direct naar inhoud van 4.1 Geluid
Plan: Bedrijventerreinen (Treurenburg, Maaspoort, Hambakenwetering, Brabantpoort, D...
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002178-1401

4.1 Geluid

4.1.1 Industrielawaai

De in dit bestemmingsplan opgenomen bedrijventerreinen zijn geen geluidsgezoneerde terreinen. Nieuwbouw van geluidgevoelige objecten of zoneringsplichtige inrichtingen binnen het plangebied is niet toegestaan. Akoestisch onderzoek vanwege industrielawaai is dan ook niet noodzakelijk.

4.1.2 Wegverkeer

Op basis van artikel 77 van de Wet geluidhinder dient bij de vaststelling of herziening van een bestemmingsplan, waarbij nieuwe geluidgevoelige bestemmingen of geluidsbronnen worden geprojecteerd een akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd. De Wet geluidhinder maakt voor de normering en de te volgen procedure onderscheid in nieuwe en bestaande situaties. In principe hebben alle voor het openbaar rijverkeer toegankelijke wegen een onderzoekszone. Deze zone is een gebied aan beide zijden van de weg waar onderzoek naar eventuele geluidshinder moet plaatsvinden.

Aantal rijstroken   Stedelijk gebied   Buitenstedelijk gebied  
1 of 2 rijstroken   200 m¹   250 m¹  
3 of 4 rijstroken   350 m¹   400 m¹  
5 of meer rijstroken   350 m¹   600 m¹  


Voor bestaande (bedrijfs)woningen (en andere bestaande geluidsgevoelige functies) hebben de onderzoekszones geen consequenties. In het bestemmingsplan worden geen nieuwe (geluidsgevoelige) ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Akoestisch onderzoek is dan ook niet nodig.

4.1.3 Railverkeer

Sinds 1 juli 2012 zijn de geluidproduktieplafonds (GPP) in werking getreden. De onderzoekzones rondom spoorwegen zijn hiermee veranderd, afhankelijk van de hoogte van het GPP (artikel 1.4a Besluit geluidhinder). De onderzoekszone bij spoorlijn 731 (Den Bosch Utrecht) bedraagt 600 meter aan weerszijden van het spoor. Spoorlijn 740 (Den Bosch Oss) kent een zone van 200 meter aan weerszijden van het spoor. Voor bestaande (bedrijfs)woningen (en andere bestaande geluidsgevoelige functies) hebben de onderzoekszones geen consequenties. In het plan worden geen nieuwe (geluidsgevoelige) ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Akoestisch onderzoek is dan ook niet nodig.