Partiële herziening Haansberg, industriestraat 3

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op 27 mei 2013 heeft de gemeenteraad van Gilze en Rijen het bestemmingsplan 'De Haansberg' vastgesteld. Na vaststelling van het plan is gebleken dat er ter plaatse van de locatie Industriestraat 3 een omissie in het bestemmingsplan zit. De omissie betreft dat op het perceel Industriestraat 3 in het bestemmingsplan 'De Haansberg' geen bedrijfswoning is opgenomen.

Het voorliggend bestemmingsplan heeft als doel om de ter plaatse van het perceel Industriestraat 3 één bedrijfswoning op juiste wijze planologisch te verankeren. Dit heeft uitsluitend gevolgen voor de verbeelding van het bestemmingsplan. Met het voorliggend plan wordt de verbeelding van bestemmingsplan De Haansberg herzien.

1.2 Plangebied

Het bedrijventerrein De Haansberg ligt ten zuiden van Rijen. Het plangebied is gelegen in de noordwestelijke zone van het bedrijventerrein De Haansberg. Op figuur 1 is de begrenzing van het plangebied weergegeven.

Figuur 1: ligging plangebied (rood kader) op bedrijventerrein De Haansberg

1.3 Vigerend bestemmingsplan

Tot het moment waarop het bestemmingsplan 'Partiële herziening Haansberg, industriestraat 3' in werking treedt, geldt het bestemmingsplan 'De Haansberg', zoals op 27 mei 2013 door de gemeenteraad van Gilze en Rijen is vastgesteld. In dit bestemmingsplan zijn de gronden voorzien van de bestemming 'Bedrijventerrein'. De als zodanig bestemde gronden zijn bedoeld voor bedrijven in de milieucategorieën 2 tot 3.2, aan de bedrijfsvoering ondergeschikte kantoren en opslag. Een bedrijfswoning was niet toegestaan binnen de bestemming.

Figuur 2: uitsnede bestemmingsplan 'De Haansberg' met ligging plangebied ter plaatse van groene markering (de rode kaders zijn de kadastrale perceelsgrenzen)

1.4 Leeswijzer

De toelichting bestaat uit 7 hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 een beschrijving gegeven van het plan. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de beleidsaspecten. Hoofdstuk 4 beschrijft de gevolgen van de herziening waarna hoofdstuk 5 ingaat op de juridische regelgeving. Daarna komt in hoofdstuk 6 de economische uitvoerbaarheid aan bod en tot slot in hoofdstuk 7 de maatschappelijke uitvoerbaarheid.

Hoofdstuk 2 Het plan

2.1 Begrenzing

Deze herziening betreft het omkaderde gebied (zie figuur 2). Het plangebied betreft een bedrijfsperceel. Het bedrijfsperceel is onderdeel van het bedrijventerrein. Op de onderstaande figuur 3 is de toekomstige situatie weergegeven waarbij de omissie is opgeheven en een bedrijfswoning aan de bestemming is toegevoegd.

Figuur 3: uitsnede verbeelding nieuwe situatie inclusief bedrijfswoning

2.2 Toekomstige situatie

Met deze herziening wordt op het bedrijfsperceel naast bedrijfsactiviteiten een bedrijfswoning toegestaan. De wijzigingen ten opzichte van het geldende bestemmingsplan zijn:

• a. het bestemmingsvlak van 'Bedrijventerrein' wordt een aanduiding opgenomen voor een bedrijfswoning;
• b. in de regels wordt de aanduiding voor een bedrijfswoning vastgelegd.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

De wijzigingen zoals beschreven in dit bestemmingsplan zijn (conform het bestemmingsplan 'De Haansberg' en vigerende beleid) navolgbaar aan de beleidsdoeleinden zoals gesteld door Rijks-, provinciale en gemeentelijke overheid. Dit plan betreft uitsluitend een correctie van een bestemmingsaanduiding op basis van de werkelijke situatie. Voor de volledigheid is in figuur 4 de begrenzing van het bestaand stedelijk gebied weergeven conform de Verordening ruimte 2014 (geconsolideerd op 1 januari 2016) van de provincie Noord-Brabant. Zoals blijkt uit onderstaande afbeelding is het plangebied geheel gelegen in bestaand stedelijk gebied.

Figuur 4: begrenzing bestaand stedelijk gebied uit Verordening Ruimte 2014

Het plangebied van voorliggend bestemmingsplan is op de kaarten behorende bij de Verordening ruimte aangeduid als ‘bestaand stedelijk gebied’. Binnen het als zodanig aangewezen stedelijk gebied is de gemeente vrij –binnen de grenzen van andere wetgeving– om te voorzien in stedelijke ontwikkeling. Voorliggend plan voldoet derhalve aan dat streven.

Hoofdstuk 4 Gevolgen van de herziening

Het corrigeren van de omissie en daarmee het toevoegen van een bedrijfswoning aan de bestaande bedrijfsbestemming heeft geen gevolgen voor de omgeving. In de directe omgeving van het plangebied zijn meerdere bedrijfspercelen gelegen waar een bedrijfswoning mogelijk is. Met name langs de Industriestraat is deze menging van bedrijfswoningen en bedrijfspanden aanwezig. Ook voor het perceel Industriestraat 3 is sinds een aantal jaren een bedrijfswoning aanwezig die bij het opstellen van het vigerende bestemmingsplan niet naar voren is gekomen tijdens de inventarisatie en daardoor is gemist.

Vanuit een goede ruimtelijke ordening worden er geen negatieve effecten verwacht op de bedrijfsvoering van de omliggende bedrijven, zeker niet nu er sprake is van een langdurige bestaande situatie die ruimtelijk goed wordt vastgelegd.

Externe veiligheid

Een deel van de gemeente Gilze- en Rijen is gelegen binnen het invloedsgebied van één of meerdere Brzo bedrijven en/of van een spoorlijn, autoweg of buisleiding.

Met de brief (zie ook Bijlage 1 van de toelichting van het bestemmingsplan) van de brandweer wordt een standaard advies voor ruimtelijke ontwikkelingen in het invloedsgebied van een Bevi-inrichting en/of infrastructuur gegeven. Dit standaard advies wordt gebruikt voor de verantwoording van het groepsrisico voor deze concrete ruimtelijke ontwikkeling.

Het plangebied valt binnen de invloedssfeer van de spoortraject Breda - Tilburg. Daarnaast voldoet de ontwikkeling binnen de reikwijdte van het standaardadvies waardoor de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant geen maatwerkadvies hoeft uit te brengen.

Conclusie

In Bijlage 1 is de onderbouwing voor de verantwoording van het groepsrisico verwoord. Voor de verantwoording wordt voor de volgende onderdelen gebruik maken van het advies voor de onderdelen:

• a. mogelijk te treffen maatregelen ter verbetering van de veiligheid;
• b. mogelijkheden voor de rampenbestrijding;
• c. mate van zelfredzaamheid van de aanwezigen.

Hoofdstuk 5 Juridische regelgeving

Deze herziening is wat betreft de regeling afgestemd op het vigerende bestemmingsplan 'De Haansberg', waarbij de regels dit van toepassing zijn in dit plan 1 op 1 zijn overgenomen uit het geldende bestemmingsplan. Met deze herziening hebben er uitsluitend wijzigingen plaatsgevonden op de verbeelding in de vorm van het toevoegen van de functieaanduiding voor een bedrijfswoning op het bedrijfsperceel op basis van de feitelijke situatie.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

Het plan betreft het in overeenstemming brengen van de bestemming met de werkelijke situatie zoals in voorgaande planologische regime was vastgelegd. Het plan heeft voor de gemeente geen financiële consequenties. Een exploitatieplan is dan ook niet noodzakelijk en het bestemmingsplan is daarmee financieel uitvoerbaar.

Hoofdstuk 7 Vooroverleg en Inspraak

De maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan wordt getoetst met het versturen van het plan naar de verschillende overlegpartners. Naast de overlegpartners wordt iedereen in de gelegenheid gesteld het plan te beoordelen. Onderstaand is aangegeven op welke manier de maatschappelijke uitvoerbaarheid precies getoetst wordt.

Vooroverleg

Het concept ontwerpbestemmingsplan 'Partiële herziening Industiestraat 3, Haansberg' is op grond van artikel 3.1.1 Bro (Besluit ruimtelijke ordening) verzonden aan de relevante wettelijke instanties ten behoeve van het vooroverleg. Het voorontwerp is verzonden aan:

• 1. Provincie Noord-Brabant;
• 2. Waterschap Brabantse Delta;
• 3. Regionale Brandweer Midden en West-Brabant.

Ad.1. Provincie Noord-Brabant

Provinciale Staten hebben de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid  vastgelegd in de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening en de te beschermen  provinciaal ruimtelijke belangen in de Verordening ruimte 2014.

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u het e-formulier ingevuld. 

Wij hebben ons beperkt tot de vraag hoe het bestemmingsplan zich verhoudt tot de  provinciale belangen die op basis van het provinciaal ruimtelijk beleid relevant zijn. 

Het door u ingevulde formulier over de in het voorontwerp betrokken ruimtelijke  aspecten geeft ons geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. U kunt het wettelijk vooroverleg dan ook als afgerond beschouwen.

Beantwoording

Conform het verzoek van de provincie wordt het e-formulier als bijlage toegevoegd aan de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan.

Conclusie

De reactie geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen. Wel zal het e-formulier als bijlage 1 bij de toelichting worden gevoegd.

Ad.2. Waterschap Brabantse Delta

Het Waterschap is verzocht om een wateradvies uit te brengen zoals bedoeld in artikel 3.1.1 lid 1 van het Besluit ruimtelijke ordening.

Aangezien de belangrijkste uitgangspunten voor het waterschap naar wens zijn opgenomen in het voorontwerpbestemmingsplan geeft het waterschap een positief wateradvies.

Beantwoording

Het positief wateradvies wordt voor kennisgeving aangenomen.

Conclusie

De reactie geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen. Wel zal de reactie van het waterschap als bijlage 1 bij de toelichting worden gevoegd.

Ad.3. Brandweer Midden- en West-Brabant

Een deel van de gemeente Gilze- en Rijen is gelegen binnen het invloedsgebied van één of meerdere Brzo bedrijven en/of van een spoorlijn, autoweg of buisleiding.

Met de brief (zie ook bijlage 1 van de toelichting van het bestemmingsplan) van de brandweer wordt een standaard advies voor ruimtelijke ontwikkelingen in het invloedsgebied van een Bevi-inrichting en/of infrastructuur gegeven. Dit standaard advies wordt gebruikt voor de verantwoording van het groepsrisico voor ruimtelijke ontwikkelingen.

Het plangebied valt binnen de reikwijdte van het standaardadvies waardoor de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant geen maatwerkadvies hoeft uit te brengen.

Beantwoording

De reactie van de brandweer wordt voor kennisgeving aangenomen. Het standaardadvies wordt als bijlage 1 opgenomen in het bestemmingsplan.

Conclusie

De reactie geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen. Wel zal de reactie van de brandweer en het standaardadvies als bijlage 1 bij de toelichting worden gevoegd.

Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan heeft vanaf 12 september tot en met 23 oktober 2016 ter inzage gelegen. Het plan is eveneens gepubliceerd op www.ruimtelijkeplannen.nl.

Binnen de inzagetermijn zijn geen zienswijzen ingediend.