direct naar inhoud van Artikel 10 Water
Plan: Heusden Vesting
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0797.BPHeusdenvesting-OH01

Artikel 10 Water

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder voorzieningen voor waterberging, -aanvoer en -afvoer, zoals watergangen, waterlopen en waterpartijen;
  • b. de aanleg en instandhouding van de waterhuishouding van een:
    • 1. een rijksvluchthaven ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - haven 1';
    • 2. een buitendijkse jachthaven ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - haven 2';
    • 3. een binnendijkse jachthaven ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - haven 3';
    • 4. stadshaven ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - haven 4';
  • c. werk- en clubruimten ten behoeve van de exploitatie van de jachthaven uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - club- en werkruimten'; groenvoorzieningen;
  • d. voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder bruggen, duikers en gelijksoortige voorzieningen.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen worden gebouwd ten behoeve van de exploitatie van de jachthaven ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - club- en werkruimten', met dien verstande dat:

  • a. de oppervlakte maximaal 200 m2 mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen.
10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. overkappingen mogen niet worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
10.2.3

In aanvulling op het bepaalde in lid 10.2.2 geldt ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van water - haven 1' dat tevens bouwwerken geen gebouwen zijnde, in de vorm van beschoeiingen, steigers, constructies ten behoeve van de geleiding en beveiliging van het verkeer te water en hijs-/takelwerktuigen zijn toegestaan, met dien verstande dat:

  • a. de bouwhoogte niet meer dan 5,5 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van hijs-/takelwerktuigen niet meer dan 6 m mag bedragen.
10.2.4

In aanvulling op het bepaalde in lid 10.2.2 geldt ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van water - haven 2', 'specifieke vorm van water - haven 3' en 'specifieke vorm van water - haven 4' dat, tevens bouwwerken geen gebouwen zijnde, in de vorm van meerpalen en hijs-/takelwerktuigen zijn toegestaan, met dien verstande dat:

  • a. de bouwhoogte niet meer dan 5,5 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van hijs-/takelwerktuigen niet meer dan 6 m mag bedragen.
10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering en afmeting van bebouwing ten behoeve van het behoud en de bescherming van de cultuurhistorische waarden van de Vesting Heusden.

10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.4.1

Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Water' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het ophogen, verlagen, afgraven of egaliseren van de bodem;
  • b. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van oppervlakte verhardingen;
  • c. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, welke wijziging van de waterhuishouding beogen of ten gevolge hebben conform de keur van het beherende waterschap;
  • d. het vellen of rooien van houtopstanden;
  • e. het bebossen van gronden welke op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan niet als bos konden worden aangemerkt.
10.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 10.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen overeenkomstig de overige bestemmingen van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit bestemmingsplan.
10.4.3 Toelaatbaarheid

De in lid 10.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend:

  • a. indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterstaatkundige doeleinden;
  • b. nadat het bevoegd gezag advies hebben ingewonnen bij de beheerder van de waterloop c.q. waterhuishoudkundige voorziening.