Plan: | Tilburgsebaan 30 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0784.BPTilburgsebaan30-VG01 |
In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan deze ontwikkelingen - wat ecologie betreft - moeten worden getoetst. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen het toetsingskader dat door wettelijke regelingen wordt bepaald en het toetsingskader dat wordt gevormd door het beleid van Rijk, provincie en gemeente.
Huidige situatie
Het wijzigingsgebied bestaat uit een voormalig agrarisch bedrijf (intensieve veehouderij), met verharding, bebouwing en wat erfbeplanting.
Beoogde ontwikkelingen
Het wijzigingsplan voorziet in het wijzigen van de functie van intensieve veehouderij in een paardenafrichtingsbedrijf.
Toetsingskader
Beleid
Het rijksbeleid ten aanzien van de bescherming van soorten (flora en fauna) en de bescherming van de leefgebieden van soorten (habitats) is opgenomen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). De uitwerking van dit nationale belang ligt bij de provincies. De bescherming van de EHS is in Noord-Brabant in de provinciale Structuurvisie en Verordening nader uitgewerkt.
Normstelling
Flora- en faunawet
Voor de soortenbescherming is de Flora- en faunawet (hierna Ffw) van toepassing. Deze wet is gericht op de bescherming van dier- en plantensoorten in hun natuurlijke leefgebied. De Ffw bevat onder meer verbodsbepalingen met betrekking tot het aantasten, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfsplaatsen. De wet maakt hierbij een onderscheid tussen 'licht' en 'zwaar' beschermde soorten. Indien sprake is van bestendig beheer, onderhoud of gebruik, gelden voor sommige, met name genoemde soorten, de verbodsbepalingen van de Ffw niet. Er is dan sprake van vrijstelling op grond van de wet. Voor zover deze vrijstelling niet van toepassing is, bestaat de mogelijkheid om van de verbodsbepalingen ontheffing te verkrijgen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Voor de zwaar beschermde soorten wordt deze ontheffing slechts verleend, indien:
Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient in het geval van zwaar beschermde soorten of broedende vogels overtreding van de Ffw voorkomen te worden door het treffen van maatregelen, aangezien voor dergelijke situaties geen ontheffing kan worden verleend.
Met betrekking tot vogels hanteert het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de volgende interpretatie van artikel 11:
De verbodsbepalingen van artikel 11 beperken zich bij vogels tot alleen de plaatsen waar gebroed wordt, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te doen zijn, én slechts gedurende de periode dat er gebroed wordt. Er zijn hierop echter verschillende uitzonderingen, te weten:
Nesten die het hele jaar door zijn beschermd
Op de volgende categorieën gelden de verbodsbepalingen van artikel 11 van de Ffw het gehele seizoen.
Nesten die niet het hele jaar door zijn beschermd
In de 'aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten' worden de volgende soorten aangegeven als categorie 5. Deze zijn buiten het broedseizoen niet beschermd.
De Ffw is voor dit wijzigingsplan van belang, omdat bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan moet worden onderzocht of deze wet de uitvoering van het plan niet in de weg staat.
Natuurbeschermingswet 1998
Uit het oogpunt van gebiedsbescherming is de Natuurbeschermingswet 1998 van belang. Deze wet onderscheidt drie soorten gebieden, te weten:
De wet bevat een zwaar beschermingsregime voor de onder a en b bedoelde gebieden (in de vorm van verboden voor allerlei handelingen, behoudens vergunning van Gedeputeerde Staten of de Minister van EL&I). De bescherming van de onder c bedoelde gebieden vindt plaats door middel van het bestemmingsplan. De speciale beschermingszones (a) hebben een externe werking, zodat ook ingrepen die buiten deze zones plaatsvinden verstoring kunnen veroorzaken en moeten worden getoetst op het effect van de ingreep op soorten en habitats.
Bij de voorbereiding van het wijzigingsplan moet worden onderzocht of de Natuurbeschermingswet 1998 de uitvoering van het plan niet in de weg staat. Dit is het geval wanneer de uitvoering tot ingrepen noodzaakt waarvan moet worden aangenomen dat daarvoor geen vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet 1998 zal kunnen worden verkregen.
Toetsing
Gebiedsbescherming
Het wijzigingsgebied vormt geen onderdeel van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals Natura 2000. Circa 5,1 km ten zuidoosten van het wijzigingsgebied ligt het Natura 2000-gebied Regte Heide en Riels Laag. Het wijzigingsgebied maakt ook geen deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Op enige afstand ten westen en oosten van het wijzigingsgebied liggen zoekgebieden voor natte ecologische verbindingszones.
Figuur 4.1: Ligging wijzigingsgebied (rode cirkel) t.o.v. beschermde natuurgebieden (bron: ruimtelijke plannen.nl)
Regte Heide en Riels Laag
De Regte Heide en Riels Laag liggen tussen de beken Lei en Roppelsche Leij, waarvan de laatste buiten de begrenzing van het Natura 2000-gebied valt. Het gebied is te verdelen in de beekdalen en het daar buiten gelegen licht golvende dekzandlandschap waarin hier en daar lage duingebiedjes voorkomen. Het gebied bestaat uit droge en vochtige heide, moerassige laagten, zure en zwakgebufferde vennen en loof- en naaldbossen. Het gebied is aangewezen in het kader van de Habitatrichtlijn. In onderstaande tabel is aangegeven voor welke habitattypen instandhoudingsdoelstellingen zijn opgenomen.
SVI Landelijk | Doelst. Opp.vl. | Doelst. Kwal. | ||
Habitattypen | ||||
H2310 | Stuifzandheiden met struikhei | -- | = | > |
H3130 | Zwakgebufferde vennen | - | = | = |
H3160 | Zure vennen | - | = | > |
H4010A | Vochtige heiden (hogere zandgronden) | - | = | > |
H4030 | Droge heiden | -- | = | > |
H7150 | Pioniervegetaties met snavelbiezen | - | = | = |
Legenda | |
W | Kernopgave met wateropgave |
% | Sense of urgency: beheeropgave |
% | Sense of urgency opgave m.b.t. watercondities |
SVI landelijk | Landelijke Staat van Instandhouding (-- zeer ongunstig; - matig ongunstig, + gunstig) |
= | Behoudsdoelstelling |
> | Verbeter- of uitbreidingsdoelstelling |
=(<) | Ontwerp-aanwijzingsbesluit heeft 'ten gunste van' formulering |
Soortenbescherming
De huidige ecologische waarden zijn vastgesteld aan de hand van foto's van het plangebied, algemene ecologische kennis en verspreidingsatlassen/gegevens (onder andere www.ravon.nl en www.waarneming.nl) waarin de waarnemingen zijn aangegeven.
Vogels
Op het erf komen tuin- en struweelvogels voor. Hier zijn soorten als koolmees, roodborst, winterkoning en merel aanwezig. Spreeuw, huismus, gierzwaluw en kauw kunnen broeden in (de omgeving van) de bebouwing.
Zoogdieren
Het wijzigingsgebied biedt geschikt leefgebied aan algemeen voorkomende, licht beschermde soorten als mol, egel, gewone bosspitsmuis, dwergspitsmuis, huisspitsmuis, veldmuis, bosmuis en rosse woelmuis. De woonbebouwing kan plaats bieden aan vaste verblijfplaatsen van vleermuizen. Vanwege het beperkt aanwezige groen heeft het wijzigingsgebied geen primaire functie als foerageergebied. De Tilburgsebaan kan een vaste vliegroute vormen. In het wijzigingsgebied ontbreken echter rechtlijnige doorgaande structuren.
Amfibieën
Algemene amfibieën als bruine kikker, middelste groene kikker, kleine watersalamander en gewone pad zullen gebruik maken van het wijzigingsgebied als schuilplaats in struiken en onder stenen.
Overige soorten
Er zijn, gezien de voorkomende biotopen, geen beschermde planten, vissen, reptielen en/of bijzondere insecten of overige soorten te verwachten op de planlocatie. Deze soorten stellen hoge eisen aan hun leefgebied; het wijzigingsgebied voldoet hier niet aan.
In tabel 4.1 staat aangegeven welke beschermde soorten er binnen het wijzigingsgebied (naar verwachting) voorkomen en onder welk beschermingsregime deze vallen.
Tabel 4.1: Naar verwachting voorkomende beschermde soorten binnen het wijzigingsgebied en het beschermingsregime
Nader onderzoek nodig | ||||
Vrijstellingsrege-ling Ffw | tabel 1 | mol, egel, gewone bosspitsmuis, dwergspitsmuis, huisspitsmuis, veldmuis, bosmuis en rosse woelmuis bruine kikker, gewone pad, kleine watersalamander en de middelste groene kikker |
nee | |
Ontheffingsrege-ling Ffw | tabel 2 | geen | nee | |
tabel 3 | bijlage 1 AMvB | geen | nee | |
bijlage IV HR | alle vleermuizen | nee | ||
vogels | cat. 1 t/m 4 | gierzwaluw en huismus | nee |
Toetsing en conclusie
Gebiedsbescherming
Het wijzigingsgebied is niet gelegen in een beschermd natuurgebied. Nabij het wijzigingsgebied liggen wel zoekgebieden voor ecologische verbindingszones en op circa 5,1 km afstand ligt het Natura 2000-gebied Regte Heide en Riels Laag. De functiewijziging van een intensieve veehouderij naar een paardenafrichtingsbedrijf vindt plaats in de bestaande bedrijfsbebouwing. Dit heeft geen negatief effect op de zoekgebieden voor de ecologische verbindingszones of het Natura 2000-gebied. Vanuit het plangebied vindt vanuit de intensieve veehouderij (varkens) stikstofdepositie plaats op het Natura 2000-gebied. Van paardenhouderijen is bekend dat zij leiden tot minder stikstofdepositie dan intensieve vee(varkens)houderijen. De ontwikkeling heeft dan ook een beperkt positief effect op de instandhoudingsdoelen van het Natura 2000-gebied.
De Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie staan de uitvoering van het plan gezien bovenstaande niet in de weg.
Soortenbescherming
Het wijzigingsplan is het besluit dat ingrepen mogelijk maakt en een aantasting van beschermde dier- of plantensoorten kan betekenen. Uiterlijk bij het nemen van een besluit dat ruimtelijke veranderingen mogelijk maakt, zal daarom zekerheid moeten zijn verkregen dat overtredingen van de Ffw niet optreden.
De ontwikkeling betreft een functiewijziging. De nieuwe functie wordt geheel binnen de bestaande bebouwing gerealiseerd. Er vinden geen werkzaamheden plaats die leiden tot negatieve effecten op beschermde soorten. De Flora- en faunawet staat de vaststelling van het wijzigingsplan dan ook niet in de weg.