarbij
gebruik gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van dieren of het toepassen van
andere land-, tuin-, bos- of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking;
1.17 agrarisch verwant bedrijf
bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten aan particulieren
of niet-agrarische bedrijven waarbij gebruik gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden
van dieren of het toepassen van andere land-, bos- of natuurbouwkundige methoden, met
uitzondering van mestbewerking;
1.18 archeologisch onderzoek
onderzoek verricht door of namens de gemeente, door een dienst, bedrijf of instelling erkend door
het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de
Nederlandse Archeologie (KNA);
1.19 archeologische verwachtingswaarden
gronden met verwachtingswaarden, die kunnen bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief
met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van
wetenschappelijk belang kunnen zijn en het cultuurhistorisch erfgoed kunnen vertegenwoordigen;
1.20 archeologische waarden
waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere
menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang zijn en
het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen;
1.21 atelier
werkplaats van een beeldend kunstenaar, waarbij detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit
van ter plaatse vervaardigde producten is toegestaan;
1.22 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.23 bed & breakfast
een aan de woonfunctie ondergeschikte recreatieve verblijfsvoorziening gericht op het bieden van
de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt. Onder een Bed & Breakfast voorziening
wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of
seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur;
1.24 bedrijfsgebouw
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
1.25 bedrijfswoning/dienstwoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, bedoeld voor (het huishouden van) een persoon,
wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;
1.26 beperkingen veehouderij
gebied waar de ontwikkelingsmogelijkheden van veehouderijen zijn beperkt;
1.27 beperkt kwetsbaar object
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het
risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
1.28 beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlak
het totale vloeroppervlak van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein dat wordt gebruikt
voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een
dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
1.29 bestaand
- het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen;
- het onder 1 bedoelde geldt niet voor zover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, de voorheen geldende beheersverordening, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan of de beheersverordening, of een andere planologische toestemming;
- in afwijking van het bepaalde onder 1 wordt onder oppervlakte van bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van veehouderij verstaan de oppervlakte van de gebouwen die:
- op 21 september 2013 legaal aanwezig of in uitvoering was, of
- mag worden gebouwd krachtens een vóór 21 september 2013 verleende vergunning, of
- is gebaseerd op een vóór 21 september 2013 ingediende volledige en ontvankelijke aanvraag voor omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, die in overeenstemming is met het geldende bestemmingsplan.
1.30 bedrijfsbebouwing ten behoeve van een veehouderij
onder bedrijfsbebouwing ten behoeve van een veehouderij wordt verstaan:
- gebouwen in gebruik voor de huisvesting van vee (niet zijnde hobbyvee);
- gebouwen in gebruik ten behoeve van de uitoefening van de (intensieve) veehouderij in de brede zin (zoals bijvoorbeeld een machineberging waarin de machines die gebruikt worden ten behoeve van de veeteelt zijn of worden gestald);
- bouwwerken voor de opslag van mest.
1.31 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.32 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.33 bijgebouw
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden
van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht
ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.34 boerderij of boerderijgebouw
één gebouw, dat bestaat uit één (hoofd)bouwmassa, waarbinnen zich de (voormalige) agrarische
bedrijfswoning en de (voormalige) agrarische bedrijfsruimten bevinden;
1.35 boerderijsplitsing
het opdelen, binnen de bestaande (hoofd)bouwmassa, van een boerderij(gebouw) in niet meer dan
2 woningen of een in de regels aangegeven ander maximum aantal woningen;
1.36 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van
een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een
standplaats;
1.37 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.38 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte
liggende vloeren of balklagen is begrensd; zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting
van kelder (ruimte onder peil) en zolder (ruimten onder de kap) voor zover deze zonder ingrijpende
voorzieningen geschikt kan worden gemaakt voor woonfuncties en daarmee gelijke
gebruiksmogelijkheden biedt als de daaronder gelegen bouwlagen;
1.39 bouwmassa
een verzameling gebouwen bestaande uit een vrijstaand hoofdgebouw, dan wel twee of meer
aaneengebouwde hoofdgebouwen inclusief aan- en uitbouwen;
1.40 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende
bebouwing is toegelaten;
1.41 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel;
1.42 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels
bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.43 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij
indirect met de grond is verbonden, hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond;
1.44 centrale recreatieve voorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het recreatieterrein als geheel, zoals een kampeerwinkel, een
kantine of een ontvangstkantoor;
1.45 cultuurhistorische waarde
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en
door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft
gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het
sloten- of wegenpatroon en/of de architectuur;
1.46 dagrecreatie
recreatieve activiteit die plaats vindt binnen een periode van een uur voor zonsopgang tot een uur
na zonsondergang;
1.47 dak
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.48 deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg
een door het college van Burgemeester en wethouders aan te wijzen persoon of organisatie die
beschikt over de in de beroepsgroep geldende kwalificaties;
1.49 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen
en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of
aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.50 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en
maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken,
schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen,
evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en prostitutie;
1.51 eenheden
een verblijfsruimte binnen een complex of gebouw bedoeld voor recreatief nachtverblijf;
1.52 erkende partij
een dienst, bedrijf of instelling erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en
werkend volgens de specificaties van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie;
1.53 extensief recreatief medegebruik
een extensief recreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de
bestemming waarbinnen dit dagrecreatieve gebruik is toegestaan, zoals die vormen van
dagrecreatie die in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, te weten wandelen,
fietsen, paardrijden, kanoën, een vissteiger, een picknickplaats, of een daarmee naar de aard
daarmee gelijk te stellen medegebruik, waarbij recreanten in relatief geringe aantallen mede gebruik
maken van al dan niet aangelegde voorzieningen zoals wegen, paden, water en wateroevers;
1.54 functie
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen
daarvan is toegestaan;
1.55 garagebedrijf
een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor verkoop, onderhoud en reparatie van
motorvoertuigen, met dien verstande dat de verkoop van motorbrandstoffen is uitgezonderd;
1.56 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden
omsloten ruimte vormt;
1.57 geluidbelasting vanwege het wegverkeer
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door
het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten,
zoals bedoeld in de Wet geluidhinder (Wgh);
1.58 geluidbelasting vanwege het spoorwegverkeer
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door
het gezamenlijke spoorwegverkeer op een bepaald spoorweggedeelte of een combinatie van
spoorweggedeelten, zoals bedoeld in Besluit spoorweglawaai;
1.59 geluidgevoelige functies
functies zoals bedoeld in het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen;
1.60 geluidzoneringsplichtige inrichting
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een
bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld;
1.61 glastuinbouwbedrijf
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in kassen plaatsvindt;
1.62 groenblauwe mantel
gebieden met een belangrijke nevenfunctie voor natuur en water die overwegend grenzen aan de
ecologische hoofdstructuur en ecologische verbindingszone en die deze verbinden;
1.63 groepsaccommodatie
een zelfstandige verblijfsaccommodatie die naar afmetingen en inrichting specifiek bedoeld is voor
een grotere groep van personen, tot uitdrukking komend in o.a. gezamenlijke faciliteiten voor logies,
dagverblijf en maaltijdbereiding;
1.64 grondgebonden agrarisch bedrijf
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen
plaatsvindt;
1.65 groothandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of
leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen tot aanwending in
een andere bedrijfsactiviteit;
1.66 GVE (groot vee-eenheid)
eenheid waarmee de fosfaatproductie van landbouwhuisdieren wordt uitgedrukt en waarbij 1 GVE
overeenkomt met de fosfaatproductie van één melkkoe;
1.67 hoge (teelt)ondersteunende voorzieningen
teeltondersteunende voorzieningen, niet zijnde teeltondersteunende kassen, hoger dan 1,5 m en
met een maximum hoogte van 4 m. Hieronder worden in ieder geval verstaan: teeltbakken in
stellingen of teelttafels, eventueel met regenkappen; plastic-/foliekassen, -tunnels en -regenkappen;
1.68 hoofdfunctie
een functie waarvoor het hoofdgebouw als zodanig mag worden gebruikt;
1.69 hoofdgebouw
een gebouw, dat door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het
belangrijkste gebouw op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
1.70 horeca
een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor consumptie ter plaatse worden verstrekt
en/of waar bedrijfsmatig logies wordt verstrekt;
1.71 horeca categorie 1
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van al dan niet ter plaatse
bereide etenswaren ten behoeve van consumptie ter plaatse, alsmede het daaraan ondergeschikt
verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende dranken, al dan niet in combinatie met
het verstrekken van nachtverblijf en/of van zaalverhuur, zoals een (hotel-) restaurant,
pannenkoekenhuis, eetcafé en pizzeria, uitgezonderd een maaltijdafhaalcentrum;
1.72 horeca categorie 2
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse bereide
snacks, ijs en kleine maaltijden voor consumptie zowel ter plaatse als elders, met daaraan
ondergeschikt het verstrekken van dranken, zoals een snackbar, cafetaria, lunchroom en ijssalon;
1.73 horeca categorie 3
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van overwegend alcoholische
dranken voor consumptie ter plaatse, al dan niet in combinatie met kleine etenswaren, zoals een
café;
1.74 horeca categorie 4
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig bieden van gelegenheid tot dansen, al
dan niet in combinatie met het verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende dranken,
zoals een partycentrum, een café met dansvloer van enige omvang of een discotheek;
1.75 hotel
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van nachtverblijf met als nevenactiviteiten
het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse;
1.76 houtteelt
de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe
hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe ontheffing is verleend van de melding- en
herplantplicht ex artikel 2 en 3 van de Boswet;
1.77 hoveniersbedrijf
een bedrijf, dat primair gericht is op ontwerp, aanleg en onderhoud van tuinen en
groenvoorzieningen;
1.78 huishouden
een persoon of groep personen die een duurzaam gemeenschappelijk huishouden voeren. Met een
huishouden worden gelijkgesteld:
- de huisvesting van maximaal 5 personen in onzelfstandige wooneenheden (kamerverhuur);
- tijdelijke huisvesting in de vorm van logies aan maximaal 5 seizoenarbeiders;
- de huisvesting van maximaal 12 personen met een lichamelijke of verstandelijke beperking, een psychiatrisch ziektebeeld of psychosociale problemen dan wel de huisvesting van maximaal 12 personen die tijdelijke opvang behoeven, al dan niet met inbegrip van begeleiding en toezicht, dit alles gericht op zelfstandige bewoning.
1.79 hydrologische waarde
gronden met een betekenis binnen het watersysteem van het plangebied als infiltratiegebied,
intermediair gebied en/of kwelgebied;
1.80 inrichtingen als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder
bedrijven en/of inrichtingen welke zijn genoemd in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en
vergunningenbesluit Wet Milieubeheer;
1.81 intensieve veehouderij
veehouderij met een bedrijfvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en
gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-,
pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de
aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen;
1.82 kampeermiddel
een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover
geen bouwwerk zijnde, één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen
voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden
gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
1.83 kantine
een gebouw of ruimte in een gebouw ten dienste van de op het perceel gelegen bestemming voor
het nuttigen van maaltijden en overige consumpties door de gebruikers van de bestemming;
1.84 kantoor- en/of praktijkruimte
een ruimte welke door aard en indeling kennelijk is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak dienstig
te zijn tot het verrichten van administratieve, medische en/of ontwerptechnische arbeid;
1.85 kapel
een gedeeltelijk met wanden omsloten bouwwerk bestemd voor godsdienstbeoefening en voorzien
van een eigen altaar en/of een heiligenbeeld;
1.86 kas
agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander
lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde
klimaatomstandigheden waaronder mede begrepen een schuurkas of een permanente tunnel- of
boogkas hoger dan 1,5 m;
1.87 kelder
een geheel ondergronds gelegen ruimte, die is gesitueerd onder een bijbehorend bovengronds
bouwwerk;
1.88 kleinschalig kamperen
kleinschalige recreatieve activiteiten, uitsluitend gedurende de periode van 15 maart tot en met 31
oktober, waarbij niet meer dan 15 kampeermiddelen aan de orde zijn;
1.89 kwetsbaar object
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het
risico c.q. een risico-afstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet
worden;
1.90 lage (teelt)ondersteunende voorzieningen
(teelt)ondersteunende voorzieningen voor plantaardige teelten, die op of nabij de grond worden
aangebracht, met een maximale hoogte van 1,5 m Hieronder wordt in ieder geval verstaan:
containervelden (een geheel verharde ondergrond veelal van niet-opneembare/gesloten
verhardingen, zoals beton of anti-worteldoek met daartussen opneembare of open verhardingen,
zoals betonplaten, tegel- of klinkerbestratingen) lage tunnels (halfronde bogen waarover plastic of
gaasdoek wordt gespannen), insectengaas, afdekfolies, acryldoek, vlakveldfolies en vraatnetten;
1.91 landschapselementen
ecologische en/of landschappelijke waardevolle elementen zoals bosjes, houtwallen, poelen en
moerasjes, in de regel kleiner dan 2 ha;
1.92 landschapswaarden
de aan een gebied toegekende waarde wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak,
welke wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van bodem, water, terreinvormen, nietlevende
en levende natuur en het menselijk grondgebruik in onderlinge samenhang en
wisselwerking;
1.93 landschapsontwikkelingsgebied
een gebied dat aangeduid is voor een of andere vorm van landschapsontwikkeling. Voorbeelden zijn
een RNLE, een zone beek-herstel, een landschapsecologische zone en een (robuuste) ecologische
verbindingszone;
1.94 lichte bedrijvigheid
het op ambachtelijke wijze vervaardigen, herstellen, onderhouden of bewerken van producten en/of
diensten in de vorm van bedrijven die voorkomen in de van deze planregels deel uitmakende Staat
van bedrijfsactiviteiten;
1.95 maatschappelijke en culturele voorzieningen
educatieve, (para)medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, religieuze,
onderwijsvoorzieningen, sportvoorzieningen, recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten
behoeve van openbare dienstverlening, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in
combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen;
1.96 manege
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden aan derden en daarvoor paarden en/of pony's
houdt, zulks in combinatie met een of meer van de navolgende activiteiten of voorzieningen: het in
pension houden van paarden en pony's, horeca-activiteiten (kantine, foyer e.d.), logies- en/of
verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen;
1.97 mantelzorg
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale
vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
1.98 mestbewerking
de toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of
hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigen, zoals droging, bezinking, (co)vergisting, scheiding,
hygiënisatie of indamping van mest;
1.99 molen
inrichting bestemd en geschikt voor het benutten van windkracht;
1.100 molenbedrijf
bedrijf gericht op het gebruik van een molen als zodanig;
1.101 natuurwaarden
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de aanwezige flora en/of fauna in relatie
met de bijbehorende abiotische randvoorwaarden (bodem, water, terreinvormen);
1.102 nevenactiviteit
activiteiten die in ruimtelijke opzicht ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie op een bouwperceel;
1.103 niet-intensieve veehouderij
een veehouderij, niet zijnde een intensieve veehouderij, zoals de grondgebonden
melkrundveehouderij;
1.104 ondergeschikte bouwdelen
ondergeschikte delen aan een gebouw zoals, trappen, bordessen, funderingen, kelderingangen,
overstekende daken, goten, luifels, balkons, balkonhekken, schoorstenen, liftopbouwen en andere
ondergeschikte (dak)opbouwen;
1.105 ondergeschikte detailhandel
beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen, die functioneel rechtstreeks verband
houden met de bedrijfsactiviteiten;
1.106 opgraving
de ontsluiting van een archeologische vindplaats met als doel de informatie te verzamelen en vast
te leggen die nodig is voor het beantwoorden van de in het Programma van Eisen verwoorde
onderzoeksvra(a)g(en) en het behalen van de onderzoeksdoelstellingen. Opgravingen worden
verricht door een erkende partij, beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 45 van de
Monumentenwet en uitgevoerd volgens de desbetreffende specificatie in de Kwaliteitsnorm voor de
Nederlandse Archeologie (KNA);
1.107 opslag (statisch)
(binnen)opslag van goederen die geen regelmatige verplaatsing behoeven, niet bestemd zijn voor
handel en niet worden opgeslagen voor een elders gevestigd niet-agrarisch bedrijf, zoals
(seizoens)stalling van (antieke) auto's, boten, caravans, campers en dergelijke;
1.108 paardenhouderij
een bedrijf waarbij de productie geheel of overwegend gericht is op het fokken van paarden, het
africhten van paarden, het bieden van verblijf aan paarden (b.v. paardenstalling en paardenpension),
het geven van paardrijlessen dan wel de handel in paarden;
1.109 perceelsgrens
de grens van een perceel;
1.110 plaatsgebonden risico
risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die
onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van
een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of
bestrijdingsmiddel betrokken is;
1.111 productiegebonden detailhandel
beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen vanuit een bedrijf dat die goederen
vervaardigt/produceert, bewerkt en/of toepast in het productieproces, waarbij de
detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
1.112 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander
tegen vergoeding;
1.113 raamprostitutie
een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostituee/prostitué tracht de aandacht
van passanten op zich te vestigen;
1.114 recreatief medegebruik
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming
waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
1.115 recreatieve voorziening
voorzieningen bedoeld voor recreatief gebruik zoals musea, sportterreinen, speeltuinen,
hondenoefenterreinen, dierenparken, openluchttheaters en groepsaccommodaties;
1.116 recreatiewoning
een gebouw, dat periodiek dient als verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;
1.117 reëel agrarisch bedrijf
een agrarisch bedrijf met een omvang, passend bij ten minste een halve tot een volledige
arbeidskracht, met aannemelijk perspectief op volwaardigheid;
1.118 rijbak
een onoverdekte voorziening bedoeld voor het berijden, africhten en laten bewegen van paarden;
1.119 ruimtelijke eenheid
complex van bij elkaar behorende bouwwerken;
1.120 risicovolle inrichting
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde,
richtwaarde voor het risico c.q. risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het
bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
1.121 ruimtelijke kwaliteit
de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de
toekomstwaarde van die ruimte;
1.122 seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij
bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische
aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een seksbioscoop,
seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, een (raam)prostitutiebedrijf en een erotische
massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.123 stacaravans
onderkomens, onder welke benaming ook aangeduid, die uitsluitend of in hoofdzaak dienen of
kunnen dienen tot dag- of nachtverblijf van een of meer personen, en die door de aanwezigheid van
een chassis, assenstelsel en wielen wel over een korte afstand naar een vaste standplaats kunnen
worden verreden, doch niet bestemd zijn om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen
als een aanhangsel van een personenauto te worden voortbewogen. Ook indien deze onderkomens
wegens daaraan of daarbij aangebrachte wijzigingen of voorzieningen niet of niet meer geschikt zijn
om te worden verreden, worden zij aangemerkt als stacaravan;
1.124 stedenbouwkundig beeld
het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaalde beeld inclusief de ter
plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige)
elementen gevormde ruimte(n);
1.125 (teelt)ondersteunende voorzieningen
(teelt)ondersteunende voorzieningen, die onderdeel zijn van de totale agrarische bedrijfsvoering van
een (grondgebonden) open- of vollegronds tuinbouwbedrijf(stak), boom- of vaste
plantenteeltbedrijf(stak) en die gebruikt worden om de bedrijfsvoering te optimaliseren; hierdoor
vindt (een deel van) de productie onder meer gecontroleerde omstandigheden plaats, waardoor
gezorgd kan worden voor een verbetering van de productiekwaliteit en/of arbeidsomstandigheden,
teeltvervroeging of -verlating en het terugdringen van gewasbeschermingsmiddelen en
meststoffengebruik;
1.126 (teelt)ondersteunende kas
een teeltondersteunende voorziening, bestaande uit een agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de
wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend
voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden. Hieronder vallen
ook schuurkassen en permanente tunnel- of boogkassen (>1,5 m);
1.127 tijdelijke (teeltondersteunende) voorzieningen
teeltondersteunende voorzieningen die op dezelfde locatie gebruikt kunnen worden zo lang de teelt
dit vereist, met een maximum van 6 maanden. Deze tijdelijke voorzieningen hebben een directe
relatie met het grondgebruik. Hieronder worden verstaan folies, insectengaas, acryldoek,
wandelkappen, schaduwhallen, hagelnetten, regenkappen, palen, vraatnetten en boomteelthekken;
1.128 tuincentrum
detailhandel met een al dan niet geheel overdekt verkoopvloeroppervlak, waarop artikelen voor de
inrichting en het onderhoud van tuinen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen worden
aangeboden;
1.129 uitbouw
de vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw, die qua afmetingen en/of in visueel
opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het
hoofdgebouw;
1.130 veehouderij
agrarisch bedrijf dat gericht is op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen,
geiten, pluimvee, tamme konijnen en/of pelsdieren;
1.131 verblijfsrecreatie
het verblijf voor recreatieve doeleinden buiten de eerste woning, waarbij ten minste een nacht wordt
doorgebracht, met uitzondering van overnachtingen bij familie en kennissen;
1.132 verbrede landbouw
activiteiten bij een agrarisch bedrijf die voortvloeien uit de agrarische bedrijfsvoering en die ten
dienste staan van het agrarische bedrijf zoals agro-toerisme, waaronder agrarisch natuurbeheer,
bewerking en waardevermeerdering van ter plaatse geproduceerde producten en zorgboerderijen;
1.133 verkoopvloeroppervlakte (vvo)
de totale oppervlakte van de voor het publiek toegankelijke en zichtbare winkelruimte binnen een
gebouw, inclusief de etalageruimte en de ruimte achter de toonbank;
1.134 (vollegronds)teeltbedrijf
agrarisch bedrijf in de land- en tuinbouwsector dat gericht is op het telen van gewassen, met een
bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt;
1.135 volwaardig agrarisch bedrijf
een agrarisch bedrijf dat jaarrond een arbeidsbehoefte of -omvang heeft van ten minste één
volledige arbeidskracht, met een daarbij passend jaarinkomen, en waarvan het behoud ook op
langere termijn in voldoende mate en op duurzame wijze is verzekerd, dat wil zeggen in zowel
bedrijfseconomisch opzicht als op milieuhygiënisch verantwoorde wijze;
1.136 voorgevel
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel;
1.137 voorgevellijn
de lijn waarin de voorgevel van het hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan;
1.138 voorgevelrooilijn
de grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd;
1.139 waterhuishoudkundige voorzieningen
voorzieningen, die het waterhuishoudkundige belang dienen, zoals watergangen, waterlopen,
kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of
waterloop;
1.140 werk
een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde;
1.141 winkel
een gebouw dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk is bedoeld om te worden
gebruikt voor de uitoefening van detailhandel;
1.142 wonen
Hieronder wordt verstaan:
- het geheel van aan huis verbonden activiteiten van huishoudens die plaatsvinden in al dan niet gestapelde woningen, zelfstandige wooneenheden e.d. ten dienste van het verblijven door mensen. Niet tot wonen behoort het verblijf in recreatieve dagverblijven;
- huisvesting van personen in onzelfstandige wooneenheden (kamerverhuur), tijdelijke huisvesting van personen in de vorm van het verstrekken van logies aan seizoenarbeiders, verzorgingstehuis, gezinsvervangende huisvesting en andere vormen van beschermd/begeleid wonen, alsmede bijbehorende gemeenschappelijke voorzieningen (en ruimten) c.q. verzorgingsfaciliteiten;
- beroepsactiviteiten die kunnen worden beschouwd als 'aan huis verbonden beroep of bedrijf', zijnde beroepsactiviteiten van tenminste één bewoner, plaatsvindend in de betrokken woning en/of bijbehorend bijgebouw.
1.143 woning
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één
huishouden;
1.144 woonboerderij
een woning die bestaat uit een voormalig agrarische bedrijfswoning met de in de bouwmassa
opgenomen voormalige agrarische bedrijfsruimten;
1.145 zaalverhuur
een inrichting ten behoeve van het al dan niet bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie,
waarbij het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren en/of het verstrekken van
drank voor consumptie ter plaatse mogelijk is;
1.146 zoekgebied voor ecologische verbindingszone
gebied waarbinnen een ecologische verbindingszone is of wordt gerealiseerd;
1.147 zorgvuldige veehouderij
veehouderij die door het treffen van maatregelen, onder andere gericht op landschap, het verder
sluiten van kringlopen op lokaal niveau, emissiebeperking en gezondheid voor mens en dier,
ruimtelijk en maatschappelijk optimaal is ingepast in zijn omgeving.