direct naar inhoud van 4.3 Externe veiligheid
Plan: Bedrijventerreinen (Treurenburg, Maaspoort, Hambakenwetering, Brabantpoort, D...
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002178-1401

4.3 Externe veiligheid

Externe veiligheid betreft het risico, dat aan bepaalde activiteiten verbonden is voor niet bij de activiteit betrokken personen. Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het voorkomen en beheersen van risicovolle bedrijfsactiviteiten en van risicovol transport. Het gaat daarbij om bescherming van individuele burgers en groepen tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen of omstandigheden. Daarbij kan het gaan om de risico's die verbonden zijn aan 'risicovolle inrichtingen', waar gevaarlijke stoffen worden geproduceerd, opgeslagen of gebruikt, en om het 'vervoer van gevaarlijke stoffen' via wegen, spoorwegen, waterwegen en buisleidingen. Het is een beleidsterrein, dat zich richt op rampenbestrijding, maar meer nog op voorkoming van calamiteiten, en daarbij ook randvoorwaarden stelt aan ruimtelijke ordeningsplannen. Om risico's te beperken worden afstandseisen gesteld tussen risicobron en de personen of objecten die risico lopen (kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten). Daarbij kan zowel sprake zijn van voorgeschreven vaste afstanden tussen risicobron en (beperkt) kwetsbare objecten, als van risicocontouren - afstandseisen gerelateerd aan de kans op een calamiteit en de gevolgen daarvan - die in acht genomen moeten worden.

De risico's dienen te worden beoordeeld op 2 maatstaven, te weten het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.

Plaatsgebonden risico
Het plaatsgebonden risico beschrijft de kans per jaar dat een onbeschermd individu komt te overlijden door een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het plaatsgebonden risico wordt uitgedrukt in risicocontouren rondom de risicobron (bedrijf, weg, spoorlijn etc.), waarbij de 10-6 contour (kans van 1 op 1 miljoen op overlijden) de maatgevende grenswaarde is.

Groepsrisico
Het groepsrisico beschrijft de kans dat een groep van 10 of meer personen gelijktijdig komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico geeft een indicatie van de maatschappelijke ontwrichting in geval van een ramp. Het groepsrisico wordt uitgedrukt in een grafiek, waarin de kans op overlijden van een bepaalde groep (bijvoorbeeld 10, 100 of 1000 personen) wordt afgezet tegen het jaarlijkse risico op een ongewoon voorval met gevaarlijke stoffen. Voor het groepsrisico geldt de oriëntatiewaarde als ijkpunt in de verantwoording (géén norm).

Voor elke verandering van het groepsrisico (af- of toename) in het invloedsgebied moet verantwoording worden afgelegd, over de wijze waarop de toelaatbaarheid van deze verandering in de besluitvorming is betrokken. Samen met de hoogte van het groepsrisico moeten andere kwalitatieve aspecten worden meegewogen in de beoordeling van het groepsrisico. Onder deze aspecten vallen zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid. Onderdeel van deze verantwoording is overleg met (advies vragen aan) de regionale brandweer.


Door de gemeente 's-Hertogenbosch is een Uitvoeringskader Externe veiligheid (verder te noemen uitvoeringskader) vastgesteld. Er zijn drie hoofdambities benoemd:

  • Bedrijven met opslag van gevaarlijke stoffen op de juiste plaats. 's-Hertogenbosch wil dat de vestiging van nieuwe inrichtingen waar gevaarlijke stoffen opgeslagen of verwerkt worden mogelijk blijft, maar bestaande inrichtingen die geen belemmering vormen voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen of hoge risico's opleveren in de bestaande situatie kunnen blijven bestaan op de huidige plaats. Nieuwe inrichtingen moeten gesitueerd worden op een geschikte locatie met name op De Rietvelden of De Brand.
  • Verantwoord ontwikkelen nabij risicobronnen door de aanpak van externe veiligheid te stroomlijnen en te uniformeren.
  • Optimalisatie van de beheersbaarheid creëert meer ruimte

In het kader van dit plan wordt met name gekeken naar de aanwezige risicovolle activiteiten (Bevi-bedrijven) en de mogelijke nieuwvestiging van Bevi-bedrijven in het plangebied. Ook wordt rekening gehouden met het vervoer van gevaarlijke stoffen in de directe omgeving van het plangebied en binnen het plangebied aanwezige gastransportleidingen.
Bij de toets aan het plaatsgebonden en het groepsrisico wordt rekening gehouden met kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Voor deze objecten, zoals o.a. woningen, scholen, ziekenhuizen, hotels, restaurants, kantoren, dienen de veiligheidsrisico's binnen aanvaardbare normen te blijven.

4.3.1 Bevi-bedrijven

In het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), dat op 27 oktober 2004 in werking is getreden, worden veiligheidsnormen opgelegd aan bedrijven die een risico vormen voor personen buiten de inrichting. Een gemeente mag uitsluitend een terrein voor een risicovolle activiteit in een inrichting als bedoeld in het Bevi bestemmen, indien het plaatsgebonden risico daarvan voor de omgeving voldoet aan de grenswaarden van het Besluit. Daarnaast moet de gemeente beoordelen of de groepsrisico's maatschappelijk aanvaardbaar zijn.
Het Bevi maakt voor wat betreft de 'ontvangers' van het risico onderscheid in twee soorten objecten: kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten. Het onderscheid kwetsbare/beperkt kwetsbare objecten is alleen van belang voor het plaatsgebonden risico, niet voor het groepsrisico.

Bij nieuwvestiging van een Bevi-inrichting geldt inzake het plaatsgebonden risico, dat voldaan moet worden aan de grenswaarde 10-6. Dit geldt als harde norm. Binnen deze contour mogen geen kwetsbare objecten voorkomen. Wanneer dat wel het geval is, kan aan het bedrijf geen omgevingsvergunning worden verleend en kan het bedrijf zich niet vestigen. Ook moet voorkomen worden, dat kwetsbare objecten na de vestiging van een Bevi-bedrijf binnen de 10-6 contour van dat bedrijf kunnen worden gevestigd.
Voor beperkt kwetsbare objecten geldt in beginsel ook het uitgangspunt dat deze buiten de 10-6 contour van een risicovolle inrichting moeten liggen.

Voor wat betreft het groepsrisico zal bij de vaststelling van een bestemmingsplan verantwoording worden afgelegd over de wijze waarop het groepsrisico in de besluitvorming is meegewogen. Het gebied waarvoor bij een Bevi-bedrijf het groepsrisico moet worden bepaald, wordt gevormd door het zogenaamde invloedsgebied van de betreffende Bevi-inrichting, die door een contour rondom het bedrijf kan worden weergeven. Personen binnen dit gebied worden meegeteld voor de berekening van het groepsrisico.


Op dit moment zijn binnen het plangebied de volgende Bevi-bedrijven aanwezig:

Bedrijventerrein De Brand:

Bostik, De Voerman 8
In dit bedrijf vindt opslag van klein poly-urethaan schuim (spuitbussen) plaats. De plaatsgebonden risicocontour is 20 meter van het magazijn Binnen deze afstand bevinden zich geen kwetsbare objecten, maar wel beperkt kwetsbare objecten. In tegenstelling tot kwetsbare objecten geldt in bestaande situaties (conserverend bestemmingsplan) voor beperkt kwetsbare objecten voor het plaatsgebonden risico geen norm en geen saneringsverplichting.
Het invloedsgebied voor het groepsrisico is 90 m. Het groepsrisico is laag.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002178-1401_0017.jpg"

Afbeelding 17 Plaatsgebonden risicocontour Bostik (in rood)


Würth, Het Sterrenbeeld 35
Hier vindt opslag van K1 en K2 vloeistoffen, inclusief spuitbussen plaats. De richtlijn PGS15 is van toepassing (meer dan 10 ton gevaarlijke stoffen).
De plaatsgebonden risicocontour is 50 meter van het magazijn. Binnen deze afstand bevinden zich geen (beperkt) kwetsbare objecten. Het invloedsgebied voor het groepsrisico is 300 meter. Het groepsrisico is laag.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002178-1401_0018.jpg"

Afbeelding 18 Plaatsgebonden risicocontour Würth (in rood)


Emgas, De Steenbok 20
Bij dit bedrijf is een gasflessenvulstation en vindt opslag van propaan en butaan plaats in gasflessen en een ondergrondse tank.
De plaatsgebonden risicocontour is 20 à 25 meter. Binnen deze afstand bevinden zich geen kwetsbare objecten, maar wel beperkt kwetsbare objecten. In tegenstelling tot kwetsbare objecten geldt in bestaande situaties (conserverend bestemmingsplan) voor beperkt kwetsbare objecten voor het plaatsgebonden risico geen norm en geen saneringsverplichting.
Het invloedsgebied voor het groepsrisico is 310 m. Het groepsrisico bedraagt maximaal 0,76 keer de oriënterende waarde (en blijft dus onder de orënterende waarde van 1).

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002178-1401_0019.jpg"

Afbeelding 19 Plaatsgebonden risicocontour Emgas (in rood)


Bedrijventerrein Maaspoort:

SPS, Zilverenberg 16
Verffabriek en opslag verf (brandbare stoffen).
Voor dit bedrijf geldt er geen plaatsgebonden risicocontour.
Het invloedsgebied voor het groepsrisico is 800 meter. Het groepsrisico is berekend als nihil, uitgaande van een werknemersdichtheid en personendichtheid van 100 per hectare.

Baril Coatings, Zilverenberg 9
Verffabriek en opslag verf (brandbare stoffen).
Voor dit bedrijf geldt er geen plaatsgebonden risicocontour.
Het invloedsgebied voor het groepsrisico is 420 meter. Het groepsrisico blijft ruim onder de oriënterende waarde.

Buiten het plangebied liggen nog twee LPG-tankstations. Dit zijn de tankstations aan de Maaspoortweg 401 en aan de Hambakenweg 3. De plaatsgebonden risicocontouren van deze tankstations liggen gedeeltelijk binnen het plangebied. Dit heeft te maken met de ligging van de vulpunten van de LPG-tanks. Binnen het plaatsgebonden risicocontour liggen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten. Verder is het groepsrisico laag.

De gemeente 's-Hertogenbosch wil de vestiging van nieuwe inrichtingen met opslag gevaarlijke stoffen mogelijk blijven maken. De nieuwe inrichtingen moeten dan wel op een geschikte locatie gesitueerd worden. In 's-Hertogenbosch zijn dit in beginsel de bedrijventerreinen De Rietvelden (maakt geen onderdeel uit van dit bestemmingsplan) en De Brand. Op de andere bedrijventerreinen zijn Bevi-inrichtingen onder voorwaarden mogelijk. De wijze waarop dit is vertaald in dit bestemmingplan is beschreven in paragraaf 5.3.

4.3.2 Vervoer gevaarlijke stoffen


Vervoer over de weg
Binnen de gemeente vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats over de rijkswegen A59 en de A2, de provinciale weg N279 en incidenteel over enkele lokale wegen. Bedrijventerrein De Brand, De Herven en Brabantpoort liggen langs de A2. Bedrijventerreinen Maaspoort, Treurenburg en Hambakenwetering liggen in de directe omgeving van de A59. Verder ligt bedrijventerrein De Brand binnen het invloedsgebied van de N279.

Voor de A2, A59 en de N279 zijn er geen knelpunten met betrekking tot het plaatsgebonden risico.

De oriëntatiewaarde van het groepsrisico van de A2, de A59 en de N279 wordt ter hoogte van 's-Hertogenbosch nergens overschreden. Voor de A2 en A59 is in het kader van het Basisnet geen veiligheidszone vastgesteld, wat inhoudt dat geen beperkingen worden opgelegd aan ruimtelijke ontwikkelingen in de directe nabijheid van deze wegen. Van een plasbrandaandachtsgebied is bij deze wegen ter hoogte van 's-Hertogenbosch ook geen sprake.

Vervoer gevaarlijke stoffen over spoor
Binnen de gemeente vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats over de spoorwegtrajecten Eindhoven - 's-Hertogenbosch, 's-Hertogenbosch - Utrecht en 's-Hertogenbosch - Nijmegen. Bedrijventerreinen Maaspoort, Treurenburg, Hambakenwetering liggen binnen het invloedsgebied van het traject 's-Hertogenbosch - Utrecht. Bedrijventerrein de Herven ligt binnen het invloedsgebied van het traject 's-Hertogenbosch - Nijmegen.

Ten aanzien van het plaatsgebonden risico zijn er rond het spoor in 's-Hertogenbosch geen knelpunten. Ook zijn er geen overschrijdingen van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico voor het traject 's-Hertogenbosch (aansl. Diezebrug) - Utrecht. Wel is er sprake van een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het traject 's-Hertogenbosch (aansl. Diezebrug) - Nijmegen (rapport Gemeente 's-Hertogenbosch, Sporen in Den Bosch, Onderzoek Externe Veiligheid, augustus 2009). Het betreft hier echter een reeds bestaande situatie. Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe kwetsbare en/of beperkt kwetbare objecten mogelijk.

Vervoer gevaarlijke stoffen over water: Zuid-Willemsvaart
De transportintensiteiten op de Zuid-Willemsvaart zijn beperkt. Ter hoogte van 's-Hertogenbosch is er geen plaatsgebonden risicocontour. Het groepsrisico beperkt zich tot ver onder de oriënterende waarde. In het definitief ontwerp Basisnet Water is de Zuid-Willemsvaart ter hoogte van 's-Hertogenbosch aangemerkt als zogenaamde groene vaarweg, wat inhoudt dat hierover weinig tot geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Voor groene vaarwegen gelden geen beperkingen vanuit het plaatsgebonden risico. Ook is er geen plasbrandaandachtsgebied. Ten aanzien van het groepsrisico is geen verantwoording benodigd vanwege nauwelijks merkbare effecten op het groepsrisico.
Aanvullend op wat er al is gezegd over het basisnet water is in het kader van het tracébesluit van de nieuwe Zuid Willemsvaart uitgebreid gekeken naar de risico's van de nieuwe Zuid Willemsvaart. Uit dat onderzoek blijkt dat de normen van het PR en de oriënterende waarde van het GR niet worden overschreden.

Conclusie
De bedrijventerreinen liggen binnen het invloedsgebied van één of meerdere transportassen voor gevaarlijke stoffen. Echter, het betreft hier het actualiseren van de bestaande situatie, nieuwe ontwikkelingen worden niet mogelijk gemaakt. Er is dus geen sprake van een toename of afname van het groepsrisico en verantwoording is niet aan de orde.

4.3.3 Gastransportleidingen

Op 1 januari 2011 is het "Besluit externe veiligheid buisleidingen" (Bevb) in werking getreden. Het Bevb bevat een verplichting om bij aardgasleidingen met druk van 16 tot 40 bar de ligging van de leiding en de bijbehorende belemmeringenstrook van ten minste 4 m aan weerszijden van de leiding vast te leggen in nieuwe bestemmingsplannen. In het bestemmingsplan wordt daaraan voldaan en is voor de belemmeringenstrook aanvullend een verbodsbepaling opgenomen om zonder omgevingsvergunning werken of werkzaamheden uit te (laten) voeren, die de veiligheid kunnen schaden of de continuïteit van de energievoorziening in gevaar kunnen brengen.

In het plangebied loopt een regionale aardgastransportleiding van 12 inch 40 bar. Het plaatsgebonden risico 10-6 bedraagt 0 meter. Er zijn op of binnen 4 meter van de leiding geen (beperkt) kwetsbare objecten aanwezig of geprojecteerd. Het plaatsgebonden risico levert dus geen knelpunten op.

Het groepsrisico 1% lethaal is 140 m. Voor de meubelboulevard op bedrijventerrein De Herven in uitgegaan van 100 personen per hectare. De overschrijdingskans is 0,02.

Omdat de aardgasleiding geen plaatsgebonden risicocontour kent en het groepsrisico ruim onder de oriëntatiewaarde blijft, worden behoudens de belemmeringenstrook verder geen ruimtelijke beperkingen gesteld aan de omgeving.