direct naar inhoud van 5.2 Waarden
Plan: Gever 4, Haaren
Status: ontwerp
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0788.WP1300BGGEVER4P101-ON01

5.2 Waarden

5.2.1 Archeologie
5.2.1.1 Inleiding

Conform het bepaalde in artikel 38a van de Monumentenwet 1988 moet bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening gehouden worden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische monumenten.

5.2.1.2 Analyse

De gemeente Haaren heeft geen eigen archeologiebeleid vastgesteld, maar de archeologische waardering gebaseerd op de provinciale waardenkaart. Deze waardering is verwerkt in het vigerende bestemmingsplan middels dubbelbestemmingen. Binnen het plangebied vigeert de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2', waarin is bepaald dat een archeologisch onderzoek verplicht is voor alle bodemingrepen (waaronder het bouwen) met een oppervlakte van meer dan 100 m² en een diepte van meer dan 50 centimeter.

Het plan omvat geen nieuwe bouwwerkzaamheden of andere bodemingrepen. Er is geen archeologisch onderzoek nodig.

Omdat op basis van voorliggend wijzigingsplan wel bodemingrepen met een oppervlakte van meer dan 100 m² zouden kunnen worden uitgevoerd is een blijvende bescherming van archeologische waarden noodzakelijk. Derhalve is de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' overgenomen in voorliggend wijzigingsplan.

5.2.1.3 Conclusie

Het aspect archeologie vormt geen planologische belemmering voor het plan.

5.2.2 Cultuurhistorie
5.2.2.1 Inleiding

Conform het bepaalde in artikel 3.1.6 Bro moet bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening gehouden worden met de aanwezige cultuurhistorische waarden.

5.2.2.2 Analyse

De Gever is op de provinciale Cultuurhistorische Waardenkaart aangewezen als een lijnobject met een redelijk hoge historisch-geografische waarde.
Het plan leidt tot een aantasting van deze weg.

De langgevelboerderij en de Vlaamse schuur hebben geen monumentale status, maar dragen wel in grote mate bij aan het karakter van het buitengebied van Haaren. Zo is de Vlaamse schuur een zeer streekeigen bouwvorm.
Het hergebruik van deze gebouwen vormt de basis voor het behoud en het herstel ervan.

5.2.2.3 Conclusie

Het aspect cultuurhistorie vormt geen planologische belemmering voor het plan. Het plan draagt zelfs bij aan het behoud van cultuurhistorische waarden.

5.2.3 Flora en fauna
5.2.3.1 Inleiding

Ten behoeve van de bescherming van zeldzame of kwetsbare planten en dieren zijn twee wetten van toepassing. Middels de Natuurbeschermingswet 1998 worden waardevolle natuurgebieden beschermd. De Flora- en faunawet bevat een soortenbescherming.

5.2.3.2 Analyse

Gebiedsbescherming
Het plangebied ligt niet binnen een beschermd gebied, zoals opgenomen in Natura 2000 en de ecologische hoofdstructuur. De waterloop langs de Gever is aangeduid als ecologische verbindingszone. De plan heeft geen invloed op deze verbindingszone.

De Natuurbeschermingswet 1998 kent tevens een zogenaamde 'externe werking', wat betekent dat ook projecten buiten Natura 2000-gebieden vergunningplichtig kunnen zijn wanneer zij een negatief effect hebben op deze gebieden.
Gezien de aard en de beperkte omvang van het plan, en de afstand (circa 1000 meter) tot het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied (Kampina & Oisterwijkse Vennen) is het niet aannemelijk dat het plan negatieve effecten heeft op deze natuurgebieden.

Soortenbescherming
De te verbouwen boerderij en de te slopen stallen zouden als verblijfplaats voor beschermde soorten (zoals vleermuizen) gebruikt kunnen worden. De aanwezigheid van deze soorten vormt geen planologische belemmering voor het plan, maar vormt wel aandachtspunt bij de bouwactiviteiten. Ten aanzien van beschermde soorten is te allen tijde de zorgplicht van toepassing. Dit is in de planregels vastgelegd.

5.2.3.3 Conclusie

Het aspect flora en fauna vormt geen planologische belemmering voor het plan.