direct naar inhoud van Artikel 3 Natuur
Plan: Het ei van Drunen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0797.BPeivandrunen-OH01

Artikel 3 Natuur

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, beheer, herstel en/of ontwikkeling van de landschaps- en natuurwaarden;
  • b. verharde en onverharde paden en wegen;
  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. extensief recreatief medegebruik;
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van het volgende:

  • a. de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 500 m² ;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 20 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 10 m.
3.3 Aanlegvergunning
3.3.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan 100 m2 per perceel of met meer dan 0.40 m wordt gewijzigd of waarbij de maaiveldniveaus van een steilrand worden gewijzigd;
  • b. het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan 0.40 m onder maaiveld;
  • c. het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indringen van voorwerpen in de bodem;
  • d. het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten, of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
  • e. het verlagen van de waterstand anders dan door sloten/greppels of drainage m.u.v. grondwateronttrekkingen;
  • f. het vellen of rooien van bos en/of het verwijderen van houtopstanden;
  • g. het verwijderen van natuur- en landschapselementen die ten tijde van het van kracht worden van het plan aanwezig waren;
  • h. het verwijderen van perceelsindelingen, paden en onverharde wegen;
  • i. het aanleggen en/of verharden van wegen of paden, dan wel aanbrengen van andere niet omkeerbare oppervlakteverhardingen groter dan 100 m² per perceel.
3.3.2 Uitzonderingen

Het in 3.3.1. bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. betrekking hebben op het realiseren van de bestemming;
  • c. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
3.3.3 Toelaatbaarheid
  • a. De in 3.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.
  • b. Alvorens te beslissen over het verlenen van een aanlegvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in bij het waterschap, voor zover de afweging mede betrekking heeft op hydrologische waardevolle gebieden.
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:

  • a. opslag-, stort- en/of lozingsplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken goederen, grond, stoffen en materialen, behoudens voorzover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond en opstallen;
  • b. het geplaatst houden van kampeermiddelen.