Plan: | Bedrijventerreinen Empel 3e fase |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002008-1501 |
De in de nabijheid van het plangebied gelegen bosschages rondom de Rosmalense Plas zijn in het kader van de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening tot onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur gekwalificeerd. Verder is langs de A2 nog een gedeelte van een bomenstructuur aanwezig, die na aanleg van Empel-Zuid verdwijnt. Deze bomen behoren niet (meer) tot de Ecologische Hoofdstructuur.
Door de ombouw van de A2, de geïsoleerde ligging, verstoring als gevolg van geluid/verkeer en de geringe oppervlakte is de huidige kwaliteit van de bosschages gering te noemen, alhoewel deze in het streekplan als “overig bos- en natuurgebied” in beginsel nog waren beschermd. In de Verordening ruimte Provincie Noord-Brabant 2011(zie hoofdstuk 3.2.2) is dat niet meer het geval. Wel dient er aandacht te zijn voor compensatie op grond van de Boswet (1:1) van de oppervlakte bomen, die verloren gaat.
Daarnaast heeft het bedrijventerrein invloed op het groen rond het recreatiegebied Rosmalense Plas. Het groen rond de plas is als GHS aangewezen. Hiervoor geldt dan ook het compensatiebeginsel vanuit de GHS. Het gaat niet om een fysieke aantasting, maar om een beïnvloeding door geluid. De beïnvloeding heeft betrekking op 3 ha. Voor de beïnvloeding van het groen rondom de Rosmalense Plas dient de compensatie 1/3 van de oppervlakte gecompenseerd te worden. Dat betekent dus 1 ha. Dit dient in de vorm van bos te gebeuren buiten de beïnvloedingszone.
Qua ecologie is de Groote Wetering het meest waardevolle element in het plangebied. Uitgangspunt is het respecteren van het verloop van deze wetering en daar waar mogelijk de natuurwaarden van dit water te vergroten, bijvoorbeeld door het toepassen van flauwe taluds en grote plasbermen. De Groote Wetering wordt vormgegeven als volwaardige natte ecologische verbinding. In het bestemmingsplan Empel 3e fase is voor die ecologische zone een te vrijwaren zone van 10 meter vanuit de waterlijn opgenomen. Die 10 meter vrijwaringszone is opgenomen om indicatief aan te geven, dat er een ecologische zone langs de waterloop gewenst is. In de praktijk gaat het altijd om een gemiddelde breedte, die vanuit het programma van eisen vanuit ecologie wordt ingevuld. Er is ruimte om plaatselijk smaller (bijvoorbeeld een één meter breed strookje langs een waterloop) en ergens anders weer breder (poelen, bosjes, e.d.) te gaan (stapstenenmodel). Het gaat er om dat de invulling leidt tot doelrealisatie.