direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Parapluplan Parkeren Heusden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0797.BPParapluParkeren-VG01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en context

Met de stedenbouwkundige bepalingen uit de bouwverordening beschikte de gemeente over de mogelijkheid om bij ruimtelijke ontwikkelingen - ten behoeve van voldoende parkeergelegenheid voor het parkeren of stallen van auto's - te toetsen aan de parkeernormen uit de 'Nota Parkeernormen Heusden'. Deze nota is te raadplegen op http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/.


De stedenbouwkundige bepalingen uit de Bouwverordening zijn echter sinds 29 november 2014 vervallen. Dit houdt in dat de dynamische parkeerregeling overgeheveld dient te worden naar ruimtelijke plannen: bestemmingsplannen, beheersverordeningen, uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen. Er geldt een overgangstermijn voor bestaande ruimtelijke plannen tot 1 juli 2018. In de beheersverordeningen en bestemmingsplannen die zijn vastgesteld vanaf begin 2015 is al wel een parkeerbepaling opgenomen. Echter is deze niet voor alle bestemmingsplannen gelijk. Om zo snel mogelijk een gemeente-dekkende regeling te hebben voor parkeren (en laden en lossen) is voorliggend paraplubestemmingsplan opgesteld. Dit plan wijzigt alle ruimtelijke plannen in de gemeente op dit onderdeel, behalve wanneer in geldende plannen specifieke parkeernormen zijn opgenomen. Omdat de regeling overkoepelend geldt voor een groot aantal ruimtelijke plannen wordt het een paraplubestemmingsplan genoemd.


Dit bestemmingsplan regelt nadrukkelijk geen nieuwe ontwikkelingen of beleid. Het betreft alleen de overheveling van de stedenbouwkundige parkeerbepaling uit de bouwverordening naar de vigerende ruimtelijke plannen in de gemeente Heusden.

1.2 Ligging en begrenzing van het plangebied

Het plangebied omvat de gehele gemeente Heusden (figuur 1.1).

afbeelding "i_NL.IMRO.0797.BPParapluParkeren-VG01_0001.jpg"

Figuur 1.1 Ligging plangebied

1.3 Vigerende plannen

Het Parapluplan Parkeren Heusden heeft betrekking op alle bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen die gelden op het moment van de vaststelling van dit plan.

1.4 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt uitgelegd op welke wijze de juridische regeling in elkaar zit en ten slotte wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op de uitvoerbaarheid van het plan.

Hoofdstuk 2 Wijze van bestemmen

2.1 Inleiding

Het juridische deel van dit paraplubestemmingsplan bestaat uit een verbeelding en de regels. Op de verbeelding is het plangebied weergegeven. Dit plangebied geeft de begrenzing aan van het gebied waarbinnen de regels van dit bestemmingplan gelden: in dit geval de hele gemeente Heusden.

2.2 Uitleg van de regels

De regels in dit plan bestaan uit de volgende onderdelen:

Artikel 1 Begrippen

Begrippen die in de regels worden gebruikt en die uitleg behoeven, worden in dit artikel uitgelegd.

Artikel 2 Van toepassing verklaren

In artikel 2 is een regel opgenomen, waarin is vastgelegd dat de parkeerregeling zoals genoemd in artikel 4, betrekking heeft op alle ruimtelijke plannen op het grondgebied van de gemeente Heusden. In de praktijk kan het voorkomen dat parkeernormen specifiek zijn vastgelegd in een ruimtelijk plan, bijvoorbeeld door parkeernormen expliciet in de regels te vermelden.
Ook kan het voorkomen dat binnen een specifiek gebied een minimum aantal parkeerplaatsen gerealiseerd moet worden en in stand moet worden gehouden. Deze kunnen afwijken van de parkeernormen uit de Nota Parkeernormen. Het is niet de bedoeling dat deze regeling deze specifieke regels buiten toepassing verklaard. Daarom is bepaald dat indien parkeernormen specifiek vastliggen in ruimtelijke plannen deze van kracht blijven.
Hieronder wordt niet begrepen, het vastleggen van parkeernormen met behulp van een verwijzing naar een algemene beleidsregel. Met deze laatste bepaling wordt de oorspronkelijke algemene parkeerregeling die in de meest recente ruimtelijke plannen is opgenomen buiten toepassing verklaard en vervangen door de uitgebreidere algemene regeling van dit plan.

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Deze regel volgt uit het Besluit ruimtelijke ordening en wordt opgenomen in alle bestemmingsplannen. Om te voorkomen dat grond dubbel wordt meegeteld, is hier geregeld dat grond die eenmaal bij een bouwplan is meegenomen, bij andere aanvragen buiten beschouwing moet blijven. De regeling is alleen van toepassing op het paraplubestemmingsplan.

Artikel 4 Parkeren

De nieuwe parkeerbepaling is opgenomen in artikel 4 van dit bestemmingsplan. De bepaling verwijst voor de te hanteren parkeernormen naar de Nota Parkeernormen. Het parkeernormenbeleid is een dynamisch document en bijstelling van het beleid is met enige regelmaat noodzakelijk. Omdat het niet doelmatig is hiervoor telkens een nieuw bestemmingsplan op te stellen voorziet de regeling in een dynamische verwijzing naar de parkeernormen. Dit houdt in dat het van toepassing wordt verklaard en tevens rekening wordt gehouden met de opvolger van dit beleid.

In de Nota Parkeernormen staat het beleid ten aanzien van parkeren. Het betreft bijvoorbeeld hoe om te gaan met parkeren, hoeveel parkeerplaatsen er nodig zijn bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, de manier waarop in deze parkeerplaatsen kan worden voorzien en welke eisen aan de verschillende parkeerplaatsen worden gesteld.

Een aanvraag omgevingsvergunning moet worden getoetst aan de parkeernormen wanneer er sprake is van een vergunningplichtige nieuw- of verbouwontwikkeling en/of wanneer er sprake is van wijziging van het gebruik. Bij het realiseren van voldoende parkeergelegenheid hoeven geen bestaande tekorten te worden opgelost. De te realiseren parkeergelegenheid moet voldoende zijn voor het bouwwerk waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht.

De regeling bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Bouwplannen worden getoetst aan artikel 4.1.1.
  • Gebruiksveranderingen worden getoetst aan artikel 4.1.2.
  • Op basis van artikel 4.1.3 geldt dat de nieuwe parkeerbehoefte uitsluitend wordt bepaald ten opzichte van de huidige parkeerbehoefte.
  • Artikel 4.1.4 onder e bevat een regeling die voorziet in de mogelijkheid om in afwijking van het bepaalde in voorgaande artikelen te voorzien in de parkeerbehoefte buiten eigen terrein. Zoals opgenomen in de Nota Parkeernormen gelden daar een aantal voorwaarden voor. Parkeren wordt opgevangen door benutting van bestaande parkeerruimte in de omgeving en in de openbare ruimte worden parkeerplaatsen aangelegd. Bij toepassing van de afwijking moet worden beoordeeld of sprake is van voldoende parkeergelegenheid aan de hand van de eisen die zijn gesteld de 'Nota Parkeernormen Heusden' (d.d. 24-05-2016).
  • In artikel 4.1.5 is bepaald dat de gerealiseerde parkeergelegenheid tevens in stand dient te worden gehouden.
  • Op basis van artikel 4.1.6 kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen aan de omvang en situering van de parkeerplaatsen. Het gaat hierbij onder meer om de breedte van parkeerplaatsen en andere afmetingen van parkeerterreinen.
  • Met artikel 4.1.7 is bepaald dat bij een wijziging van de Nota Parkeernormen, getoetst dient te worden aan de nieuwe nota.
  • Voor het realiseren van laad- en losruimten geldt artikel 4.2. Waarbij geldt dat bij nieuwbouw altijd dient te worden voorzien in laad- en losruimten indien de functie daar om vraagt.

Artikel 5 Overgangsrecht

Hier is het wettelijk vastgestelde overgangsrecht geregeld. De regeling is alleen van toepassing op het paraplubestemmingsplan.

Artikel 6 Slotregel

In de slotregel wordt aangegeven op welke wijze de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid

Dit bestemmingsplan doorloopt de in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) vastgelegde bestemmingsplanprocedure. Tijdens deze procedure zijn er verschillende momenten waarop inwoners en andere belanghebbenden hun zienswijze op het plan kenbaar kunnen maken.

Omdat geen sprake is van een nieuw beleidsvoornemen, wordt het paraplubestemmingsplan direct als ontwerpbestemmingsplan zes weken ter inzage gelegd. In deze periode kan een ieder zijn zienswijze kenbaar maken. Indien noodzakelijk wordt het bestemmingsplan aangepast aan de zienswijzen. Vervolgens wordt het bestemmingsplan al dan niet gewijzigd vastgesteld. Na de vaststelling wordt het bestemmingsplan nogmaals zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode bestaat de mogelijkheid tot het indienen van beroep bij de Raad van State.