direct naar inhoud van 3.4 Beeldkwaliteitplan
Plan: Anton van Duinkerkenstraat 2, Helvoirt
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0788.BP1100HVTADUINK2-OH01

3.4 Beeldkwaliteitplan

De behoefte aan een beeldkwaliteitplan komt voort uit de wens te komen tot een harmonisch, stedenbouwkundig geheel. Om het gewenste ambitieniveau daadwerkelijk te kunnen realiseren is het van belang dat niet alleen van de gemeente maar ook van de ontwikkelingspartij en daarmee de uiteindelijke eigenaren van de kavels, extra inspanning wordt gevraagd om de beeldkwaliteit te waarborgen.

In dit hoofdstuk worden verschillende criteria benoemd en beschreven die bepalend zijn voor de uitstraling van de uiteindelijke inrichting en bebouwing. Het betreft criteria gericht op de kwaliteit en samenhang van de (openbare) ruimte en op de uitstraling en architectonische kwaliteit van de gebouwen. De gepresenteerde 3D- en referentiebeelden geven uitsluitend een sfeerimpressie.

De realisering van de woningen in voorliggend plan geschiedt mogelijk door individuele particuliere ontwikkelingen. Het is aannemelijk dat dit een variatie in gevelindeling, massaopbouw en daarmee individualiteit verzekerd is. Zoals eerder opgemerkt moet het beeldkwaliteitplan een zekere harmonie bewerkstelligen. Het is daartoe noodzakelijk dat de architect van het totale bouwplan voorafgaand aan het ontwerp kennis neemt van het beeldkwaliteitplan.

Criteria beeldkwaliteiten

Het beeldkwaliteitplan dient als leidraad voor het bereiken van een gewenste stedenbouwkundige samenhang. Het beeldkwaliteitplan is een stedenbouwkundig instrument en blijft beperkt tot díe elementen en aspecten die het beeld van de openbare ruimte inclusief de verschijningsvorm van de aanpalende percelen en bebouwing bepalen.

Deze aspecten zijn onder te verdelen in drie hoofdgroepen:

  • 1. bebouwing (situering, typologie, massa, materiaal en kapvorm);
  • 2. erf en erfafscheidingen;
  • 3. aansluiting op de openbare ruimte.

3.4.1 Bebouwing

De bebouwing voegt zich, op eigenwijze manier, binnen de karakteristiek van de Anton van Duinkerkenstraat te Helvoirt. Dit biedt veel vrijheid in architectuur maar geeft ook enkele beperkingen in hoofdlijnen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0788.BP1100HVTADUINK2-OH01_0010.jpg"

Positie van de woning op het kavel

De stedenbouwkundige verkaveling gaat uit van 3 patio woningen. Het plangebied is goed zichtbaar van Anton van Duinkerkenstraat en de directe groene omgeving van de locatie.

Het bestaande kavel is logisch ingedeeld in 3 percelen (niet noodzakelijk gelijk van oppervlakte). Op ieder kavel is het hoofdvolume met dakopbouw (optioneel) tegen de erfgrens gepland teneinde een eenzijdige ontsluiting (zijde Anton van Duinkerkenstraat) te kunnen garanderen. De erfafscheiding is hiermee direct in de vorm van de buitengevel van het hoofdvolume vormgegeven. Op de erfafscheiding bevinden zich enkele gevelopeningen. Het eenlaagse bijgebouwen welke zich aan de Anton van Duinkerkenstraat bevindt worden door middel van een carport aan elkaar gekoppeld waardoor een eenduidig ontworpen gevelwand ontstaat.

De patio’s zijn op het zuidwesten georiënteerd om maximaal van de zoninstraling te kunnen profiteren. Aan de zuidwestzijde van de locatie (groenstructuur) kan de patio (deels) geopend worden.

Massa

De woningen in het plangebied kunnen worden getypeerd als geschakelde patiowoningen. Deze typologie vormt het uitgangspunt voor de te realiseren woningen. Derhalve geldt een dakrandhoogte van ca 3,2 meter voor de eenlaagse bebouwing en hoogte van ca 6,5 meter voor het tweelaagse hoofdvolume. De volumes van de woningen zijn eenvoudig en eigentijds van opbouw. Het toevoegen van elementen als aan- en uitbouwen, dakkapellen en erkers aan de hoofdbouwmassa, past niet binnen het beeld van deze ontwikkeling.

Kapvorm

Voor deze ontwikkeling wordt voor zowel de hoofd- als bijgebouwen uitgegaan van een plat dak.

afbeelding "i_NL.IMRO.0788.BP1100HVTADUINK2-OH01_0011.jpg"

voorbeeld van gekoppelde eenlaags bijgebouw door middel van een carport

Materialisering

In materialisering van de gevel is relatief veel vrijheid mogelijk. Het is echter relevant dat de gekozen gevelafwerking een natuurlijk ogende, materiaaleigen kleur heeft. Felle kleuren en opvallende materialen dienen vermeden te worden. Enige aansluiting op het terughoudend materiaalgebruik van de omgeving (voornamelijk baksteen) is wenselijk.

Groene gevels komen (nog) niet voor in de Anton van Duinkerkenstraat maar zijn te allen tijde toegestaan. Enerzijds vanwege de duurzame kwaliteiten van deze bekleding en anderzijds onttrekt het de nieuwe bebouwing aan het zicht waardoor de landschappelijke impact van de ontwikkeling verkleind wordt. De hiernavolgende sfeerkaart geeft referentiebeelden weer ten aanzien van de materialisering.

afbeelding "i_NL.IMRO.0788.BP1100HVTADUINK2-OH01_0012.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0788.BP1100HVTADUINK2-OH01_0013.jpg"

sfeerkaart materialisering

3.4.2 Erf en erfafscheiding

Gezien het karakter van een patiowoning dient de erfafscheiding op de kadastrale grenzen gebouwd worden met eenzelfde materiaalgebruik als de woning zelf. De architectuur van de woningen bepaald (deels) de kwaliteit van de erfafscheiding. De erfafscheiding kan deels ingevuld worden met openingen of andere materiaalinpassingen.

De carport kan met een open hekwerk (lamellen/ spijlen) op de kadastrale grens afgesloten worden.

3.4.3 Aansluiting op de openbare ruimte

De ontwikkeling op de locatie zoekt de kadastrale grenzen maximaal op. Dit introverte bouwplan gaat daarmee de confrontatie met de openbare ruimte maximaal aan. Op dit moment wordt de schoolwoning ‘uit het zicht’ weggenomen door een groenstrook. Het is niet noodzakelijk deze te handhaven. Een directe aansluiting gevel - groene speelweide is daarmee voorstelbaar.

afbeelding "i_NL.IMRO.0788.BP1100HVTADUINK2-OH01_0014.jpg"

een directe aansluiting gevel - groene speelweide is voorstelbaar.