direct naar inhoud van Artikel 4 Verkeer - Verblijf
Plan: Het ei van Drunen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0797.BPeivandrunen-OH01

Artikel 4 Verkeer - Verblijf

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 Algemeen

De voor Verkeer - Verblijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met uitsluitend een verkeersfunctie;
  • b. straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
  • c. voet- en rijwielpaden;
  • d. verblijfsvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen al dan niet in de vorm van een transferium;
  • f. waterstaatkundige en verkeerskundige werken, zoals op- en afritten, viaducten, geleidrails, duikers, taluds, bruggen, tunnels, rotonden;
  • g. groenvoorzieningen waaronder mitigerende voorzieningen zoals wildkerende rasters, wildtunnels e.d.;
  • h. straatmeubilair;
  • i. evenementen;
  • j. een zendmast;
  • k. beeldende kunstwerken;
  • l. geluidwerende voorzieningen;
  • m. nutsvoorzieningen;
  • n. voorzieningen ten behoeve van het openbaar vervoer;
  • o. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

één en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in 4.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.

4.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 4.1.1:

a Wegen

De wegen mogen uit vier rijbanen bestaan.

b Zendmast

In het bestemmingsvlak met deze bestemming is één zendmast toegestaan.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

4.2.2 Gebouwen

Gebouwen dienen aan het volgende te voldoen:

  • a. uitsluitend zijn niet meer dan twee gebouwen ten dienste van de parkeervoorzieningen toegestaan;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m;
  • c. de bebouwde oppervlakte per gebouw mag niet meer bedragen dan 100 m²;
  • d. in afwijking van het gestelde onder a tot en met c, zijn gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van het openbaar vervoer toegestaan. Deze gebouwen dienen aan het volgende te voldoen:
    • 1. de bebouwde oppervlakte per gebouw mag niet meer bedragen dan 20 m²;
    • 2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan het volgende te voldoen:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de verkeersgeleiding en wegverlichting mag niet meer bedragen dan 12 m;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • c. de bouwhoogte van signalerings- en telecommunicatiemasten mag niet meer bedragen dan 4 m;
  • d. de bouwhoogte van kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 12 m;
  • e. de bouwhoogte van de zendmast mag niet meer bedragen dan 40 m;
  • f. de bouwhoogte van geluidwerende voorzieningen mag niet meer bedragen dan noodzakelijk is om te kunnen voldoen aan de Wet geluidhinder;
  • g. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
4.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied" met toepassing van artikel 3.6 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, deze bestemming wijzigen in de bestemming "Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met lpg", teneinde de vestiging van een motorbrandstoffen (inclusief lpg) verkooppunt toe te staan. Hierbij dient voldaan te worden aan de volgende voorwaarden:

  • a. ten gevolge van de plaatsgebonden risico van het lpg-vulpunt, de lpg-tank en / of het lpg-afgiftepunt, wordt de aanduiding "veiligheidszone - lpg" opgenomen;
  • b. binnen de aanduiding als bedoeld in a. wordt de vestiging van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten uitgezonderd;
  • c. de afstand van de 10(-6) contour van het plaatsgebonden risico tot het lpg vulpunt mag niet meer bedragen dan 45 m;
  • d. het groepsrisico wordt verantwoord ingevolge het bepaalde in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
  • e. de wijziging mag geen onevenredige belemmeringen opleveren voor het gebruik van omliggende terreinen;
  • f. er wordt voldaan aan geldende milieuregelgeving;
  • g. de wijziging mag niet leiden tot een aantasting van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat;
  • h. de wijziging bevat de bevoegdheid voor burgemeester en wethouders om de "veiligheidszone - lpg" geheel of gedeeltelijk te verwijderen en de bijbehorende regels en begrippen op dit punt aan te passen indien het LPG-vulpunt wordt verwijderd, danwel indien door het nemen van technische maatregelen en / of het wijzigen van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving blijkt dat de tot het vulpunt aan te houden afstand kan worden verkleind.