Plan: | Val |
---|---|
Status: | voorontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0797.HeusdenVALBV-VO01 |
Het Rijksbeleid ten aanzien van water is neergelegd in de Vierde Nota Waterhuishouding (1998). Hierin is aangegeven dat het waterbeheer in Nederland moet zijn gericht op een veilig en goed bewoonbaar land met gezonde duurzame watersystemen. Om dit te bereiken moet zoveel mogelijk worden uitgegaan van een watersysteembenadering en integraal waterbeheer. In de nota is onder meer aangegeven dat stedelijk water meer aandacht moet krijgen. Volgens de nota Waterbeheer in de 21e eeuw (2000) moet aan het watersysteem meer aandacht worden gegeven om de natuurlijke veerkracht te benutten. Voorkomen van afwenteling door het hanteren van de drietrapsstrategie "vasthouden-bergen-afvoeren" staat hierbij centraal. Ook in stedelijke uitbreidingen dient daarom het overtollige hemelwater beter te worden vastgehouden. Het vroegtijdig betrekken van de waterbeheerder en het meewegen van het waterbelang is, door middel van de Watertoets, per 1 juli 2008 verankerd in artikel 3.1.6 lid 1 sub b van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro).
De watertoets is een overlegverplichting tussen initiatiefnemer en waterbeheerder(s) en geldt onder andere voor het vaststellen van een bestemmingsplan, of een wijzigings- en uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 sub a
en b Wro. De watertoets omvat het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het doel van de watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op even wichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundige relevante ruimtelijke plannen en besluiten.
Het Waterschap Aa en Maas en De Dommel en de betreffende gemeenten, waaronder de gemeente Heusden, hebben een Waterplan opgesteld op basis van de Europese Kaderrichtlijn Water, de 4e Nota Waterhuishouding, Nota Waterbeheer 21e eeuw, het Nationaal Bestuursakkoord Water en de Wet gemeentelijke watertaken. De gemeente is verantwoordelijk voor hemelwater, grondwater en afvalwater. Het waterplan is kaderstellend en hierin zijn 7 doelen geformuleerd:
Gevolgen voor de waterhuishouding
Er zullen geen ingrijpende veranderingen in het waterhuishoudingsysteem als gevolg van dit bestemmingsplan plaatsvinden. De gemiddeld hoogste grondwaterstand ligt meer dan 40 cm beneden het maaiveld. De gemiddeld laagste grondwaterstand ligt tussen de 80 cm en 120 cm beneden maaiveld.
Het plangebied grenst niet aan waterkeringen en ligt niet in het winterbed van een rivier.
Voor de gewijzigde lozingssituatie verhoging lozingsvolume) is een aanvraag om een nieuwe vergunning ingevolge de Waterwet ingediend.