direct naar inhoud van 4.1 Archeologie
Plan: Bedrijventerrein Kruisstraat
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0001197-1501

4.1 Archeologie

Achtergronden

Het gebied van het industrieterrein Kruisstraat ligt in zijn geheel op de noordelijke flank van de grote oost-westlopende zandrug waarop ook Rosmalen is gelegen. In de nabije omgeving, in het bijzonder ten oosten van het industriegebied zijn in het verleden archeologische vondsten gedaan die wijzen op nederzettingen uit de Middeleeuwen en mogelijk ook vroeger (zie o.a. Datema en van der Gaauw 1991). Vanwege deze vondsten en de landschappelijke ligging is de kans op het aantreffen van archeologisch waardevolle resten groot. Door plaggenbemesting in de Middeleeuwen en Nieuwe tijd zijn de archeologische resten bedekt geraakt door een plaggendek of esdek van tenminste 50 cm dikte. Hierdoor zijn de resten goed beschermd geweest voor verstoringen en erosie. De kans dat de resten relatief intact bewaard zijn gebleven is daardoor groot. Op de archeologische verwachtingskaart van de gemeente 's-Hertogenbosch (in voorbereiding) staat het gebied aangegeven als een gebied met een hoge archeologische verwachting.

Op basis van de informatie van de hoogteligging van het maaiveld kan worden geconcludeerd dat het bedrijventerrein bij de aanleg aanmerkelijk is opgehoogd. Deze ophoging bedraagt vermoedelijk minimaal 1 meter. De kans dat bij de aanleg van het bedrijventerrein en de bouw van de bedrijfsgebouwen de archeologische resten intact zijn gebleven is derhalve groot. Als dit het geval is dan bevinden de archeologische resten zich op minimaal 1,50m onder het huidige maaiveld.

Randvoorwaarden

De aanwezigheid van archeologische resten in de ondergrond hoeft geen belemmering te vormen voor de bestemming als industrieterrein. Er dient naar gestreefd te worden de eventuele archeologische resten zoveel mogelijk intact te laten. Mocht dat niet mogelijk zijn dan kan het noodzakelijk zijn de resten op te graven en op die manier de informatie 'ex situ' te behouden.

Om dit te bewerkstelligen kunnen de volgende stappen doorlopen worden:

-In de eerste plaats dient bepaald te worden of de beoogde werkzaamheden een bedreiging vormen voor de potentiƫle archeologische resten. Daarbij wordt gesteld dat als de bodemingreep ondieper is dan 150 cm onder het huidige maaiveld of kleiner is dan 50m2 de archeologische resten niet of in zo'n geringe mate bedreigd zijn dat er geen archeologisch onderzoek noodzakelijk is. De bouw kan dan (op archeologische gronden) zonder verdere maatregelen plaats vinden.

-Indien de bodemverstorende activiteit dieper reikt dan 150cm onder het huidge maaiveld en groter is dan 50m2 dan dient bepaald te worden of er inderdaad sprake is van archeologische resten. Hiertoe dient de initiatiefnemer van de activiteit met de bouwaanvraag een rapport mee te sturen waarin door een erkend archeologisch bureau is vastgesteld of er sprake is van archeologische resten in de ondergrond en waarin een selectieadvies is opgenomen. Een dergelijk inventariserend onderzoek wordt uitgevoerd conform de randvoorwaarden die door de gemeente 's-Hertogenbosch (afdeling BAM) zijn opgesteld of goedgekeurd (Programma van Eisen) en worden bekostigd door de initiatiefnemer. In de praktijk zal een dergelijk onderzoek bestaan uit een booronderzoek of een proefsleuvenonderzoek of een combinatie van beide.

-Indien het bij bovenstaand inventariserend onderzoek is vastgesteld dat er geen sprake is van behoudenswaardige archeologische resten neemt de gemeente het selectiebesluit om het terrein vrij te geven.

- Indien bij het bovenstaand inventariserend onderzoek is vastgesteld dat er sprake is van behoudenswaardige archeologische resten kan de gemeente het besluit nemen dat de initiatiefnemer zorg draagt voor de documentatie van de archeologische resten waardoor behoud ex situ gewaarborgd is. De kosten voor dit onderzoek worden gedragen door de initiatiefnemer. De randvoorwaarden voor het onderzoek worden opgesteld door de gemeente 's-Hertogenbosch en vastgelegd in een programma van eisen.

Tevens kan de gemeente voorstellen om de funderingsconstructie zodanig aan te passen dat de archeologische resten behouden blijven.

Bovenstaande randvoorwaarden zijn onder andere gebaseerd op informatie over de hoogteligging in geonet. Indien de grenzen van het bestemmingsplan zich uitstrekken buiten het opgehoogde gebied dan gelden voor de niet opgehoogde delen andere randvoorwaarden.