direct naar inhoud van Artikel 3 Recreatieve Poort
Plan: Recreatieve Poort Goirle
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0785.BP2010004Recrpoort-oh01

Artikel 3 Recreatieve Poort

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatieve Poort' aangewezen gronden zijn bestemd voor de vestiging van een recreatieve poort. Tevens zijn betreffende gronden bestemd voor water en waterhuishoudkundige voorziengen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 3.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende regels:

  • a. toegestaan zijn:
    • 1. bedrijfsgebouwen;
    • 2. bedrijfswoningen en daarbij behorende bijgebouwen;
    • 3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. ondergronds bouwen is uitsluitend toegestaan onder gebouwen, tot een verticale diepte van maximaal 5 meter.
3.2.2 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden naast het bepaalde in lid 3.2.1 de volgende regels:

  • a. bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak zoals op de verbeelding door middel van een aanduiding is aangegeven;
  • b. de maximaal toegestane goothoogte bedraagt 6 meter;
  • c. de maximaal toegestane bouwhoogte bedraagt 12 meter;
  • d. bedrijfsgebouwen mogen worden uitgevoerd in maximaal twee bouwlagen
  • e. de oppervlakte aan bedrijfsgebouwen mag in totaal niet meer dan 1250 m² bedragen,
  • f. de maximale oppervlakte aan bedrijfsgebouwen ten behoeve van horeca, conform de categorieën B en D van de bij dit bestemmingsplan behorende “Staat van horeca-activiteiten”, mag in totaal niet meer dan 525 m² bedragen;
  • g. de maximale oppervlakte aan bedrijfsgebouwen ten behoeve van verhuur van voorzieningen en materialen, mag in totaal niet meer dan 100 m² bedragen;
  • h. verblijfsrecreatie in de vorm van Bed & Breakfast is slechts toegestaan op de eerste verdieping met maximaal 8 verblijfsruimten;
3.2.3 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van een bedrijfswoning geldt naast het bepaalde in lid 3.2.1 de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" (bw) is per bouwvlak ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan;
  • b. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m3 bedragen;
  • c. de maximaal toegestane goothoogte bedraagt 5 meter;
  • d. de maximaal toegestane nokhoogte bedraagt 9,5 meter.
3.2.4 Bijgebouwen bij bedrijfswoning

Voor het bouwen van bijgebouwen bij bedrijfswoningen, gelden naast het bepaalde in lid 3.2.1. de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" (bw) zijn per bouwvlak bijgebouwen bij de bedrijfswoning toegestaan
  • b. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen mag niet meer dan 100 m² bedragen;
  • c. de goothoogte van bijgebouwen mag maximaal 3,5 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van bijgebouwen mag maximaal 7,5 m bedragen;
  • e. naast de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen, is bij de bedrijfswoning niet meer dan één carport toegestaan, met een oppervlakte van niet meer dan 25 m² en een hoogte van niet meer dan 2,75 meter.
3.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden naast het bepaalde in lid 3.2.1 de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van antenne- en vlaggenmasten mag niet meer dan 5 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van informatievoorzieningen mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van terreinverlichting mag niet meer dan 4 meter bedragen;
  • e. de bouwhoogte van speeltuintoestellen mag niet meer dan 5 meter bedragen;
  • f. de bouwhoogte van overkappingen, paarden- en fietsenstallingen mag niet meer dan 3,5 meter bedragen;
  • g. de oppervlakte van overkappingen zoals bedoeld onder f. mag niet meer dan 100 m² bedragen;
  • h. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 1,5 meter bedragen.
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel7.10 van de Wet ruimtelijk ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. vrijstaande en aangebouwde bijgebouwen te gebruiken als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte;
  • b. een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een prostitutiebedrijf of een sekdinrichting;