Sportpark Maliskamp

3.3 Provinciaal beleid

3.3.1 Structuurvisie Ruimtelijke Ordening

De Structuurvisie Ruimtelijke Ordening Noord-Brabant (Structuurvisie RO) is op 1 januari 2011 in werking getreden. De Structuurvisie RO geeft de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040). De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie. Het is de basis voor de wijze waarop de provincie de instrumenten inzet die de Wet ruimtelijke ordening biedt. De visie ondersteunt daarnaast het beleid op andere provinciale beleidsterreinen, zoals het economisch-, mobiliteits-, sociaal-, cultureel-, milieu- en natuurbeleid.

De provinciale Structuurvisie RO is een belangrijke schakel tussen de structuurvisies van het Rijk en de gemeenten op het vlak van ruimtelijke ordening. Met deze structuurvisie biedt de provincie helderheid aan gemeenten over de provinciale belangen en de wijze waarop de provincie daarbij haar instrumentarium inzet. Met deze structuurvisie geeft de provincie ook (mede) gestalte aan nationale ruimtelijke belangen en doelen. Het beleid uit de provinciale Structuurvisie RO is door vertaald in concrete regels zoals opgenomen in de Verordening ruimte Noord-Brabant 2012.

In de Structuurvisie RO benoemt de provincie haar provinciale ruimtelijke belangen en de wijze waarop zij deze behartigt. De structuurvisie is opgebouwd uit een 'Deel A Visie en sturing' en een 'Deel B Structuren en beleid'. In Deel A is de ruimtelijke visie, de belangen en de sturingsfilosofie is opgenomen. De ruimtelijke visie is uitgewerkt in dertien provinciale ruimtelijke belangen:

• 1. regionale contrasten;
• 2. een multifunctioneel landelijk gebied;
• 3. een robuust en veerkrachtig water- en natuursysteem;
• 4. een betere waterveiligheid door preventie;
• 5. koppeling van waterberging en droogtebestrijding;
• 6. ruimte voor duurzame energie;
• 7. concentratie van verstedelijking;
• 8. sterk stedelijk netwerk: BrabantStad;
• 9. groene geledingszones tussen steden;
• 10. goed bereikbare recreatieve voorzieningen;
• 11. economische kennisclusters;
• 12. (inter)nationale bereikbaarheid;
• 13. beleefbaarheid stad en land vanaf de hoofdinfrastructuur.

De provincie wil haar doelen bereiken vanuit de filosofie: 'samenwerken aan kwaliteit'. De wijze waarop de provincie deze ruimtelijke belangen behartigt, is uitgewerkt in vier manieren van sturen. Dat zijn: regionaal samenwerken, ontwikkelen, beschermen en stimuleren.

In 'Deel B Structuren en beleid' staat op welke wijze de provincie stuurt op de functies in Noord-Brabant. Daarvoor zijn vier ruimtelijke structuren opgesteld: de groenblauwe structuur, het landelijk gebied, de stedelijke structuur en de infrastructuur. Binnen deze structuren worden de belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen opgevangen en kiest de provincie voor een bepaalde ordening van functies. De structuren geven een integrale hoofdkoers aan: een ruimtelijk ontwikkelingsperspectief voor een combinatie van functies.

3.3.1.1 De structuurvisie en Sportpark Maliskamp

Sportpark Maliskamp is aangemerkt als 'Gemengd landelijk gebied' in combinatie met 'Zoekgebied verstedelijking'.

Provinciale structurenkaart

Zolang er echter geen stedelijke ontwikkeling heeft plaatsgevonden in het 'Zoekgebied verstedelijking' is daar feitelijk het perspectief van gemengd landelijk gebied aanwezig. Binnen het 'Zoekgebied verstedelijking' wordt extra aandacht gevraagd voor het beperken van de ontwikkelingsmogelijkheden van functies die een toekomstige stedelijke ontwikkeling in de weg staan.

Het bestemmingsplan 'Sportpark Maliskamp' maakt een verdere ontwikkeling van het sportpark planologisch mogelijk. Er worden geen nieuwe functies toegelaten die een stedelijke ontwikkeling in de weg zouden kunnen staan. Er wordt daardoor geconcludeerd dat het voorliggende bestemmingsplan niet in strijd is met de structuurvisie.

3.3.2 Verordening Ruimte Noord-Brabant

Met de nieuwe Wet ruimtelijke ordening die in juli 2008 in werking is getreden is het vastleggen van het provinciale beleid en het doorvertalen daarvan naar een lager bestuursniveau, veranderd. In de provinciale structuurvisie wordt het provinciale beleid vastgelegd. Daarnaast worden in de provinciale verordening instructieregels opgenomen waarmee de binding van de lagere overheden aan het provinciale beleid juridisch kan worden vastgelegd.

In het onderstaande wordt per beleidsonderdeel, zoals dat in de verordening is geregeld, ingegaan op de gevolgen voor het plangebied:

3.3.2.1 Stedelijke ontwikkeling

Het plangebied valt geheel binnen de aanduiding 'Gebied integratie stad-land'. Volgens de verordening is in dergelijke gebieden stedelijke ontwikkeling mogelijk mits deze geschiedt in samenhang en in evenredigheid met een groene of blauwe landschapsontwikkeling. Er mag geen sprake zijn van een te ontwikkelen of uit te breiden bedrijventerrein of kantorenlocatie.

Met dit bestemmingsplan vindt er geen (verdere) stedelijke ontwikkeling plaats. Van een bedrijventerrein of kantorenlocatie is geen sprake.

3.3.2.2 Ontwikkeling intensieve veehouderij

Het hele plangebied is gelegen in een extensiveringsgebied. In een extensiveringsgebied is geen uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van intensieve veehouderij toegestaan. Dit bestemmingsplan sluit agrarische activiteiten, en daarmee intensieve veehouderij, volledig uit.

3.3.2.3 Overige agrarische ontwikkelingen en windturbines

Het hele plangebied is aangewezen als 'Agrarisch gebied'. Binnen deze gebieden is er ruimte voor agrarische ontwikkelmogelijkheden. Met dit bestemmingsplan worden echter geen agrarische ontwikkelingen mogelijk gemaakt, maar wordt de huidige sportfunctie gehandhaafd. Dit onderdeel van de verordening zal daarom buiten beschouwing worden gelaten.

3.3.2.4 Water

Dit onderdeel van de verordening is niet van toepassing op dit bestemmingsplan. Aan de oostzijde van het plangebied ligt een '100 jaarszone zeer kwetsbaar', welke bedoeld is ter bescherming van het grondwater/drinkwaterwinning. Met dit bestemmingsplan worden echter geen nieuwe functies toegelaten welke een bedreiging vormen voor het grondwater in en om de '100 jaarszone zeer kwetsbaar'.

3.3.2.5 Natuur en landschap

Dit onderdeel van de verordening is niet van toepassing op dit bestemmingsplan. Wel moet worden opgemerkt dat het plangebied aan de west-, noord- en oostzijde grenst aan de ecologische hoofdstructuur. Met dit bestemmingsplan wordt de ecologische hoofdstructuur niet aangetast, waardoor dit onderdeel van de verordening buiten beschouwing kan blijven.

3.3.2.6 Cultuurhistorie

Dit onderdeel van de verordening is niet van toepassing op dit bestemmingsplan.

De conclusie is dat het bestemmingsplan 'Sportpark Maliskamp' niet in strijd is met de Provinciale Verordening.