direct naar inhoud van 9.2 Vooroverleg
Plan: Tuincentrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002179-1401

9.2 Vooroverleg

Het voorontwerp bestemmingsplan 'Tuincentrum' is in het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening toegezonden aan de volgende instanties:

  • 1. Provincie Noord-Brabant;
  • 2. Waterschap Aa en Maas;
  • 3. TenneT TSO B.V..

Er zijn vier schriftelijke reacties van deze instanties ontvangen. Naar aanleiding van de overlegreactie van TenneT TSO B.V. is contact opgenomen met dit bedrijf. Dit heeft geresulteerd in een tweede reactie van TenneT TSO B.V..

Provincie Noord-Brabant

Voorafgaand aan het uitbrengen van een reactie is overleg gevoerd tussen de provincie en de gemeente. Tijdens het overleg van 19 maart 2013 heeft ons college het voorontwerp bestemmingsplan 'Tuincentrum' toegelicht, mede in relatie tot het bestemmingsplan 'Kanaalpark en het plan van de heer Berkelmans van Intratuin.

Samenvatting overlegreactie:

  • 1. In het vigerende bestemmingsplan is aan de oostzijde van het plan een groenstrook opgenomen. Als gevolg van de ontwikkelingen aan de oostzijde van het tuincentrum is deze groenstrook in het voorontwerp bestemmingsplan niet meer bestemd. Hierbij merkt de provincie op dat in de toelichting van het voorontwerp plan is aangegeven dat over de landschappelijke inpassing c.q. inrichtingsplan nog geen overeenstemming is bereikt. De provincie gaat er vanuit, mede gezien de ligging van het tuincentrum in de groenblauwe mantel (ingevolge de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening en de Verordening ruimte), dat het ontwerp bestemmingsplan voorziet in een goede landschappelijke inpassing.
  • 2. Ingevolge artikel 11.1, lid 2 van de Verordening ruimte kan een bestemmingsplan onder voorwaarden voorzien in de nieuwbouw van ten hoogste één bedrijfswoning. In het voorontwerp bestemmingsplan wordt in artikel 3.4.1 middels een omgevingsvergunning de bouw van een tweede bedrijfswoning mogelijk gemaakt.

Beoordeling overlegreactie:

  • 1. De oostelijke groenstrook, die in het geldende bestemmingsplan als 'Groen' is bestemd, is in het ontwerp bestemmingsplan 'Tuincentrum' gecompenseerd. Aan de oostzijde van het plangebied zijn twee nieuwe bestemmingsvlakken 'Groen' opgenomen. Met die bestemmingsvlakken kan verder invulling worden gegeven aan een landschappelijke inpassing.
  • 2. De Verordening ruimte 2012 laat de bouw van een tweede bedrijfswoning niet toe. Daarnaast is er ruimtelijk en bedrijfsmatig geen aanleiding om een tweede bedrijfswoning toe te staan. Gelet op het voorgaande schrappen wij de afwijkingsbevoegdheid voor de bouw van een tweede bedrijfswoning.

Waterschap Aa en Maas

Samenvatting overlegreactie:

Indien een initiatiefnemer het hemelwater vanuit een waterbergingsvoorziening wil laten afvoeren op een leggerwatergang dan dient dit vertraagd plaats te vinden. Hierbij dient de afvoercoëfficiënt van 0,87l/s/ha niet te worden overschreden. Voor het aanbrengen van een uitstroomvoorziening in het talud dient een watervergunning te worden aangevraagd via het Waterwetloket.

Beoordeling overlegreactie:

Indien er sprake is van een dergelijk initiatief zal de initiatiefnemer worden geïnformeerd over de eisen van het waterschap.

TenneT TSO B.V.

Samenvatting overlegreactie 1:

De strook grond voor de 150 kV - hoogspanningsverbinding 's-Hertogenbosch - Oss, is belemmerd met een zakelijk recht. De 'belemmerde strook' wordt begrensd door zones met een breedte van 25 meter ter weerszijden van de hartlijn van de hoogspanningsverbinding (totale breedte 50 meter). TenneT heeft voorlopig geen bezwaar tegen het bouwen van opstellen op het perceel van Intratuin mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. De voorwaarden vallen uiteen in twee soorten: voorwaarden, die in acht genomen moeten worden bij het uitvoeren van werkzaamheden, en voorwaarden van ruimtelijke aard. Laatstgenoemde soort voorwaarden is relevant voor het bestemmingsplan. De voorwaarden van ruimtelijke aard zijn:

  • 1. De gemeente en bij voorkeur ook de eigenaar c.q. aanvrager dienen bouw- en inrichtingstekeningen in een zo vroeg mogelijk stadium ter toetsing aan TenneT TSO B.V., Afdeling Grondzaken, Regio Zuid te worden voorgelegd.
  • 2. De afstand van bouwwerken tot de fundatie van de hoogspanningsmast dient minimaal 15 meter te bedragen.
  • 3. De hoogspanningsmast dient altijd bereikbaar te zijn en te blijven voor voertuigen vanaf de openbare weg.

Beoordeling overlegreactie 1:

  • 1. Ons college zal met het verzoek zoveel mogelijk rekening proberen te houden.
  • 2. In regels van de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' zal een bepaling worden opgenomen dat de afstand van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde tot de fundatie van een hoogspanningsmast minimaal 15 meter dient te bedragen. Ons college wijst erop dat in de huidige situatie de afstand tussen bouwwerken en de fundatie van de dichtstbijzijnde hoogspanningsmast minder dan 15 meter bedraagt. Deze mast is in 2012 verplaatst naar het perceel dat ten oosten van het plangebied is gelegen. Verder wijzen wij erop dat onder voorwaarden vergunningvrije bouwwerken als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) gebouwd kunnen worden. Vergunningvrije bouwwerken hoeven in beginsel niet te worden getoetst aan het bestemmingsplan.
  • 3. Het waarborgen van de bereikbaarheid van een hoogspanningsmast is een verantwoordelijkheid van de eigenaar c.q. eigenaren van de gronden. Desalniettemin zal ons college in geval van een eventuele herinrichting van de omgeving van Intratuin de bereikbaarheid van de hoogspanningsmast daarbij betrekken.

Samenvatting overlegreactie 2:

  • 1. TenneT TSO B.V. verzoekt uit oogpunt van veiligheid artikel 6.4, lid a aan te vullen met de volgende twee regels:
      • het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
      • het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.

of aan te vullen met de volgende tekst:

      • in verband met het aanleggen van wegen, paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen en het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.
  • 2. TenneT TSO B.V. geeft aan dat de tekst van artikel 6.1 Bouwregels kan worden gehandhaafd.

Beoordeling overlegreactie 2:

  • 1. Ons college heeft begrip voor het verzoek maar vindt de formulering van de aanpassingen voor de planregels te stringent. Het betekent dat voor iedere werk -ongeacht de grootte- een vergunning moet worden aangevraagd. Wij zijn van mening dat bij werken met een (zeer) klein oppervlak de veiligheid niet of nauwelijks in het geding is. Verder menen wij dat de door TenneT TSO B.V. voorgestelde aanvulling niet of nauwelijks in de praktijk handhaafbaar is en dat de kosten voor het opstellen en behandelen van een vergunningaanvraag voor een werk met een (zeer) klein oppervlak niet in verhouding staan tot de kosten voor het uitvoeren van het werk. Derhalve gaan wij akkoord met de voorgestelde regels met de toevoeging van een oppervlakte groter dan 10 m². Voor werken, die een oppervlakte beslaan van minder dan 10 m², is dan geen vergunning nodig.
  • 2. De mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.