Plan: | Bedrijventerreinen Empel 3e fase |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002008-1501 |
De groenstructuur van het plangebied sluit aan op de groenstructuur van de kern Empel. Die structuur wordt gevormd door een raamwerk van concentrische groene en blauwe ringen, die met elkaar verbonden worden door een aantal groene wiggen. Het plangebied ligt feitelijk in een hoefijzervormige groenzone rond Empel aan de A2. De groenstructuur en waterstructuur zijn in het plangebied onlosmakelijk met elkaar verbonden. Natte natuur is in het oorspronkelijke komgrondenlandschap kenmerkend.
De belangrijkste groenstructuren voor het plangebied zijn:
Rosmalense Plas
De Rosmalense Plas is een oude zandwinplas met rondom een parkrand met een mengeling van natuurlijke en parkachtige beplanting. De nabije ligging van een dergelijk park is van toegevoegde kwaliteit voor de uitstraling en het gebruik van het bedrijventerrein. Het gesloten karakter van de beplanting rond Rosmalense Plas maakt, dat het gebied niet bij iedereen bekend is. De komst van het bedrijventerrein en een beter langzaamverkeersnetwerk vraagt om een totaalbenadering met de omgeving.
De Rosmalense Plas is ruimtelijk onderdeel van het recreatieve natte natuurgebied dat beoogd wordt rond de nieuwe Zuidwillemsvaart. Het bedrijventerrein grenst feitelijk aan de natte natuur van de Rosmalense Plas. Door het zicht naar de Rosmalense Plas open te maken ligt het bedrijventerrein aan één zijde aan de parkrand van de Rosmalense Plas. Dit is ook gunstig voor de sociale veiligheid van het langzaamverkeersnetwerk.
Het bedrijventerrein sluit aan op de Groote Wetering langs de Rosmalense Plas. Deze wetering stamt nog uit de 19e eeuw en heeft van oudsher de functie van zowel waterafvoer als wateraanvoer tussen de Delta van Den Bosch en de agrarische bestemmingen richting het oosten.
Tussen de Groote Wetering en de Rosmalense Plas komt (buiten het plangebied) een fietspad, parallel aan het voetpad door de parkzone rond de Rosmalense Plas. Deze routes zijn met bruggen over de wetering ontsloten met de bebouwde kom. Ook de ontsluitingsweg vanaf de Bruistensingel langs de A2 gaat met een brug over de wetering.
De rand langs de wetering is gemeentelijke ecologische zone en wordt ingericht met poelen, graslandjes, riet en kleine bosjes.
Voor de werking van deze ecologische zone is het belangrijk dat elke brug extra ruimte laat voor de oever ten behoeve van migrerende diersoorten via onder andere het Vlietje vanuit de Rosmalense Plas. Daarvoor is ook de ondiepere rietzone een gegeven langs de gebouwen aan de ecologische zone.
De groenblauwe zone tussen de twee bedrijventerreinen
Deze zone is onderdeel van het groene hoefijzer rond Empel. Richting het noordwesten ligt binnen dit hoefijzer de voetbalvereniging Emplina, waterstructuren tussen Empel en de toekomstige Zuidwillemsvaart en weilandjes tussen de Empelsedijk en Empel.
Binnen het plangebied wordt de zone tussen de bedrijventerreinen een groene waterbergingszone die zoveel mogelijk wordt ingericht als natte natuur. Bij de inrichting wordt variatie en soortenrijkdom nagestreefd.
De landschappelijke eenheden bestaan uit rietlandjes, bosjes, wilgengrienden of- laantjes, graslandjes en poelen. Daarbinnen zijn weer wandelverbindingen mogelijk door de natte natuur vanuit beide bedrijventerreinen. Dit kan op informele wijze door gebruik te maken van de onderhoudspaden.
De natte natuur wordt extensief onderhouden. De verwachting van strak gemaaid gazon en opgekroonde bomen op een rij is hier niet op zijn plaats. De natuur vraagt om een lossere benadering. Bedrijven die zich hier vestigen moeten zich daarvan bewust zijn. Dat geldt vooral voor de randen van het plan.
Binnen de parkzone ligt een hoofdwaterstroom die onderdeel uitmaakt van het watersysteem Empel, Noord en Maaspoort. De hoofdwaterstroom is opgenomen in een grotere waterpartij in de parkzone. Naast de hoofdwaterstroom heeft de waterpartij verschillende dieptes en (daardoor) vegetaties.
De verbredingen van het water zijn geënt op zichtlijnen naar de stedenbouwkundige accenten aan weerszijden van de parkzone. Dit zijn de representatieve zijden van de entreegebouwen en het bastion aan de rotonde van de Empelseweg. Ook hier liggen poelen in de rand van de ringzone.
De groene zones tussen de bedrijven
Gekoppeld aan de infrastructuur en de hoogspanningsleiding liggen brede groene zones tussen de uitgeefbare terreinen. Deze groene zones hebben de functie van waterberging en waterafvoer vanuit de directe omgeving. Water van verharding en van de bouwkavels wordt oppervlakkig afgevoerd via de groene zones naar de hoofdwaterstromen aan de randen van het plan.
Omdat het bedrijventerrein aan de Rosmalense Plas eigenlijk binnen de concentrische zone van groen en water ligt, wordt het terrein zoveel mogelijk als natte natuur ingericht. De brede groene bermen worden beplant met gevarieerde, maar beeldbepalende bomenstructuren als verwijzing naar de karakteristieke erfbeplanting rond boerderijen in de omgeving. Ondanks de grootschaliger verkaveling wordt gestreefd naar een beeld van bedrijven in de natte natuur (zoals boerderijen in een weidelandschap). Voorwaarde voor het slagen van dit beeld is aandacht voor groene erfafscheiding op particulier terrein aan alle zijden. De oriëntatie van de bebouwing aan de randen vraagt aan alle zijden een representatieve erfafscheiding. Daarbij moet gedacht worden aan lage, ingetogen en in de natuur opgenomen grenzen.
Langs de parkzone grenst een onderhoudsstrook aan particulier terrein. Dit vraagt een creatieve oplossing wat betreft de beveiliging van de terreinen, omdat deze rand als voorzijde bij voorkeur een lage erfafscheiding krijgt.
In het plan zit zo min mogelijk verharding. Ten behoeve hiervan en het optimaal gebruik van de bermen als waterberging worden de inritten van twee buurkavels altijd gecombineerd en krijgt elke kavel maximaal één (gezamenlijke) inrit. Voetpaden bevinden zich slechts aan één kant van de rijbaan.
In de groenstructuur mag niet geparkeerd worden. In noodgevallen is de rijbaan breed genoeg om incidenteel op te parkeren.
Hoofdwaterstromen moeten een gemiddelde diepte hebben van 1,1 meter. Indien rietgroei gewenst is, kan hiervan worden afgeweken. Hoofdwaterstromen worden gedimensioneerd op basis van de benodigde afvoercapaciteit,.
Een waterdiepte van minder dan 1,1 meter zal steeds verder verlanden. De Rosmalense Plas, de hoofdwaterstroom in de parkzone en de Groote Wetering hebben ieder een eigen peilbeheersing en zijn (met uitzondering van afvoer in één richting) niet met elkaar verbonden. Poelen hebben een heel geleidelijk profiel op de noordoever (meeste zon) en steilere oevers aan andere zijden. De maximale diepte is daar 1,5 meter.
Met afkoppeling als uitgangspunt is de hoeveelheid ruimte die er nu is voor waterberging in bermen, poelen en waterpartijen voldoende. Een wadi vereist een breedte van 8 meter met taluds van 1:3.