Val

3.4 Landschappelijke inpassing

Naast de realisatie van een biomassavergistingsinstallatie, voorziet het plan in een verbetering van de inpassing van het terrein in het landschap. De locatie van het bedrijf in het buitengebied vraagt om een structurele landschappelijke inpassing, waarbij het niet het doel is om het bedrijf achter een houtwal te verstoppen, maar het bedrijf als onderdeel van het landschap te zien. Deze landschappelijke inpassing omvat de volgen de elementen:

• De laanstructuur van de Veldweg zal versterkt worden, zodat deze aansluit op de bestaande laan in het westelijke deel van het gebied.
• De bedrijfswoning met tuin ligt als een groen eiland in het bedrijf.
• De westelijke afronding van het terrein wordt gevormd door een beplante aarden wal en boomsingels van populieren. Hiermee worden de opslagplaatsen meer aan het oog onttrokken. De silo's van vergisting- en waterzuiveringinstallaties mogen wel aangeven dat het bedrijf een bepaalde functie vervuld ten opzichte van het milieu.
• Aan de oostzijde van het bedrijf wordt een nu nog agrarisch perceel ingericht als groenzone. Het ontwerp voor deze zone is gebaseerd op de oost-westgerichte lijnen uit 1900 en het bos uit 1850. Open paardenweiden en verschraald grasland (licht afgegraven, zodat de voedselrijke bovenlaag verdwijnt) wisselen af met wilgenbosjes en elzensingels. Bij de overgang naar de Seijlesche wetering zal een natter en lager gebied worden ingericht met water en natuurvriendelijke oevers.

Bovenaanzicht landschappelijke inpassing

Impressie landschappelijke inpassing vanuit vogelvlucht