direct naar inhoud van 2.2 Notitie 'Kunstgrasvelden 's-Hertogenbosch'
Plan: Uitbreiding hockeyvelden HC Den Bosch
Status: onherroepelijk
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002104-1501

2.2 Notitie 'Kunstgrasvelden 's-Hertogenbosch'

Op 14 juli 2009 stelde gemeenteraad van 's-Hertogenbosch de notitie 'Kunstgrasvelden 's-Hertogenbosch' vast. In deze notitie zijn richtlijnen opgenomen die moeten worden gevolgd bij de keuze voor de aanleg van kunstgrasvelden.

Kunstgras heeft zich in een korte tijd ontwikkeld als vervanger van natuurgras. Tegenover de hogere aanlegkosten van kunstgrasvelden staan de voordelen zoals de meer veelzijdige en multifunctionelere gebruiksmogelijkheden, de hogere gebruiksintensiteit, mindere weersafhankelijkheid en eventuele ruimtewinst. Toepassing van kunstgras biedt de mogelijkheid tot een optimaal gebruik van de schaarse ruimte. Kunstgras kan door deze voordelen dan ook een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van 'sportpunten' in de gemeente. Om die reden vraagt de Sportvisie 's-Hertogenbosch ruim baan voor de toepassing van kunstgras.

Om een kunstgrasveld optimaal te kunnen benutten voor zowel wedstrijden als trainingen is een goede verlichting van het veld noodzakelijk. Trainingsveldverlichting maakt daarom onverdeeld deel uit van de sporttechnische uitrusting van een kunstgrasveld en de gemeente legt de verlichting samen met het veld aan.

Een kunstgrasveld kan vanuit het oogpunt van belastbaarheid in principe de capaciteit van twee tot drie natuurgrasvelden vervangen. Kunstgras kan dus bijdragen aan optimalisatie of uitbreiding van het beschikbaar areaal voor sport. Om de optimale gebruiksmogelijkheden van kunstgras volledig tot zijn recht te laten komen is een belangrijke rol voor de verenigingen weggelegd. Dit betekent dat er alleen dan kunstgras wordt aangelegd indien het kunstgrasveld ook voor andere sport- en bewegingsactiviteiten gebruikt gaat worden. Van de verenigingen wordt een flexibele houding gevraagd. Ook het medegebruik van het complex door niet- verenigingsleden moet worden gestimuleerd zodat de voorzieningen ook gebruikt worden voor onderwijs- en buurt- en wijksportactiviteiten. Hierover worden vooraf afspraken gemaakt met de hoofdgebruiker van het sportcomplex (de vereniging).