Plan: | Korte Hoogstraat 9 en 13 te Molenschot |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0784.BPKorteHoogstr0913-VG01 |
het bestemmingsplan 'Korte Hoogstraat 9 en 13 te Molenschot' met identificatienummer NL.IMRO.0784.BPKorteHoogstr0913-VG01 van de gemeente Gilze en Rijen.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/ of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
vrije beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten die ten hoogste vallen binnen de categorieën A en B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' in bijlage 1, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
een bijgebouw dat een ruimtelijke en planologische eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit het oogpunt van mantelzorg is gehuisvest.
een agrarische activiteit ten behoeve van agrarisch doelmatig gebruik of agrarisch hobbymatig gebruik, waarvan de productie afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond, waarbij de exploitatie van een veehouderij wordt uitgesloten.
een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen of het houden van dieren, waaronder mede wordt verstaan de met die activiteiten qua aard vergelijkbare activiteiten, zoals een productiegerichte paardenhouderij, inclusief pensionstal.
een door burgemeester en wethouders aangewezen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan de geldende kwaliteitscriteria VTH en adviseert en beoordeelt conform de ten tijde van het advies of beoordeling geldende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA);
onderzoek naar de (aanwezigheid en/of waarde van) archeologische relicten door een gecertificeerde instantie werkend volgens de ten tijde van het onderzoek geldende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) conform een door het bevoegd gezag goedgekeurd Plan van Aanpak (PvA) (bij booronderzoek) of Programma van Eisen (PvE) (bij gravend onderzoek);
rapport waarin de resultaten van archeologisch onderzoek zijn vastgelegd en dat is opgesteld conform de ten tijde van het onderzoek geldende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA);
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische sporen en relicten;
een of meer gebouwen en/ of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een woning, bij een bedrijf of instelling, bestemd voor de huisvesting (het huishouden) van een persoon die op dat bedrijf werkzaam is.
document waarin maatregelen zijn geformuleerd die getroffen worden om archeologische resten in de bodem te behouden en te beschermen tijdens de uitvoering van werkzaamheden en het gebruik van de gronden nadien;
afstands-, hoogte-, inhouds-, en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; bestemmingsvlakken ten behoeve van bestemmingen die verbonden zijn door middel van de aanduiding 'relatie', worden geacht één bestemming te vormen.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en architectonisch opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en ten dienste staat van het woongenot.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/ of leveren van goederen aan degene die deze goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
ruimte in, op of onder een gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort;
een bouwwerk dat dient ter scheiding van het erf of een terrein.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
instantie die beschikt over een certificaat als bedoeld in artikel 5.1 van de Erfgoedwet;
Een paardenhouderij die niet als inrichting in de zin van de Wet milieubeheer wordt aangemerkt en niet gericht is op het genereren van winst.
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
een zodanige vormgeving en inpassing dat deze optimaal is afgestemd op bestande dan wel nog te ontwikkelen landschappelijke (ruimtelijke, natuurlijke en cultuurhistorische) landschapskwaliteiten; dit kan door middel van architectuur (vormgeving, situering, bebouwing en materiaalgebruik), aanleg van landschappelijke en/ of natuurlijke elementen al dan niet in combinatie met sloop.
ruimte (eventueel overdekt) in de vorm van een cirkel, waarin het paard onder begeleiding specifieke training gegeven kan worden.
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/ of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
detailhandel als activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de op de ingevolge het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie. de detailhandelsactiviteit is van zulke beperkte bedrijfsmatige en/ of ruimtelijke omvang dat de (niet-detailhandel) functie waaraan zij wordt toegevoegd qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft.
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/ of etenswaren voor gebruik ter plaatse als ondergeschikte activiteit bij de hoofdfunctie, waarbij de ondergeschikte horeca-activiteiten passen bij de hoofdfunctie en niet zelfstandig worden uitgeoefend en niet toegankelijk zijn los van de hoofdfunctie.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van maximaal drie gesloten wanden.
constructie met een doorkijk, voor minimaal 80% voorzien van open delen. Een voorbeeld van een constructie is een hekwerk.
het bewaren van goederen, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/ of activiteiten van administratieve aard.
een buitenrijbaan of buitenplaats ten behoeve van paardrijactiviteiten, met een bodem van zand, hout, boomschors of ander materiaal om de bodem te verstevigen en al dan niet voorzien van een omheining.
een afgezette ruimte waar een of meerdere paarden ter ontspanning en naar eigen inzicht vrij kunnen bewegen en kunnen spelen met soortgenoten.
het verblijven in een kampeermiddel, een recreatieverblijf, een verblijfsrecreatief appartement of in een gebouw, geen woning zijnde, met het kennelijke doel om dat kampeermiddel, recreatieverblijf, verblijfsrecreatief appartement dan wel het gebouw als hoofdverblijf te gebruiken.
het gebied waar dit bestemmingsplan betrekking op heeft.
document waarin onderzoeksvragen en uitvoeringseisen voor het uit te voeren archeologisch onderzoek in de vorm van booronderzoek (verkennende of karterende boringen) staan geformuleerd conform de ten tijde van het onderzoek geldende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). Voor aanvang van het onderzoek dient het PvA door het bevoegd gezag te zijn goedgekeurd;
document waarin onderzoeksvragen en uitvoeringseisen voor het uit te voeren archeologisch onderzoek in de vorm van gravend onderzoek (proefsleuven, opgraving of archeologische begeleiding) staan geformuleerd conform de ten tijde van het onderzoek geldende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). Voor aanvang van het onderzoek dient het PvE door het bevoegd gezag te zijn goedgekeurd;
alle bestemmingsplannen, inpassingsplannen, uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen binnen het plangebied die vastgesteld zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan.
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' die van deze regels deel uitmaakt.
de digitale weergave van het bestemmingsplan.
de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelgrenzen.
een (gedeelte van een) gebouw, uitsluitend geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, of een andere daarmede vergelijkbare economische eenheid.
de zijdelingse grens tussen twee (of meerdere) percelen.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Tussen de zijdelingse grenzen van een perceel en enig punt van het betreffende bouwwerk, waar de afstand het kortste is.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
Tussen de onderzijde van de beganegrondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/ of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/ of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
max. aantal per bouwvlak | max. oppervlakte | max. inhoud | max. goot hoogte | max. bouwhoogte | dakhelling min/max | min afstand zijdelingse perceelsgrens | min afstand voorgevel rooilijn | min afstand tot de bedrijfswoning (min/max) | |
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) | één, tenzij anders op de verbeelding aangegeven | - | 750 m3 | 5 m | 11 m | 18 0 / 55 0 | 5 m | - | -/- |
bijgebouwen + overkappingen bij de bedrijfswoning | - | 100 m2 | - | 3 m | 5,5 m | 18 0 / 55 0 | 5 m | 5 m | 2/10 |
overige bedrijfsgebouwen (niet zijnde teeltondersteunende kassen) | - | - | - | 5 m | 11 m | 18 0 / 55 0 | 5 m | 10 m | 2/- |
erf- of terreinafscheidingen binnen bouw- vlakken - voor de voorgevelrooilijn - overige plaatsen buiten bouwvlakken -erfafscheidingen - veekering/omheining rondom voorzieningen |
- | - | - | - |
1 m 2 m 1 1,5 m |
-/- | - | - | -/- |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | - | 6 m | -/- | - | - | -/- |
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van volwaardige agrarische bedrijven ontheffing verlenen van de op de kaart aangegeven begrenzing van een bouwvlak en het bepaalde in lid 3.2 onder a voor een eenmalige overschrijding, aan de westzijde van het bouwvlak met 25 m, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de overschrijding van de maximale bouwhoogte van bedrijfsgebouwen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.2 sub c teneinde een maximale bouwhoogte van 14 m toe te staan, met dien verstande dat de ontheffing wordt getoetst aan de landschappelijke aanvaardbaarheid in relatie tot de agrarische noodzaak.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.2 sub c ten behoeve van de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens mits de voorgenomen afstand stedenbouwkundig aanvaardbaar is.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.2 sub c ten behoeve van de afstand tot de voorgevelrooilijn mits de voorgenomen afstand stedenbouwkundig aanvaardbaar is.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.2 sub c ten behoeve van een kleinere dakhelling dan 18º indien een bestaand gebouw met een dakhelling kleiner dan 18º wordt uitgebreid en de dakhelling van de uitbreiding gelijk is aan de dakhelling van het bestaande gebouw.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van tijdelijke huisvesting van seizoensarbeiders, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.2 sub c ten behoeve van de afstand tot de voorgevelrooilijn mits de voorgenomen afstand stedenbouwkundig aanvaardbaar is.
De voor 'Groen - Landschappelijke inpassing' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen.
Op deze gronden mogen uitsluitend erf- en terreinafscheidingen worden gebouwd, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden voor:
Het college van burgemeester en wethouders kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4 lid 1 sub a indien in plaats van de landschapsmaatregelen zoals bedoeld in Bijlage 2 van deze regels, andere landschapsmaatregelen worden getroffen, met dien verstande dat:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met uitzondering van:
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met dien verstande dat:
Max. aantal per bouwvlak | Max. inhoud | Max. oppervlak | Max. goothoogte | Max. bouwhoogte | Dakhelling (min/max) | Min afstand tot zijdelingse perceelgrens | Afstand tot de woning (min/max) | Min afstand tot de voorgevelrooilijn | |
Woning, inclusief aan- en uitbouw | één | 750 m³ | 5 m | 10 m | 20° / 55° | 5 m | |||
Bijgebouwbij de woning | 234 m² | 3,5 m | 5,5 m | 20° / 55° | 5 m | 2 m/ 10 m | 5 m | ||
erfafscheidingen binnen het bouwvlak: - voor de voorgevel - overige plaatsen erfafscheidingen buiten het bouvlak erfafscheidingen met een open constructie |
1 m 2 m 1 m 1,5 m |
||||||||
antennes en windturbines | één | 12 m | 5 m | 2 m / - | 10 m | ||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (met uitzondering van erfafscheidingen) | 6 m |
dient tenminste voldaan te worden aan het gemeentelijke beleid ten aanzien van parkeernormen, zoals opgenomen in de 'Nota Parkeernormen Gilze en Rijen 2017' als vastgesteld op 3 april 2017;
dient aldus in stand te worden gehouden.
het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 5.2 sub c ten behoeve van de afstand tot de zijdelingse perceelgrens mits de voorgenomen afstand stedenbouwkundig aanvaardbaar is.
het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 5.2 onder c ten behoeve van het realiseren van een carport (overkapping bij de woning) van 33 m2 mits:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels: paardenbakken, paddocks en longeercirkels zijn binnen het bouwvlak toegestaan.
Het (doen/ laten) gebruik(en) van de bestemming 'Wonen' is uitsluitend toegestaan indien de landschappelijke inpassing, zoals bedoeld in de landschappelijke inpassing, zoals bedoeld in artikel 4.1 sub a, overeenkomstig het landschappelijk inpassingsplan zoals opgenomen in Bijlage 2 van de regels, maximaal na 2 jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan is uitgevoerd en kwalitatief en kwantitatief in stand wordt gehouden.
Het (doen/ laten) gebruik(en) van de bestemming 'Wonen' is uitsluitend toegestaan indien de carport, zoals aangeduid op de bijlage 'te slopen carport', zoals bedoeld in artikel 4.1 sub a, overeenkomstig de tekening met de te slopen bebouwing zoals opgenomen in Bijlage 3 van de regels, maximaal na 2 jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan is gesloopt.
Het (doen/ laten) gebruik(en) van de bestemming 'Wonen' is uitsluitend toegestaan indien de voorzieningen ten behoeve van het hobbymatig houden van paarden, bestaande uit een buitenrijbak en paddocks, worden verplaatst naar de locatie zoals aangegeven op de landschappelijke inpassing, zoals opgenomen in Bijlage 2 van de regels, maximaal na 3 jaar na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan.
Het het college van burgemeester en wethouders kan in afwijking van het bepaalde in artikel 5 lid 1 sub e ten behoeve van het toestaan van aan-huis-gebonden beroepen die ten hoogste vallen binnen de categorieën A en B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de archeologische waarden waarbij de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden om te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waarde- Archeologie 2' mede bestemde gronden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in lid 6.2.1 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere geldende bestemming(en), mits:
Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van de aanvraag toereikend archeologisch onderzoek voor de gronden waarop een aanvraag om omgevingsvergunning wordt gedaan, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen.
Bij de beoordeling van een archeologisch rapport en de verlening van een afwijking als bedoeld in lid 6.3.1, laat het bevoegd gezag zich adviseren door een archeologisch deskundige.
Het is verboden om op de voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag:
Het in lid 6.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.4.1 wordt slechts verleend indien:
Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van de aanvraag toereikend archeologisch onderzoek voor de gronden waarop een aanvraag om omgevingsvergunning wordt gedaan, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen.
Bij de beoordeling van een archeologisch rapport en de verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.4.1, laat het bevoegd gezag zich adviseren door een archeologisch deskundige.
Het is verboden om op de voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden bouwwerken te slopen of te laten slopen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag.
Het in lid 6.5.1 genoemde verbod is niet van toepassing indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.5.1 wordt slechts verleend indien:
Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van de aanvraag toereikend archeologisch onderzoek voor de gronden waarop een aanvraag om omgevingsvergunning wordt gedaan, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen.
Bij de beoordeling van een archeologisch rapport en de verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.5.1, laat het bevoegd gezag zich adviseren door een archeologisch deskundige.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Alvorens de in lid 6.6.1 bedoelde wijziging wordt toegepast, laat het bevoegd gezag zich adviseren door een archeologisch deskundige.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de archeologische waarden waarbij de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden om te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waarde- Archeologie 3' mede bestemde gronden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in lid 7.2.1 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere geldende bestemming(en), mits:
Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van de aanvraag toereikend archeologisch onderzoek voor de gronden waarop een aanvraag om omgevingsvergunning wordt gedaan, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen.
Bij de beoordeling van een archeologisch rapport en de verlening van een afwijking als bedoeld in lid 7.3.1, laat het bevoegd gezag zich adviseren door een archeologisch deskundige.
Het is verboden om op de voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag:
Het in lid 7.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.4.1 wordt slechts verleend indien:
Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van de aanvraag toereikend archeologisch onderzoek voor de gronden waarop een aanvraag om omgevingsvergunning wordt gedaan, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen.
Bij de beoordeling van een archeologisch rapport en de verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.4.1, laat het bevoegd gezag zich adviseren door een archeologisch deskundige.
Het is verboden om op de voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden bouwwerken te slopen of te laten slopen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag.
Het in lid 7.5.1 genoemde verbod is niet van toepassing indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.5.1 wordt slechts verleend indien:
Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van de aanvraag toereikend archeologisch onderzoek voor de gronden waarop een aanvraag om omgevingsvergunning wordt gedaan, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen.
Bij de beoordeling van een archeologisch rapport en de verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.5.1, laat het bevoegd gezag zich adviseren door een archeologisch deskundige.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Alvorens de in lid 7.6.1 bedoelde wijziging wordt toegepast, laat het bevoegd gezag zich adviseren door een archeologisch deskundige.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Met betrekking tot bestaande maten gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
In aanvulling op hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'IHCS - 1' ten behoeve van het obstakelvrije (start- en landings)vlak met zijkanten een bouwverbod voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een hogere bouwhoogte dan 56 meter boven NAP; in verband met het beschermingsgebied van in- en uitvliegfunnel van vliegtuigen.
Het college van burgemeester en wethouders kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw als afhankelijke woonruimte, met inachtneming van het volgende:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Deze regels worden aangehaald als: 'regels van het bestemmingsplan Korte Hoogstraat 13 te Molenschot'.