direct naar inhoud van 3.1 Rijksbeleid
Plan: Bedrijventerreinen Empel 3e fase
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002008-1501

3.1 Rijksbeleid

3.1.1 Nota Ruimte

Op 27 februari 2006 is de Nota Ruimte in werking getreden. In de Nota Ruimte gaat het om inrichtingsvraagstukken die spelen tussen nu en 2020 met een doorkijk naar 2030. Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak, dat ons in Nederland ter beschikking staat. Meer specifiek richt het kabinet zich hierbij op vier algemene doelen: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden en borging van de veiligheid.

In de nota staat 'ruimte voor ontwikkeling' centraal en gaat het kabinet uit van het motto 'decentraal wat kan, centraal wat moet'. Deze nota ondersteunt gebiedsgerichte, integrale ontwikkeling, waarin alle betrokkenen participeren. 'Ruimte voor ontwikkeling' betekent ook, dat het rijk voor ruimtelijke waarden van nationaal belang waarborgen creëert om die te kunnen behouden en ontwikkelen. Het beperkte oppervlak dat Nederland ter beschikking staat, maakt het nodig dit op een efficiënte en duurzame wijze te doen en niet alleen in kwantitatieve, maar ook in kwalitatieve zin vorm te geven.

De Nota Ruimte geeft aan dat ons land bedrijventerreinen nodig heeft voor een duurzame economische groei. In de Nota Ruimte zijn door de ministeries van VROM, LNV, V&W en EZ de principes voor de ruimtelijke inrichting van Nederland vastgelegd. Een belangrijk uitgangspunt van de Nota Ruimte is versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland. Nederland staat voor een grote opgave om ruim 21.000 hectare bedrijventerrein te herstructureren en daarnaast nog eens ongeveer 23.000 hectare nieuw bedrijventerrein te realiseren.

3.1.2 Rooilijnenbeleid

Het rooilijnenbeleid van Rijkswaterstaat houdt in dat Rijkswaterstaat langs haar autosnelwegen twee rooilijnen hanteert. In de zone van 50 meter uit de as van de dichtst bij het plangebied gelegen rijbaan geldt een bouwverbod anders dan voor verkeersdoeleinden. Tot de rijbanen worden ook gerekend toe- en afritten van en naar andere (snel)wegen. Voor de zone van 50 tot 100 meter uit de as van de dichtstbij gelegen rijbaan van een rijksweg geldt volgens het rooilijnenbeleid, dat hier slechts na toestemming van het college van burgemeester en wethouders mag worden gebouwd. Deze toestemming mag slechts worden verleend met in acht name van de belangen van het wegverkeer en de betreffende wegbeheerder, in casu Rijkswaterstaat.

Zone van 50 meter

Tussen het knooppunt Empel en de bebouwingsgrenzen van de bedrijfspercelen is een zone aangehouden met de bestemming Water. Deze zone is ter hoogte van het terrein Rosmalense Plas meer dan 50 meter breed, gerekend vanuit het hart van de dichtstbij gelegen rijstrook. Deze afstand is bij het terrein Empel-Zuid 43 tot 44 meter. De afstand tot de rand van de verharding is daar 40 meter. Deze afstand is minder dan de 50 meter die het rooilijnenbeleid voorschrijft en de 42 meter vanaf de rand van de verharding die in het verleden met RWS is afgesproken. Hierover heeft op 18 maart 2010 telefonisch overleg plaatsgevonden tussen de gemeente 's-Hertogenbosch en Rijkswaterstaat. Het belang van de 50 meter bebouwingsvrije zone is om te voorkomen, dat in de toekomst een eventuele uitbreiding van de rijksweg onmogelijk of onnodig duur wordt. Aangezien de A2 en het knooppunt Empel recentelijk zijn aangepast, acht RWS het niet aannemelijk, dat hier in de (nabije) toekomst opnieuw een uitbreiding zal plaatsvinden. RWS heeft aangegeven, dat het daarom mogelijk is hier maatwerk te leveren en dat Rijkswaterstaat akkoord gaat met de nu aangehouden afstanden, mits in het bestemmingsplan voor de zone van 43 meter een afwijkingsbevoegdheid wordt opgenomen voor bouwwerken, waarbij de de betrokken wegbeheerder vooraf een verklaring van geen bezwaar dient af te geven alvorens het college van B&W een omgevingsvergunning verleend. Op de verbeelding van het bestemmingsplan is deze zone aangegeven met de (gebied)aanduiding “vrijwaringszone - weg”, waaraan een afwijkingsbevoegdheid wordt gekoppeld voor bouwwerken. Ter hoogte van bedrijventerrein Rosmalense Plan zal de breedte van de zone 50 m zijn, conform het rooilijnenbeleid.

Zone van 50-100 meter uit de as van de snelweg

Het belang van Rijkswaterstaat van het alleen via een afwijkingsbevoegdheid laten bebouwen van deze strook van Rijkswaterstaat is gelegen in:

  • het voorkomen van voor de weggebruiker afleidende effecten;
  • het beperken van milieuhinder voor omwonenden.


In dit kader geldt, dat de bebouwing op het terrein Empel-Zuid, vanaf de rijksweg gezien, schuil gaat achter een 4 tot 6 meter hoog geluidsscherm. De afstand tussen de geprojecteerde bebouwing op de bedrijfspercelen en de rijksweg op het terrein Rosmalense Plas bedraagt minimaal 58 meter, gerekend uit het hart van de dichtstbijzijnde rijbaan. De nieuwe bebouwing op de te ontwikkelen bedrijventerreinen in Empel sluit aan weerszijden aan op bestaande bebouwing op de bedrijventerreinen Maasakkers en De Brabantpoort. De geprojecteerde bebouwing ligt bovendien in dezelfde rooilijn als de bestaande bedrijfsbebouwing.

Hierdoor is er geen sprake van voor de weggebruiker afleidende effecten. Ook heeft de bebouwing geen invloed op mogelijke maatregelen ter beperking van vermindering van milieuhinder voor omwonenden vanwege de rijksweg. De belangen van Rijkswaterstaat worden derhalve niet aangetast. Het opnemen van een afwijkingsregeling voor bebouwing in deze zone is niet zinvol en zou alleen tot langere omgevingvergunningsprocedures leiden. Ook dit is besproken met Rijkswaterstaat. Overeengekomen is voor deze gronden geen afwijkingsregeling op te nemen.