Val

4.3 Luchtkwaliteit

Nederland heeft de Europese regels ten aanzien van luchtkwaliteit geïmplementeerd in de Wet milieubeheer. De in deze wet gehanteerde normen gelden overal, met uitzondering van een arbeidsplaats (hierop is de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing).

Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer in werking getreden. Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Hierin staat wanneer en hoe overschrijdingen van de luchtkwaliteit moeten worden aangepakt. Het programma houdt rekening met nieuwe ontwikkelingen zoals bouwprojecten of de aanleg van infrastructuur. Projecten die passen in dit programma, hoeven niet meer te worden getoetst aan de normen (grenswaarden) voor luchtkwaliteit.

De ministerraad heeft op voorstel van de minister van VROM ingestemd met het NSL. Het NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden.

Ook projecten die 'niet in betekenende mate' (nibm) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. De criteria om te kunnen beoordelen of er voor een project sprake is van nibm, zijn vastgelegd in de AMvB-nibm.

In de AMvB-nibm is vastgelegd dat na vaststelling van het NSL of een regionaal programma een grens van 3% verslechtering van de luchtkwaliteit (een toename van maximaal 1,2 µg/m3 NO2 of PM10) als 'niet in betekenende mate' wordt beschouwd.

Onderzoek4 

Het plan biedt de mogelijkheid tot het wijzigen van een sorteer- en composteerinrichting in een biovergistingsinrichting. In onderstaande tabel zijn de activiteiten opgenomen die van belang zijn voor de luchtkwaliteit.

Verkeersbewegingen met personenauto's en vrachtwagens binnen de inrichting	PM10 & NO2
Verkeersbewegingen met personenauto's en vrachtwagens buiten de inrichtingsgrenzen(verkeersaantrekkende werking (indirecte hinder)	PM10 & NO2
Mobiele werktuigen (kranen, shovels, shredder e.d.)	PM10 & NO2
Warmtekrachtkoppelingsinstallatie	NO2
Bewerken, op en overslaan van afvalstoffen	PM10
Op en overslaan van compost	PM10
Op en overslaan van bouwstoffen (zand, grond, klinkers etc.)	PM10

In het onderzoek is de jaargemiddelde immissie van NO2 en PM10 berekend bij nabij gelegen beoordelingspunten, om te kunnen toetsen of een relevante bijdrage geleverd wordt danwel in hoeverre aan de geldende normstelling wordt voldaan. De berekening is uitgevoerd met Implementatie Standaardrekenmethode Luchtkwaliteit 3a (ISL3a), versie 20 IO. ISL3a is gebaseerd op het Nieuw Nationaal Model (NNM) en rekent conform Standaard rekenmethode 3 (SRM3), zoals aangegeven in de Regeling "beoordeling luchtkwaliteit 2007"

Conclusie

Uit de rekenresultaten ter plaatse van nabij gelegen beoordelingspunten kan geconcludeerd worden dat de maximale bijdrage voor wat betreft NO2 van de aangevraagde situatie van Val 0.63 % bedraagt en voor PM10 0,18%. Ten opzichte van de vergunde situatie wordt ter plaatse van het meest belaste immissiepunt zelfs een afname berekend van de NOx concentratie. Aangezien de hoogst berekende bijdrage minder dan 3% bedraagt, kan gesteld worden dat de toekomstige situatie niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteitsaspecten. Aangezien de immissie van de componenten PM10 en NO2 niet in betekende mate bijdraagt mag verondersteld worden dat eveneens de immissies van de overige componenten niet in betekende mate zullen bijdragen. Voor meer informatie wordt verwezen naar het luchtkwaliteitsrapport dat als bijlage bij deze toelichting is gevoegd.

• 4. 4