direct naar inhoud van 6.3 Vertaling in bestemmingsplan
Plan: De Overlaet
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002061-1501

6.3 Vertaling in bestemmingsplan

Het oppervlaktewater maakt deel uit van het totale systeem dat zorgt voor de wateraanvoer, waterafvoer en waterberging. Water is daarmee een expliciete ruimtelijke functie. Het oppervlaktewater dient daarom ruimtelijk bestemd te worden als 'water' op de plankaart.

De bestemming 'Water' is in dit bestemmingsplan opgenomen voor gronden die primair bestemd zijn voor waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen met bijbehorende taluds, bermen, groenvoorzieningen, kunstwerken en kademuren. De meer ondergeschikte, waterhuishoudkundige aspecten zoals kleinere watergangen vallen binnen de bestemmingen 'Groen' en 'Verkeer - Verblijfsgebied'.

In het bestemmingsplan zijn enkele ontwikkelingslocaties opgenomen. Voor deze ontwikkelingen wordt bovengenoemd beleid nagestreefd. De ontwikkelingen in het plangebied staan bodeminfiltratie in principe niet in de weg. Regenwater moet daarom ook in de nieuwe situatie in de bodem worden gebracht en daar worden geborgen. Het heeft de voorkeur om het overtollige regenwater oppervlakkig af te voeren naar infiltratievoorzieningen in de groene ruimte zoals wadi's.

Ondergrondse berging in bijvoorbeeld kratten en infiltratieriolen is een tweede keuze. Om afdoende bergingscapaciteit te garanderen moet de dimensionering van de infiltratievoorzieningen zijn afgestemd op de infiltratiecapaciteit van de bodem ter plekke. Afvalwater en schoon regenwater blijven in de ontwikkelingslocaties van elkaar gescheiden. Huishoudelijk afvalwater wordt via de riolering verzameld in een rioolgemaal. Via dit gemaal wordt het afvalwater naar de rioolwaterzuivering Oyen, van het Waterschap Aa en Maas, verpompt.

Met de aanleg van infiltratievoorzieningen ontstaan binnen het plangebied kansen om naastgelegen delen van het bestaande stedelijk gebied af te koppel van de gemengde riolering. Uit zorg voor een goede kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater moet bij de ontwikkelingen worden afgezien van het gebruik van uitlogende bouwmaterialen in daken, gevels, verhardingen en erfafscheidingen en regenwatervoorzieningen (goten en leidingen). Op termijn wordt een aantal locaties binnen het plangebied hervormd.

6.3.1 Nieuwbouw nabij Bruggen

Concreet hebben de uitbreidingen voor de waterhuishouding van deze bouwwerken de volgende consequenties:

  • De wateropgave voor de nieuw te bouwen gronden bedraagt 5 m³ voor een verhardingstoename van 120 m² (op basis van de HNO-tool).
  • Aan de noordzijde van Bruggen kan het extra water van deze gebouwen geborgen worden in de ondergrond en in de te graven greppel met een overloop naar de bestaande waterloop.
  • Aan de zuidzijde van Bruggen kan het extra water van deze gebouwen worden in de ondergrond met een overloop naar het aangrenzende landbouwgebied dat zich buiten het bestemmingsplan bevindt. Hier ligt een kans om de verdrogingsproblematiek van dit gebied tegen te gaan (“Sprokkelbosch”').

De kosten van deze maatregelen komen voor rekening van de ontwikkelaar.

6.3.2 Imabo-terrein

Hier vindt momenteel een gescheiden afvoer plaats: afvalwater op de riolering en regenwater van het verharde oppervlak naar het onverharde oppervlak waar vervolgens infiltratie in de bodem plaatsvindt. Er is geen reden om dit te wijzigen bij het verder ontwikkelen van het Imabo-terrein. De afwatering vindt momenteel aan de oostzijde plaats. Imabo heeft regenbuizen aan de oostzijde van het pand gerealiseerd. Deze buizen wateren af op het terrein van Imabo. Verder loopt het water over de onverharde Bruggensestraat richting het bouwland. Hier infiltreert het voor een groot gedeelte in de bodem. Aan het noordoosten van de Bruggensestraat nabij Bruggen 39 loopt een greppel waar het water verzameld wordt. En vanaf die plaats loopt het water via een duiker onder de dijk door.