Toelichting
Wijzigingsplan Buitengebied, Lage Donk 38 Identificatie: NL.IMRO.0777.0171WPLAGEDONK38-2001 Status: ontwerp Vaststellingsdatum: - Hoofdstuk 1 Inleiding In het westen van de gemeente Etten-Leur ligt het perceel Lage Donk 38. Het perceel heeft een oppervlakte van circa 5.300 m2. Aan de oostkant grenst het perceel aan een glastuinbouwbedrijf, aan de westkant grenst het perceel aan de weg Lage Donk met daaromheen andere woonbestemmingen en paar agrarische glastuinbouwbedrijven. Al geruime tijd is het perceel niet meer agrarisch in gebruik. Ook in de nabije toekomst is er geen zicht op de vestiging van een nieuw agrarisch bedrijf. Aangezien er geen agrarische bedrijfsvoering meer is, zijn er geen mogelijkheden om vergunningplichtige aanpassingen te doen aan de woning of bijgebouwen. Dat is alleen mogelijk als de agrarische bestemming van het perceel wordt omgezet in een bestemming 'Wonen' en 'Tuin', waarbij de overtollige agrarische bedrijfsbebouwing wordt gesloopt. Door de eigenaar is dan ook verzocht om gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheid in het geldende bestemmingsplan 'Partiële herziening Buitengebied'. Deze wijzigingsbevoegdheid maakt het mogelijk om de agrarische bestemming van het perceel om te zetten in de bestemming 'Wonen' en 'Tuin'. Afbeelding 1 Luchtfoto Lage Donk 38 (2022) Hoofdstuk 2 Wijzigingsregeling Voor het perceel gelden de bestemmingsplannen 'Buitengebied' (2013) en de daarop van toepassing zijnde herzieningen. De gronden hebben de bestemming ‘Agrarisch’. Het perceel ligt in het westen van de gemeente Etten-Leur, nabij de grens met gemeente Halderberge. Naast de bestemming ‘Agrarisch’ gelden ook de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 2' en 'Waarde - Archeologie 4'. Afbeelding 2 Uitsnede bestemmingsplan 'Buitengebied' In de planregels is in artikel 3.6.12 een wijzigingsbevoegdheid voor burgemeester en wethouders opgenomen om de agrarische bestemming te wijzigen in de bestemmingen ‘Wonen’ en ‘Tuin’. Zij maken daarbij gebruik van de bevoegdheid zoals omschreven in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening (Wro) om binnen bij het plan bepaalde grenzen het plan te wijzigen. De wijzigingsregeling bevat een aantal voorwaarden waaraan voldaan moet worden waaronder de grootte van het toekomstige bouwvlak, de milieusituatie e een sloop- en bonusregeling. Daarnaast dient als onderdeel van het wijzigingsbesluit verantwoording gegeven te worden over overige ruimtelijke aspecten zoals de bodemkwaliteit, milieuzonering, archeologie, water, geluid, lucht, verkeersveiligheid, ecologie (flora en fauna) en economische uitvoerbaarheid. Het agrarisch bedrijf ter plaatse is beëindigd en agrarisch hergebruik is redelijkerwijs niet te verwachten. Er mag geen sprake zijn van een verslechtering van het woon- en leefklimaat. De bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen agrarische en andere bedrijven mogen niet worden beperkt. Het bouwvlak wordt verwijderd en de nieuwe bestemming ‘Wonen’ of ‘Wonen’ en ‘Tuin’ bevat de voormalige agrarische bedrijfswoning met bijhorende tuin, erf en verhardingen. Het bestemmingsvlak 'Wonen' wordt afgestemd op de nieuwe situatie, met dien verstande dat: indien het bestemmingsvlak 'Wonen' groter is dan 1.500 m2, er dient te worden voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd beplantingsplan tot realisatie, beheer en instandhouding van de landschappelijke inpassing; indien het bestemmingsvlak 'Wonen' groter is dan 5.000 m2, er tevens dient te worden voorzien in een aantoonbare en uitvoerbare verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied van dit bestemmingsplan; indien een fysieke verbetering ter plaatse niet mogelijk of niet wenselijk is, kan kwaliteitsverbetering plaatsvinden door een passende financiële bijdrage in het gemeentelijk landschapsfonds. Overtollige (voormalige) bedrijfsgebouwen, bijgebouwen en overkappingen moeten worden gesloopt, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden: De sloop van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing is niet toegestaan. De oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 200 m2. Indien meer dan 200 m2 aan (voormalige) bedrijfsgebouwen, bijgebouwen en overkappingen aanwezig is, kan de sloop van deze bebouwing worden ingezet voor het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen als genoemd onder 2 en/of voor het vergroten van de inhoud van het hoofdgebouw. Indien de sloop wordt ingezet voor het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: als op het perceel in de bestaande situatie minder dan 400 m2 aan bestaande, legaal opgerichte, (voormalige) bedrijfsgebouwen, bijgebouwen en overkappingen aanwezig is, geldt de bestaande oppervlakte van deze gebouwen en overkappingen als maximale oppervlakte die kan worden toegestaan; als op het perceel 400 m2 of meer aan bestaande, legaal opgerichte (voormalige) bedrijfsgebouwen, bijgebouwen en overkappingen aanwezig is, bedraagt de maximale oppervlakte die kan worden toegestaan 400 m2; indien bij toepassing van het bepaalde onder II sprake zou zijn van een situatie waarbij in redelijkheid niet kan worden verlangd dat een bestaand gebouw gedeeltelijk wordt gesloopt, of de gedeeltelijke sloop van dat gebouw zou tot een onaanvaardbare ruimtelijke situatie leiden, bedraagt de maximale oppervlakte die kan worden toegestaan 500 m2; de maximaal toegestane oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen mag ofwel behouden blijven ofwel nieuw gebouwd worden. Indien de sloop (tevens) wordt ingezet voor het vergroten van de inhoud van het hoofdgebouw gelden de volgende regels: voor iedere 100 m2 te slopen bebouwing mag de inhoud van het hoofdgebouw worden vergroot met 50 m3 tot een maximale inhoud van 850 m3; indien (een deel van de) te slopen bebouwing wordt ingezet voor vergroting van het hoofdgebouw, wordt de maximale oppervlakte voor bijgebouwen en overkappingen die kan worden toegestaan op grond van het bepaalde onder 4, teruggebracht met 5 m2 voor iedere 10 m3 waarmee het hoofdgebouw wordt vergroot. Indien de bestaande oppervlakte aan cultuurhistorisch waardevolle (voormalige) bedrijfsgebouwen, bijgebouwen en overkappingen meer bedraagt dan kan worden toegestaan op grond van het bepaalde onder 4, geldt deze bestaande oppervlakte als maximum. Alle overtollige bebouwing moet worden gesloopt, zodat de totale hoeveelheid bebouwing wordt teruggebracht tot hetgeen op grond van het bepaalde onder 4, 5 en/of 6 is toegelaten. Indien meer dan 200 m2 aan bijgebouwen en overkappingen wordt toegestaan, dient te worden voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd beplantingsplan tot realisatie, beheer en instandhouding van de landschappelijke inpassing. Indien meer dan 400 m2 aan bijgebouwen en overkappingen wordt toegestaan, dient tevens te worden voorzien in een aantoonbare en uitvoerbare verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied van dit bestemmingsplan; indien een fysieke verbetering ter plaatse niet mogelijk of niet wenselijk is, kan kwaliteitsverbetering plaatsvinden door een passende financiële bijdrage in het gemeentelijk landschapsfonds. In de bestemming ‘Wonen’ kan statische binnenopslag worden toegestaan, mits de opslag geen onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg heeft en met dien verstande dat detailhandel en opslag ten behoeve van een bedrijf niet zijn toegestaan. De verwezenlijking, het behoud en het beheer van (het zoekgebied voor) een ecologische verbindingszone, ter plaatse van de aanduiding ‘zoekgebied ecologische verbindingszone’ en/of een zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen ter plaatse van de aanduiding ‘zoekgebied behoud en herstel watersystemen’, worden niet belemmerd of aangetast. Hoofdstuk 3 Toets aan wijzigingsregels Ad a. Het agrarisch bedrijf is al geruime tijd geleden beëindigd en de eigenaren zijn geen agrarisch ondernemer. De achterzijde van het bouwvlak is niet in eigendom van de initiatiefnemer, maar de eigenaar van die gronden kan op dit moment geen rechten ontlenen vanuit het aanwezige bouwvlak. Dat komt voort uit het feit dat de initiatiefnemer de bebouwing van het agrarisch bedrijf in bezit heeft en er geen nieuw agrarisch bedrijf kan vestigen. Ad b. Gezien de ligging van het perceel omringd door woon- en bedrijfsbestemmingen is er geen sprake van een verslechtering van het woon- en leefklimaat, maar eerder een verbetering bij het omzetten van de agrarische bestemming in een woonbestemming. Dit is ook het geval omdat na wijziging op het perceel geen agrarische bedrijfsvoering meer mogelijk is. Er wordt voldaan aan voorwaarde b. Ad c. Het dichtst bijgelegen agrarische bouwvlak (Lage Donk 12) ligt op een afstand van ongeveer 27 meter met een afstand tot de bestaande woning van ongeveer 65 meter. Op dit perceel is een glastuinbouwbedrijf gevestigd. De afstanden tussen het plangebied en de locatie Lage Donk 12 komen voort uit het onherroepelijke wijzigingsplan 'Buitengebied, Lage Donk 12' (vastgesteld op 2 december 2021). Daarnaast zal in het kader van dat wijzigingsplan een landschappelijke inpassing worden gerealiseerd tussen de percelen Lage Donk 12 en Lage Donk 38. De gronden achter het perceel Lage Donk 38 worden gebruikt ten behoeve van boomteelt (zie afbeelding 1). Bij boom- en fruitteelt dient rekening gehouden te worden met een spuitzone van gewasbeschermingsmiddelen. De afstand tussen de agrarische gronden achter het perceel, welke worden gebruikt ten behoeve van boomteelt, en de bestaande woning is ongeveer 40 meter. Daarnaast wordt het perceel Lage Donk 38 landschappelijk ingepast vanuit de verplichting die volgt vanuit de bepaling onder g. Ook vindt er met de herontwikkeling geen uitbreiding plaats van het bestaande perceel, aangezien het bestaande erf wordt herbestemd tot woonbestemming. Gelet op deze argumenten, is te concluderen dat de huidige rechten van de achterliggende agrarische gronden niet worden beperkt. Voor wat betreft de ontwikkelingsmogelijkheden conform de gebiedsaanduiding 'overige zone - zoekgebied glastuinbouw vestigingsgebied 2' vindt er geen beperking plaats van de mogelijkheden tot de verdere ontwikkeling van een glastuinbouwbedrijf. De afstand tussen de aanduiding en de bestaande woning aan de Lage Donk 38 is ongeveer 50 meter. Daarnaast zal bij een dergelijke ontwikkeling, de ontwikkelaar moeten zorgen voor een goede landschappelijke inpassing van kassen. Afbeelding 3 Afstand tussen woning en gebiedsaanduiding 'zoekgebied glastuinbouw vestigingsgebied 2' Er wordt voldaan aan voorwaarde c. Ad d en e. Het agrarisch bouwvlak wordt verwijderd en vervangen door een bouwvalk met woonbestemming van 1.500 m2. In de woonbestemming zijn het woongebouw en, voor het overgrote deel, de bijgebouwen opgenomen, zoals dat ook in de huidige situatie het geval is. Het perceel krijgt voor het overige een tuinbestemming. Het perceel wordt landschappelijk ingepast. Ook aan voorwaarden d en e wordt voldaan. Zie hiervoor ook de planverbeelding behorende bij dit wijzigingsplan en het in bijlage 1 bij de regels bijgevoegde landschappelijke inpassing. Ad f. In totaal is er ongeveer 810 m2 aan bijgebouwen en overkappingen aanwezig op het perceel. Conform de sloop-bonusregeling betekent dit dat 400 m2 aan bijgebouwen en overkappingen behouden mag blijven en/of nieuw gerealiseerd mag worden, tenzij er sprake is van behoud van bestaande bijgebouwen met een maximum van 500 m2. Op basis van de sloop-bonusregeling wordt 400 m2 aan bijgebouwen en overkappingen toegestaan en is hiervoor een maatvoering opgenomen op de verbeelding van het wijzigingsplan. Er wordt voor 445 m2 aan bestaande bebouwing gesloopt in de vorm van een deel van de bestaande veestal. De sloop van de overtollige bijgebouwen wordt verplicht door middel van een voorwaardelijke verplichting. De te slopen bebouwing is opgenomen in bijlage 1 bij de regels. Er wordt voldaan aan voorwaarde f. Ad g. Deze planregel is opgenomen in verband met de Interim omgevingsverordening van de provincie Noord-Brabant en het principe van 'kwaliteitsverbetering van het landschap'. In de Interim Omgevingsverordening is opgenomen dat bij ruimtelijke ontwikkelingen in het buitengebied bijgedragen dient te worden aan kwaliteitsverbetering van het landschap. In regionaal verband zijn afspraken gemaakt hoe om te gaan met deze kwaliteitsverbetering van het landschap in de regio. De volgende categorie-indeling is gemaakt: Categorie 1: ruimtelijke ontwikkelingen met nauwelijks tot geen landschappelijke invloed. Voor deze categorie wordt geen (extra) kwaliteitsverbetering van het landschap geëist. Categorie 2: ruimtelijke ontwikkelingen met relatief weinig landschappelijke invloed, dan wel ruimtelijke ontwikkelingen die van nature aan het buitengebied gebonden zijn. Kwaliteitsverbetering zou moeten bestaan uit een goede landschappelijke inpassing. Categorie 3: ruimtelijke ontwikkelingen die een beduidende invloed hebben op de omgeving en waarbij vergroting van de geldende bouwmassa/ - oppervlakte vergroting van het bestemmingsvlak en/of bestemmingswijziging aan de orde is. De gevallen die onder categorie 1 vallen, worden specifiek benoemd. Het wijzigen van de agrarische bestemming in de bestemming 'Wonen' valt alleen onder categorie 1 wanneer de oppervlakte van de te verwijderen agrarische bouwvlak minimaal 1 hectare bedraagt en er maximaal 200 m2 aan bijgebouwen en overkappingen wordt toegestaan. Dit is hier niet het geval, aangezien er 400 m2 aan bijgebouwen en overkappingen mogelijk worden gemaakt op basis van de sloop-bonusregeling. Om die reden valt het automatisch onder categorie 2. Dat betekent dat een landschappelijke inpassing verplicht. De landschappelijke inpassing is opgenomen in bijlage 2 bij de regels van dit wijzigingsplan. Op de verbeelding is ter plaatse van de landschappelijke inpassing de bestemming 'Groen - Houtsingel' opgenomen samen met een voorwaardelijke verplichting voor het realiseren, beheren en in stand houden van de landschappelijke inpassing. Hiermee is voorwaarde g gewaarborgd. Ad h. Voorwaarde h is niet van toepassing. Er wordt niet meer dan 400 m2 aan bijgebouwen en overkappingen toegestaan. Ad i. Er is op dit moment nog geen sprake van statische binnenopslag. Ad j. Zowel de gebiedsaanduiding 'zoekgebied ecologische verbindingszone' als het zoekgebied 'behoud en herstel watersystemen' is niet aanwezig in of rondom het plangebied. Beide worden door de ontwikkeling niet aangepast. Hiermee wordt voldaan aan voorwaarde j. Hoofdstuk 4 Ruimtelijke aanvaardbaarheid 4.1 Algemeen Deze paragraaf bevat de overige verantwoording buiten de voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid. In overeenstemming met regionale afspraken voor woningbouw: Er wordt geen woning toegevoegd, dus er is geen relatie met de woningbouwafspraken. In overeenstemming met de regionale afspraken kwaliteitsverbetering van het landschap: Deze wijziging past binnen het regionale afsprakenkader en is een categorie 2-ontwikkeling: ‘ruimtelijke ontwikkelingen met relatief weinig landschappelijke invloed, dan wel ruimtelijke ontwikkelingen die van nature aan het buitengebied gebonden zijn. Kwaliteitsverbetering zou moeten bestaan uit een goede landschappelijke inpassing’. Zie ook voorwaarde g. van de wijzigingsbevoegdheid. Luchtkwaliteit: Er worden geen woningen toegevoegd. De bedrijfswoning wordt omgezet in een burgerwoning. De regelgeving luchtkwaliteit is niet van toepassing op dit project. De luchtkwaliteit voor wat betreft fijnstof blijft overigens in het gehele gemeentelijke grondgebied onder de wettelijke norm voor luchtkwaliteit. Geluid: Het wijzigingsplan maakt geen extra woning mogelijk. Het betreft de omzetting van de bestaande bedrijfswoning naar een burgerwoning. De Wet geluidhinder is niet van toepassing. Bodemkwaliteit: De voormalige bedrijfswoning wordt in gebruik genomen als burgerwoning. Behoudens nieuwbouw van een bijgebouw en wellicht een uitbreiding van de woning zullen geen bouwactiviteiten plaatsvinden. Er zijn gezien het jarenlange gebruik van de gronden en gebouwen voor land- en tuinbouw geen aanwijzingen dat er sprake is van bodemverontreiniging. Archeologie: Ter plaatse geldt de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2', wat inhoudt dat bij ingrepen van meer dan 1.000 m2 een archeologisch onderzoek overlegd moet worden. De bouwmogelijkheden komen niet boven de 1.000 m2 uit. Vanuit archeologie zijn er geen beperkingen. Water: Het beleid en de daarmee samenhangende doelen van het waterschap Brabantse Delta zijn opgenomen in het Waterbeheerplan 2022/2027, wat tot stand is gekomen in samenspraak met de waterpartners. Daarnaast heeft het waterschap waar nodig toegespitst beleid en beleidsregels op de verschillende thema’s/speerpunten uit het waterbeheersplan en heeft het waterschap een eigen verordening: De Keur en de Legger. De Keur bevat gebods- en verbodsbepalingen met betrekking tot ingrepen die consequenties hebben voor de waterhuishouding en het waterbeheer. De Legger geeft aan waar de waterstaatwerken plus bijbehorende beschermingszones liggen, aan welke afmetingen en vorm die moeten voldoen en wie onderhoudsplichtig is. Veelal is voor deze ingrepen een watervergunning van het waterschap benodigd. In sommige gevallen vallen de werkzaamheden onder een Algemene regel. Dan kan er onder voorwaarden sprake zijn van vrijstelling van de vergunningsplicht. Afbeelding 3 Uitsnede Legger van waterschap Brabantse Delta Op de zuidelijke perceelsgrens van het perceel Lage Donk 38 ligt een B-watergang. Deze sluiten aan op de A-watergang die verder ten oosten ligt. De oppervlakte van de bebouwde oppervlakte neemt af, aangezien de maximaal toegestane oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen wordt verlaagd van 770 m2 naar 400 m2. Om die reden is het plan op het gebied van water en waterberging acceptabel. Flora en fauna: Vanwege de voorgenomen sloop van een gedeelte van de voormalige veestal is een quickscan flora en fauna uitgevoerd naar de aanwezigheid van beschermde planten- en diersoorten. Deze quickscan (datum) is opgenomen als bijlage 1 bij deze toelichting. De quickscan, d.d. 18 maart 2022 door Ecoresult wijst uit dat de geplande werkzaamheden negatieve effecten op beschermde soorten en functies op voorhand zijn uit te sluiten. Nader onderzoek is niet noodzakelijk. Externe veiligheid: De regelgeving externe veiligheid is niet van toepassing. Er zijn risicovolle activiteiten in de nabijheid van Lage Donk 38. Economische uitvoerbaarheid: De initiatiefnemer draagt alle kosten. Ter voldoening aan artikel 6.12 Wro is een anterieure overeenkomst alsmede een overeenkomst tot planschadeverhaal afgesloten. De economische haalbaarheid is daarmee gegarandeerd. Een aanvaardbaar woon- en leefklimaat: Gelet op de onderbouwing ad b en ad c is er sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. 4.2 Conclusie Uit het vorenstaande kan geconcludeerd worden dat voldaan kan worden aan de voorwaarden om overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 3.6.12 van het bestemmingsplan 'Buitengebied’ en de daarop van toepassing zijnde herzieningen te wijzigen zoals aangegeven op bijgaande wijzigingsplanverbeelding. Daarnaast is de wijziging ruimtelijk aanvaardbaar en is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. In de planregels voor de bestemming ‘Wonen’ wordt een voorwaardelijke verplichting tot sloop van overtollige gebouwen opgenomen. 4.3 Juridische plantoelichting In dit wijzigingsplan wordt de agrarische bestemming met bouwvlak van het perceel Lage Donk 38 op de planverbeelding van het bestemmingsplan ‘Buitengebied’ omgezet in een bestemming ‘Wonen’ en ‘Tuin’. Bij de bestemming ‘Wonen’ wordt bij de gebruiksregels een voorwaardelijke verplichting opgenomen teneinde de sloop van de overtollige bijgebouwen en het realiseren, beheren en in stand houden van de landschappelijke inpassing. De planregels van het bestemmingsplan ‘Partiële Herziening Buitengebied’ zijn en blijven van toepassing. In de planregels van dit wijzigingsplan ‘Buitengebied, Lage Donk 38’ worden de relevante bestemmingsregels van het geldende bestemmingsplan ‘Partiële Herziening Buitengebied' uit 2022 dan ook van overeenkomstige toepassing verklaard met een aanvullend artikel voor de voorwaardelijke verplichting voor de sloop van de overtollige bebouwing en een aanvullend artikel voor de vastlegging van de afspraken van de sloop- en bonusregeling. 4.4 Procedure De initiatiefnemer heeft voorafgaand aan de wijzigingsprocedure de omgeving geïnformeerd over het initiatief. De initiatiefnemer heeft in kader van een goede voorbereiding in de periode tussen maart en september 2022 een omgevingsdialoog gevoerd met omwonenden/omliggende ondernemers. Er zijn geen grote bezwaren naar voren gekomen. De gemeente heeft de eigenaar van de achterliggende agrarische gronden voorafgaand en gedurende de procedure geïnformeerd over de planvorming, omdat een gedeelte van het agrarisch bouwvlak op de gronden van die eigenaar is gevestigd. De initiatiefnemer heeft verder contact onderhouden met de betreffende eigenaar. In het kader van het wettelijk vooroverleg wordt advies gevraagd aan de provincie Noord-Brabant en het waterschap Brabantse Delta. De provincie hanteert als uitgangspunt dat voor plannen waarbij geen provinciale belangen spelen, geen vooroverleg noodzakelijk is. Volgens het vooroverlegformulier inventarisatie ruimtelijke aspecten (ingevuld 13 september 2022) is dat in dit geval aan de orde. Deze is bijgevoegd als bijlage 2 bij de toelichting. Het waterschap heeft per mail van 15 september 2022 laten weten onder voorwaarden een positief wateradvies te geven. Het wateradvies is opgenomen als bijlage 3 bij de toelichting. Het voornemen tot wijziging van het bestemmingsplan ‘Buitengebied’ en de daarop van toepassing zijnde herzieningen is bekend gemaakt in de Etten-Leurse Bode van PM PM 2022. Gedurende de periode van PM PM 2022 tot en met PM PM 2022 heeft het ontwerpplan ter inzage gelegen op het Stadskantoor en is geplaatst op de gemeentelijke website. In de bekendmaking is medegedeeld dat gedurende de termijn van 6 weken schriftelijk of mondeling bij burgemeester en wethouders een zienswijze ingediend kon worden. In de bekendmaking is ook vermeld welke andere stukken ter inzage zijn gelegd. De provincie Noord-Brabant en het waterschap Brabantse Delta zijn via de geëigende wegen geïnformeerd over de ter inzagelegging van het ontwerp-wijzigingsplan. De eigenaren van percelen in de directe nabijheid zijn persoonlijk geïnformeerd over de ter inzagelegging van het ontwerp-wijzigingsplan.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming ‘Wonen’ of ‘Wonen’ en ‘Tuin’, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden: