Plan: | Sportpark Maliskamp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002184-1401 |
Met de invoering van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMZ) d.d. 1 september 2007 en de voorgenomen modernisering van de monumentenzorg (MoMo) behoren nieuwe bestemmingsplannen te omschrijven hoe omgegaan dient te worden met cultuurhistorische waarden in het bestemmingsplangebied. Ten behoeve van het bestemmingsplan Sportpark Maliskamp is door de afdeling Bouwhistorie, Archeologie & Monumenten (BAM) een cultuurhistorische paragraaf opgesteld waarin de cultuurhistorische achtergronden en kenmerken van dit plangebied worden toegelicht.
Het bestemmingsplangebied bevindt zich landschappelijk gezien grotendeels op een dekzandvlakte waarbij in het zuidwesten sprake is van een dekzandrug en -welving. Het dekzandlandschap is ontstaan tijdens de laatste ijstijd. In deze periode was er nauwelijks begroeiing aanwezig om het zand vast te houden. Het losse zand kon door de wind worden meegevoerd en er ontstond een reliëfrijk dekzandlandschap. Op basis van bodemkundige informatie kan worden afgeleid dat in de zones met de dekzandrug en -welving in de ondergrond sprake is (of is geweest) van hoge zwarte enkeerdgronden. Dit houdt in dat in het gebied een door mensen opgebracht cultuurdek van minstens 50 cm dikte aanwezig is. Deze ophoging is geleidelijk ontstaan door de bemesting van de akkers met een mengsel van dierenmest en heideplaggen. Deze vorm van bemesting zorgde niet alleen voor een verhoging van de vruchtbaarheid, maar ook voor een verhoging van het maaiveld. Door menselijk ingrijpen zijn veel elementen van het oorspronkelijke landschap intussen grotendeels verdwenen of aangetast.
De landschapskaart van de gemeente 's-Hertogenbosch met in blauw de globale grens van het bestemmingsplangebied. 1. Dekzandrug, 2. Dekzandwelving, 3. Dekzandvlakte.
Verhogingen in het dekzand zijn in de prehistorie maar ook in later tijden favoriete locaties voor bewoning geweest. Vondsten uit zowel de Steentijd als uit de 19e eeuw in (de directe omgeving van) het plangebied onderbouwen dit beeld. De Steentijdvondsten wijzen op bewoning die vermoedelijk reeds 10.000 jaar teruggaat. De 18de en 19e eeuwse bewoningssporen kunnen in verband worden gebracht met het landgoed Eikenburg (440) dat geheel op de dekzandrug ligt en in ieder geval terug gaat tot het eind van de 18e eeuw. Behalve een landhuis stond op het landgoed ook een watermolen, die in 1842 was gebouwd om de laaggelegen gebieden rond het landgoed droog te malen (nr. 444). De exacte plaats van de molen is niet bekend. Maliskamp was voorheen een buurtschap binnen de gemeente Rosmalen. De oudste schriftelijke vermelding van Maliskamp dateert uit 1667. Rond 1850 zouden er circa 90 mensen wonen. Een deel van het plangebied valt binnen het landgoed Eikenburg.
De huidige wijk Maliskamp is ontstaan in de jaren dertig van de 20e eeuw. Bij de aanleg van de nieuwbouwwijk zijn delen van het voormalige landschap opgehoogd. De onbebouwde delen van het plangebied zijn hoofdzakelijk in gebruik als sportvelden (waaronder een golfterrein) en natuurgebied.
In 2008 is een archeologische verwachtingskaart opgesteld voor het deel van de gemeente buiten de middeleeuwse stadskern van 's-Hertogenbosch. De archeologische verwachtingskaart bevat niet alleen de reeds bekende archeologische vindplaatsen maar geeft ook een overzicht van de gebieden waar archeologische vindplaatsen verwacht kunnen worden, de zogenaamde verwachtingsgebieden. Gebieden waar de kans op het aantreffen van archeologie hoog is, worden aangeduid als gebieden met een hoge archeologische verwachting. Verder wordt nog een onderscheid gemaakt in gebieden met een middelhoge en gebieden met een lage archeologische verwachting. Of er ook daadwerkelijk archeologische vindplaatsen aanwezig zijn, moet archeologisch onderzoek uitwijzen maar de verwachtingsgebieden geven al wel aan in welke mate men met mogelijke archeologische resten rekening moet houden. Voor deze kaart is gebruik gemaakt van meest gedetailleerde en beschikbare bodemkundige en geo(morfo)logische gegevens zodat de archeologische verwachtingszones zo gedetailleerd mogelijk zijn begrensd.
De archeologische verwachtingskaart van de gemeente 's-Hertogenbosch met in blauw de globale grens van het bestemmingsplangebied. 1. Zone met een hoge verwachting, 2. Zone met een middelhoge verwachting, 3. Zone met een lage verwachting.
De dekzandruggen en -welvingen hebben een hoge archeologische verwachting en de lage delen van het dekzandgebied hebben een lage archeologische verwachting. Op de dekzandruggen, -flanken en -welvingen kunnen in theorie vindplaatsen vanaf het Laat-Paleolithicum worden aangetroffen. De archeologische vindplaatsen uit de periode Laat-Paleolithicum tot en met de Vroege Middeleeuwen bevinden zich in de top van het dekzand. Deze top bevindt zich naar verwachting, afhankelijk van het dekzandrelief en de dikte van een plaggendek of bouwvoor, tussen 0,30 en 0,80 meter beneden het maaiveld. In de lager gelegen delen van het dekzandgebied kunnen oude bewoningsniveaus zijn afgedekt door veen en/of kleilagen. Sporen uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd kunnen aan of direct onder het maaiveld voorkomen of op enige diepte in het plaggendek.
Voor het hele plangebied geldt dat door (oudtijdse) ontzandingen, regulier grondgebruik en moderne grondingrepen tot sterke verstoringen van de ondergrond kunnen hebben geleid maar dit kan per perceel verschillen. Met name hogere dekzandkoppen zijn hierbij vaak sterk aangetast waardoor van archeologische vindplaatsen alleen nog dieper ingegraven grondsporen bewaard zijn gebleven. Op de flanken van de dekzandkoppen kunnen echter nog wel intacte vindplaatsen aanwezig zijn. In gebieden die zijn afgedekt door een plaggendek kunnen vindplaatsen in de top van het dekzand verstoord zijn geraakt door de eerste aanleg van de akkers. De geleidelijke ophoging zal echter na verloop van tijd tevens als een beschermende buffer voor bodemingrepen zoals ploegen hebben gefungeerd zodat onder het plaggendek nog relatief intacte bewoningssporen zijn te verwachten.
De archeologische onderlegger onder het bestemmingsplan Maliskamp (2009) met in blauw de globale grens van het bestemmingsplangebied Sportpark Maliskamp.
Legenda van de archeologische beleidskaart van de gemeente 's-Hertogenbosch ten behoeve van bestemmingsplangebied Sportpark Maliskamp. Voor de verschillende regimes is het bestaande bestemmingsplan Maliskamp als uitgangspunt genomen.
De archeologische verwachtingskaart vormt de basis voor het archeologiebeleid van de gemeente. Dit beleid is in juni 2010 vastgesteld. Bij de totstandkoming van Bestemmingsplan 'Maliskamp' in 2009 was de archeologische beleidskaart nog niet beschikbaar en is dus een afwijkende archeologische onderlegger gebruikt. Omwille van de eenduidigheid is er voor gekozen om de archeologische onderlegger van bestemmingsplan Maliskamp ook voor het huidige bestemmingsplangebied van toepassing te laten zijn. In tabel 1 is aangegeven welke zones in het bestemmingsplan een dubbelbestemming Waarde Archeologie krijgen en welke voorwaarden hieraan zijn verbonden voor bodemingrepen.
Behalve de archeologische en bouwhistorische kenmerken van het bestemmingsplangebied moeten ook de overige cultuurhistorische aspecten zoals historisch geografische elementen in het bestemmingsplan worden betrokken. De gemeente 's-Hertogenbosch heeft hiertoe voor de hele gemeente een inventarisatie van zichtbare cultuurhistorische elementen/relicten laten uitvoeren. Op basis van de inventarisatie is een aantal belangrijke cultuurhistorische gebieden en structuren onderscheiden. Deze vormen samen de cultuurhistorische hoofdstructuur van de gemeente en zullen bij de totstandkoming van ruimtelijke plannen moeten worden meegenomen en meegewogen. De gemeente is ook voornemens om de cultuurhistorische inventarisatie uit te werken in een cultuurhistorisch beleid. Vooruitlopend hierop is voor het bestemmingsplan bekeken welke cultuurhistorische elementen van belang zijn. Hieronder volgt een korte toelichting per onderdeel van de cultuurhistorische hoofdstructuur. In is bovendien aangegeven welke waardering voor de verschillende gebieden geldt en welke mate van planologische bescherming van toepassing is.
Het plangebied valt binnen de Ontginning Duinsche Hoeve van de cultuurhistorische hoofdstructuur. Het belangrijkste cultuurhistorische element is Landgoed Eikenburg. De oudste gegevens van dit landgoed dateren van 1787. In 1802 wordt Eikenburg vermeld als zijnde een hoeve, landerijen, beemden en houtgewassen. Klaarblijkelijk heeft het landgoed te kampen met wateroverlast want in 1842 wordt er een windvijzelmolen opgericht. De exacte plaats van de molen is niet bekend maar zou zich kunnen bevinden ter hoogte van nr 444. Het landgoed is in de loop van de jaren zestig van de 20e eeuw grotendeels gesloopt ten behoeve van nieuwbouw. De thans nog aanwezige boerderij Maliskampsestraat 84 (nr. 210 op onderstaande afbeelding) maakte onderdeel uit van het landgoed. Op de cultuurhistorische kaart is aangegeven dat het noordelijke deel van het plangebied een verkaveling heeft die teruggaat tot voor 1832. Deze toekenning is echter onjuist aangezien de huidige percelering samenhangt met de inrichting van het gebed als sportpark. Langs de zuidrand van het plangebied en in de zuidwesthoek is opstaand groen aanwezig dat teruggaat tot de periode 1832-1944. In de zuidwesthoek is dit tussen 1945 en 1959 uitgebreid. Tot slot bevindt zich langs de oostelijke en zuidelijke rand van het plangebied een zandweg van na 1832.
De cultuurhistorische inventarisatiekaart van de gemeente 's-Hertogenbosch met in blauw de globale grens van het bestemmingsplangebied. 1. Percelering voor 1832, 2. Water voor 1832, 3. Opstaand groen 1832-1944, 4. Opstaand groen 1945-1959, 5. Zandweg, na 1832, 6. Landgoed Eikenburg (gearceerde gebied), 7. Geheel nieuwe rationele verkaveling
Overzicht van de cultuurhistorische elementen binnen bestemmingsplangebied Sportpark Maliskamp
In het Beleidsplan Horeca is aangegeven dat de mogelijkheden voor uitbreiding van het horeca-aanbod in de wijken buiten de binnenstad beperkt zijn. De bestaande horecabedrijven moeten in staat worden geacht aan de potentiële vraag te kunnen voldoen. Er dient dus een consolidatiebeleid te worden gevoerd. Er worden geen vestigingsmogelijkheden voor nieuwe horecabedrijven geboden.
In dit bestemmingsplan is alleen ondergeschikte horeca toegestaan in de vorm van sportkantines.
Op 26 januari 2010 heeft de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch het Bomenbeleidsplan vastgesteld. Met het Bomenbeleidsplan wil de gemeente haar eigen bomenbestand en dat van derden duurzaam ontwikkelen. In het Bomenbeleidsplan is een belangrijke rol weggelegd voor structurerend groen: waardevol groen dat op stadsniveau functioneert. Gemeente 's-Hertogenbosch wil deze structuren behouden, ontwikkelen en nieuw aanleggen. Het functioneel groen is het groen van de wijken, kantorenparken en bedrijventerreinen. Dit groen is in elke wijk weer anders van opzet. Gemeente 's-Hertogenbosch ziet die differentiatie als een pluspunt en speelt per plek in op de aanwezige kwaliteiten.
Gemeente 's-Hertogenbosch streeft naar een evenwichtige leeftijdsopbouw in haar bomenbestand waarbij kwaliteit belangrijker is dan kwantiteit. Ze onderscheidt bomen in drie categorieën:
Ten behoeve van het boombelang in het kader van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen worden een bomeninventarisatie en een bomendeskundige ingezet. De bomeninventarisatie brengt aan het begin van een planproces de bomen in beeld en leidt tot afspraken hierover.
Door het toenemende autobezit speelt de parkeeroplossing bij de ontwikkeling van nieuw- en verbouwplannen een steeds grotere rol. Het regelen van parkeergelegenheid is uit het oogpunt van goede ruimtelijke ordening van belang. Uitgangspunt voor ruimtelijke ontwikkelingen binnen de gemeente 's-Hertogenbosch is parkeren op eigen terrein. De Nota Parkeernormen uit 2003 heeft tot doel het ontwikkelen van eenduidige parkeernormen die in de gehele gemeente toegepast kunnen worden, waarbij evenwicht wordt gezocht tussen enerzijds de vraag naar parkeerplaatsen en anderzijds de kwaliteit van de openbare ruimte.
Het doel van het Waterplan "Waterstad 's-Hertogenbosch" (14 juli 2009) is het bereiken van een veilig en een duurzaam watersysteem in en om 's-Hertogenbosch, waarbij zo goed mogelijk aan de wensen van alle belanghebbenden tegemoet wordt gekomen. Het Waterplan betreft een koepelplan voor alle waterzaken. Het gaat daarbij om de gewenste inrichting en het beheer van oppervlaktewater en grondwater, als ook om de afvoer van hemelwater en afvalwater.
Het Waterplan omvat het gemeenschappelijk beleid van gemeente en de waterschappen. Dit gemeenschappelijke beleid moet leiden tot een klimaatbestendig, robuust en mooi watersysteem in de Groene Delta. De bijdrage aan energiebesparing vanuit het watersysteem zijn verkend met het oog op de doelstelling om in 2050 als stad klimaatneutraal te zijn. Ambities zijn hierbij verwoord naar beleid op hoofdlijnen. In het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGrp) is het beleid ten aanzien van afvalwater, regenwater en grondwater verder uitgewerkt.
Het waterplan bevat een uitvoeringsprogramma met concrete projecten. Dit uitvoeringsprogramma is aan de hand van de volgende tien speerpunten samengesteld:
In hoofdstuk 6 Waterparagraaf, worden de belangrijkste beleidsuitgangspunten voor het plangebied genoemd.